Voorzichtig optimisme over financiële situatie sportclubs

Dick Zeegers van Stichting Waarborgfonds Sport blikt terug op nog een coronajaar voor sportverenigingen

"Financieel gezien zijn de clubs er niet slechter op geworden", luidt de toch wel verrassende conclusie van Dick Zeegers, directeur van de Stichting Waarborgfonds Sport. "Maar ik doe het met allerlei slagen om de arm", voegt hij er in één adem aan toe, waarmee hij doelt op de huidige situatie met velerlei maatregelen. Zijn conclusie is bovendien gebaseerd op de stukken van de verenigingen over het boekjaar 2020 en wat betreft dit jaar tot en met juni.

"De leden hebben netjes betaald", vervolgt hij zijn toelichting. "Je bespaart op de inkoop van de kantine. Je krijgt subsidies van de gemeente of van de bond. Allerlei partijen hebben water bij de wijn gedaan. Vandaar dat ik per saldo zeg: financieel gaat het niet slechter met de verenigingen…"

Dick Zeegers realiseert zich maar al te goed dat zijn uitspraken voorbarig kunnen klinken. "Ik weet natuurlijk ook niet hoe lang dit gaat duren. En hoe lang en in welke mate er wordt gecompenseerd. Het enige wat ik concludeer is dat de eerste golf of misschien ook wel de tweede golf, dus niet de situatie waarin we nu zitten, dat wij zien dat op financieel gebied de verenigingen er gewoon niet slechter van zijn geworden."

Leningen en noodkredieten

Gedurende dit jaar heeft de Stichting Waarborgfonds Sport ook geen lening ofwel een borgstelling aan clubs uitgekeerd. "Alle verenigingen hebben netjes aan hun leenverplichtingen kunnen voldoen. Dat is beter dan het jaar daarvoor. Als je kijkt naar onze totale portefeuille, dan constateren wij dat deze in financieel opzicht ietsje is verbeterd. Dat is best vreemd, als je je bedenkt dat het door corona eerder zou moeten verslechteren."

Het waarborgfonds voor sport opende wel een noodkrediet, waarvan uiteindelijk drie clubs gebruik hebben gemaakt. "Scheveningen is één van de drie clubs. De vereniging (overigens uitkomend in de Tweede Divisie) had te maken met veel horecaondernemers die niet aan hun sponsoring konden voldoen. Of wilden voldoen, dat weet ik niet." Nederland telt in totaal zo’n 10.000 sportverenigingen mét een eigen accommodatie en nog eens 15.000 clubs zonder. "Als je dan weet dat er slechts drie gebruik hebben gemaakt van zo’n noodkrediet, dan zegt dat natuurlijk wel wat."

"Het verdwijen van de binding van verenigingen met de achterban vind ik een veel groter gevaar dan het voorlopige optimisme over de financiën"

Dick Zeegers - Directeur Stichting Waarborgfonds Sport

Grote verschillen per sport

Nochtans zijn er ook verschillende ontwikkelingen, die reden tot zorg kunnen baren. "Per sport heb je al grote verschillen", aldus Dick Zeegers. "Golf en tennis zijn de meest bekende individuele sporten. En die hebben ledenwinst geboekt. Daar hebben ze ook veel minder hinder van de maatregelen. Al mag ik als lid van een tennisclub dan niet ’s avonds een partijtje spelen en gezellig nog wat nablijven in het clubhuis. Maar bij andere sporten, bijvoorbeeld de teamsporten maar ook binnensporten, zijn de klappen en de problemen groter. Turnen vind ik wel een aardig voorbeeld. Dat gebeurt binnen. In hoeverre is dat mogelijk? Ik heb het vermoeden dat turnclubs veel meer last hebben dan neem golf."

Ook voetbal, nog steeds de meest populaire sport, kampt met een vrij constante daling in ledenaantallen. "Wat ik daarbij opmerkelijk vind, is dat je al vijf jaar een daling van leden ziet. Wat ik in de laatste stukken opmerk, is dat er in alle jeugdcategorieën een daling is. Behalve bij de jeugd onder zeven. Waar komt dat nou door? Heeft dat te maken met corona en de maatregelen? Daar is tot op heden nog geen antwoord op te geven."

Binding met achterban anders

Waar hij nog wel op kan attenderen, is dat het hem opvalt dat de binding van een vereniging met haar achterban anders is. "Dus met haar leden, de sponsors en de vrijwilligers. En dat vind ik essentieel voor een vereniging. En omdat die binding minder is, zou dat op termijn veel meer financiële gevolgen kunnen hebben. Als een vrijwilliger altijd op de vereniging komt en daar dan een bepaalde binding heeft, maar door corona nauwelijks meer aanwezig kan zijn, dan kan dat inhouden dat hij afhaakt. En dat geldt uiteraard ook voor een sponsor, die normaal gesproken vijf keer per jaar wordt uitgenodigd voor een sponsorborrel. Die is er nu niet. Dat vind ik nogmaals een veel groter gevaar dan het voorlopige optimisme over de financiën."

Wat betreft de sponsoring, blijkt die daling van inkomsten voor de clubs al aan de gang. ‘Ja, er is ook al een daling in sponsoring’, beaamt hij tot slot. "We hebben het afgelopen jaar een daling gezien van negen procent. Ik vind dat zorgelijk, net als het afhaken van de leden en de vrijwilligers. Het verdwijnen van de binding. Het gaat immers om het totale pallet van hoe de binding is met een vereniging…"