Kinderen hebben steeds meer uren nodig om hun zwemdiploma te behalen. Tegelijkertijd zien we een afname van de motorische fitheid van kinderen. Daarom vroeg Wietze Bernards, masterstudent Bewegingswetenschappen aan de VU, zich af: is er een verband tussen de motoriek en zwemvaardigheden bij kinderen? Hij deed onderzoek en komt met een interessante conclusie en suggestie. "Het is beter als kinderen met zwemles beginnen als ze al over bepaalde motorische vaardigheden beschikken."
Ieder kind begint met zwemles. Het is (en blijft) een essentiële vaardigheid. Maar opvallend is dat kinderen steeds meer uren nodig hebben om die zwemvaardigheden te leren en daarmee hun zwemdiploma A te halen. De cijfers: gemiddeld haalden kinderen in 2016 in 42,5 uur hun zwemdiploma. Tegenwoordig is dat 51 uur.
Tegelijkertijd is bekend dat de motorische fitheid van kinderen de afgelopen jaren is afgenomen. Daarop ontstond bij Wietze Bertrands en hoogleraar bewegingswetenschappen Geert Savelsbergh de vraag: doen motorisch vaardigere leerlingen korter over hun zwemlestraject?
In het onderzoek, een initiatief van het Athletic Skills Model en de VU Amsterdam, zijn de resultaten van 29 kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 6 jaar geanalyseerd. Bij hen werd zowel de zwemvaardigheid als de motoriek gemeten.
En inderdaad: uit de metingen komt naar voren dat er een verband is tussen motoriek en zwemvaardigheden. Met andere woorden: kinderen die motorisch vaardiger zijn, behalen in hetzelfde aantal zwemlessen een hogere zwemvaardigheidsscore. Specifiek blijkt het grootste verband te vinden met tijgeren én voorover en achterover rollen.
Jorick Hendriksen is werkzaam bij het Athletic Skills Model. Hij was initiatiefnemer van het onderzoek en heeft als zwemtrainer ruime ervaring in de zwemsport. Hij hoopt dat de resultaten zweminstructeurs activeert om tijdens en buiten de zwemlessen om (meer) aandacht te besteden aan algemene motorische vaardigheden. Naast de resultaten uit dit onderzoek blijkt namelijk uit meer wetenschappelijk onderzoek dat veelzijdig bewegen op jonge leeftijd een positief effect heeft op specifieke sportvaardigheden.
Verder pleit Hendriksen voor het invoeren van een motorische screening voordat kinderen starten met zwemles. “Nu geldt meestal een minimumleeftijd van 5 of 6 jaar. Maar een kind van 5 kan een betere motorische basis hebben dan een kind van 6. Nu we weten dat motorische vaardigheden en de duur van de zwemles met elkaar samenhangen, lijkt het me beter dat kinderen beginnen met zwemles als ze over bepaalde vaardigheden beschikken.”
Het onderzoek is uitgevoerd bij zwembad De Hoornse Vaart in Alkmaar. In totaal namen 29 kinderen van 4 tot 6 jaar deel aan het onderzoek. De kinderen zaten in de eerste fase van het in totaal vijf fasen durende zwemdiploma A-traject. Om het verband tussen zwemvaardigheid en motoriek te meten zijn een aantal metingen uitgevoerd.
De zwemvaardigheidsscore is door zweminstructeurs gemeten aan de hand van 9 zwemvaardigheden. De score van elke verschillende vaardigheid is bij elkaar opgeteld. Dat vormde de totale zwemvaardigheidsscore.
De motoriek is gemeten met de Athletic Skills Track (AST), een wetenschappelijk onderbouwde motorische test in de vorm van een beweegbaan met verschillende achtereenvolgende oefeningen. De kinderen kregen de instructie om de baan zo snel mogelijk uit te voeren. Hoe sneller de tijd, hoe beter de motoriek.
Lees ook: