Kabinet zet in op preventie, maar biedt nog geen lucht bij energiecrisis in de sport

NOC*NSF maakt zich zorgen over betaalbaarheid en bereikbaarheid van de sport

"Op basis van het Preventieakkoord blijft het kabinet sportbeoefening en een gezonde leefstijl stimuleren – voorkomen is nu eenmaal beter dan genezen", sprak de koning in de troonrede. Het woordje ‘blijft’ in deze zin is kenmerkend voor de kabinetsplannen, die vooral de ingezette lijn van het Preventieakkoord en Sportakkoord voortzetten. Die ambities zijn slechts vergezichten, zeker met het oog op de acute problemen waar de sportsector momenteel mee kampt. Door de torenhoge energieprijzen dreigen zwembaden en andere sportaccommodaties te moeten sluiten. Juist voor die korte termijn biedt het kabinet in de Miljoenennota vooralsnog geen oplossing.

Met een koopkrachtpakket van 17 miljard euro neemt het kabinet forse maatregelen om de gevolgen van de energiecrisis het hoofd te bieden. Vooral het energieplafond is daarbij een belangrijke ingreep, specifiek gericht op de energierekening van huishoudens. De koopkrachtmaatregelen zijn bedoeld om gezinnen met lage en middeninkomens te helpen bij de stijgende prijzen. Die steun in het huishoudboekje kan uiteindelijk ook zorgen dat sport geen onbetaalbare luxe hoeft te worden, hoewel de vrees van het Jeugdfonds Sport en Cultuur voor een toename van gezinnen die moeten bezuinigen op sport en cultuur reëel blijft.

Sport onbereikbaar en onbetaalbaar

NOC*NSF is ook niet geheel gerust op het betaalbaar blijven van de sport. De sportkoepel maakt zich namelijk grote zorgen over het deel waar in de Miljoenennota niet over wordt gerept: de explosief stijgende energieprijzen van sportaanbieders als zwembaden. "Het water staat veel exploitanten en verenigingen aan de lippen", zegt Marc van den Tweel, algemeen directeur NOC*NSF. "Als er geen noodfonds komt dreigt de sluiting van onder andere zwembaden, schaatsbanen en andere (binnen)sportaccommodaties. Of moeten zij hun prijzen drastisch verhogen. De sport wordt dan onbereikbaar en onbetaalbaar. De rekening zal hoe dan ook bij de individuele sporter en dus de Nederlandse huishoudens terechtkomen."

Roep om noodfonds

Een voorzichtig lichtpunt schuilt in de uitspraken van Micky Adriaansens, minister van Economische Zaken, gisteravond in Nieuwsuur. In een toelichting gaf zij aan dat het nog niet mogelijk was om met een uitgebreid plan voor ondernemers te komen, vergelijkbaar met het op Prinsjesdag gepresenteerde pakket gericht op huishoudens. De minister wil met hulp van energiebedrijven gericht ‘energie-intensieve’ mkb-bedrijven steunen. Ze benoemde daarbij al bakkers, tuincentra en sauna’s als voorbeelden van de regeling die in november rond moet zijn. Of zwembaden en ijsbanen daar ook gebruik van kunnen maken is nog onduidelijk. De roep op een noodfonds zwelt daarom aan.

PvdA-Kamerlid Mohamed Mohandis deed via en ingezonden brief in het AD al een dringende oproep voor zo’n sectorspecifieke steunmaatregel. Dat was niet voor het eerst. In juli riep een Kamermeerderheid via een motie van PvdA, CDA en GroenLinks al op om sportverenigingen te ondersteunen bij hun energierekening. "Tot nu toe blijft verantwoordelijk minister Helder stil, terwijl een kaalslag van onze sociale infrastructuur dreigt." Mohandis stelt dat de Tweede Kamer in actie moet komen om de aangenomen motie tot uitvoering te brengen. "Een sportbegroting die geen rekening houdt met toegankelijke sportlocaties is dit parlement onwaardig. Sportclubs die in de problemen komen zijn een teken aan de wand."

Inzet op Preventie- en Sportakkoord

Los van de problemen die nu spelen ziet het kabinet sport en bewegen duidelijk steeds meer als oplossing voor al langer lopende maatschappelijke uitdagingen als het verbeteren van de gezondheid, sociale samenhang en kansengelijkheid. Daarbij wordt vooral ingezet op preventie en het daar bijhorende akkoord. Ook het bestaande Nationaal Sportakkoord wordt doorgezet en moet vooral lokaal worden doorontwikkeld. Het Ministerie van VWS kondigt daarbij aan dat het naar één lokale regeling voor gemeenten werkt waarin meerdere programma’s worden gebundeld op het gebied van sport- en beweegstimulering, gezondheidsbevordering en het bevorderen van cultuurparticipatie.

Verder zet het kabinet in op nationale programma’s om de sportsector te versterken vanuit het idee dat "een sterke en professionele sport- en beweegsector is een belangrijke voorwaarde om doelgroepen die niet of te weinig sporten en bewegen te activeren en om sportuitval te voorkomen". Ook het thema veiligheid en integriteit in de sport krijgt in de kabinetsplannen aandacht via organisaties als het ISR, Centrum Veilige Sport en HALT. Daarnaast wil het kabinet werk maken van 'topsport die inspireert', door meer maatschappelijke waarde uit topsportevenementen te halen. Tot slot wordt de al eerder gestarte Beweegalliantie met Carl Verheijen als trekker nog benoemd als onderdeel van de brede aanpak om meer mensen in beweging te krijgen. Voor al het bovenstaande trekt het kabinet 120,9 miljoen euro uit in 2023.

Foto: via Rijksoverheid.nl