In de tweede aflevering van de rubriek ‘Op de Grote Plaat’ beschrijft Gerard Dielessen zijn ervaringen vanuit baseball tempel Fenway Park, de thuisbasis van de Boston Red Sox. Hij komt tot de conclusie dat politici en andere machthebbers in het huidige turbulente geopolitieke klimaat heel veel kunnen leren van de sport door een voorbeeld te nemen aan de regels en grenzen, die het spel eerlijk houden. Ook gaat hij kort in op de commentaren die hij kreeg naar aanleiding van zijn eerste ‘Op de Grote Plaat’ van een maand geleden, waarin hij zich afvroeg of de sport ‘rode lijnen’ moet trekken.
Op deze lome vrijdagavond eind juni kleurt de zakkende zon Fenway Park eerst geel, dan goud en vervolgens diep oranje. Eindelijk een keer in Fenway Park. Baseball tempel te Boston (Massachusetts). Home of The Red Sox. Wij zitten aan de rand van het buitenveld (outfield) en laven ons aan een sfeer die je als sportfan één keer in leven moet ervaren. Fenway Park is niet zomaar een stadion. De sportarena ademt geschiedenis en traditie vanuit al zijn poriën. Een ‘levend’ Amerikaans sportmonument. Hier realiseer ik mij nog eens dat sport veel meer is dan een spelletje tussen de lijnen. In Fenway Park zijn de regels en grenzen helder. Tegelijkertijd vraag ik mij af hoe we als samenleving het speelveld eerlijk houden. Ik mijmer verder: wat kunnen we leren van de manier waarop sport grenzen stelt? En waarom lukt het buiten het veld vaak zoveel minder vanzelfsprekend?
We zitten zo’n beetje recht tegenover de thuisplaat aan de rand van het buitenveld (outfield). Door de intieme bouw van het stadion hebben we goed zicht op het binnenveld (infield) waar de werper straks vanaf de heuvel de bal met een ontzagwekkende snelheid in een ‘curve’ over de plaat naar de slagman probeert te gooien. Voor een normale sterveling zo goed als niet te doen.
Rechts van ons ‘The Green Monster.’ Een hoge groene muur in het linksveld. Bijna elf meter hoog. En wereldberoemd. Het ‘groene monster’ maakt homeruns in het linksveld extra uitdagend. Ook het handmatig bediende scorebord op deze muur is legendarisch. Heerlijk om al meer dan een uur voordat The Red Sox het gaan opnemen tegen de Toronto Blue Jays op de tribune te zitten. We ademen sporthistorie in. Met volle teugen. Genieten van al die mensen die een avondje baseball vooral zien als ontspanning
Misschien zelfs wel als ‘ontsnapping’ aan de zorgen van deze tijd, die de grootste democratie van de wereld dezer dagen lijken te overspoelen. Even een paar uur geen Trump, Oekraïne, Gaza of ander geopolitiek ongerief. Life goes on at Fenway Park.
Dat geldt ook voor ons, eerlijk gezegd. Nu we een paar dagen in Boston zijn is het de hoogste tijd om Fenway Park én een wedstrijd van The Red Sox te bezoeken. Alhoewel ik als sportliefhebber niet echt een groot honkbalfan ben (het kan soms heel lang duren voordat er echt iets gebeurt op het veld), is het bezoeken van een honkbalwedstrijd in de MLB (Major League Baseball) altijd een feest. Hier ervaar je de maatschappelijke kracht van sport tot in al je vezels. Gezinnen, vrienden, fans van beide teams. Alles door elkaar. Het Amerikaanse volkslied wordt uit volle borst meegezongen. Hand op je hart. Biertje hier. Zak popcorn daar. Bijkletsen in de catacomben van het stadion. Een inning missen is geen probleem, zeker als je favoriete team al op achterstand staat. Oud-baseball spelers en officials worden voor de wedstrijd geëerd op een manier waar wij nog veel van kunnen leren. Respect ‘all over’ voor de historie. Zonder geschiedenis geen toekomst. Een belangrijke les.
Het iconische stadion opende in 1912 zijn deuren en is daarmee het oudste nog in gebruik zijnde honkbalstadion in de MLB. Een bedevaartplaats voor de ware sportliefhebber. Dé plek van onuitwisbare herinneringen, waar baseball legendes als Ted Williams, Carl Yastrzemski en David Ortiz de bal ooit ongenadig ver over de afrastering sloegen.
Het stadion met de ‘Red Seat’ te midden van al die groene stoeltjes. Ted Williams sloeg op 9 juni 1946 de verste homerun in de geschiedenis van de Red Sox in Fenway Park. Zijn bal landde in rij 47, stoel 21, sectie 42. Niet ver van waar wij nu zitten te genieten. Hij joeg de bal vanaf de thuisplaat 153 meter ver. Een afstand die sindsdien door niemand meer is geëvenaard. Een onwaarschijnlijke prestatie.
De klap van Williams leverde The Red Sox overigens uiteindelijk geen titel op. In totaal wonnen ze negen keer de World Series. De eerste keer in 1903 en de laatste titel is uit 2018. De periode tussen 1918 en 2004 staat in Boston bekend als ‘The World Series Drought.’ In 86 jaar geen enkele titel dus. Een trauma voor de stad Boston, waar ze daar niet graag aan herinnerd willen worden.
Deze avond verliezen The Red Sox kansloos van The Toronto Blue Jays. Zeven-nul. De weg naar de World Series is nog een lange. Maar ach, wat doet het ertoe. Wij waren immers in Fenway Park en waren even heerlijk weg van de wereld.
Terug uit de droomwereld van The Red Sox en Fenway Park blijkt op het geopolitieke toneel weinig vooruitgang geboekt in Oekraïne, Gaza en andere brandhaarden c.q. vaderlandse politiek. Wat op het sportveld zo vanzelfsprekend is (respect, grenzen en regels) blijkt buiten het stadion nog steeds verrassend ingewikkeld.
In eigen land probeert het sinds 3 juni demissionaire kabinet Schoof enigszins door te regeren, totdat ergens na de verkiezingen op 29 oktober een nieuwe regering is gevormd. Dat kan nog wel een jaar duren trouwens. Wellicht moeten de nieuwe bewindslieden straks met z’n allen eens naar Fenway Park om daar de brede maatschappelijke kracht van sport te internaliseren. Want de zittende duiventil van bewindslieden hebben zich nu niet echt bepaald vrienden van de sport getoond in het kleine jaar dat ze daar iets over te vertellen hadden. Nieuwe ronde, nieuwe kansen.
Ook als het gaat om het formuleren van een stevig politiek standpunt met betrekking tot het Israëlische beleid in Gaza blijft het kwakkelen. Zowel in Europa, maar ook in Nederland. Talloze maatschappelijke organisaties daarentegen roeren zich wel. Begrijpelijk en terecht. Zelfs de Koning van België vindt de situatie in Gaza ‘een schande voor de mensheid.’ ‘Ik sluit me aan bij iedereen die de ernstige humanitaire wantoestanden in Gaza aan de kaak stelt, waar onschuldige burgers, gevangen in hun enclave, van honger sterven en bezwijken onder de bommen’, sprak Koning Filip vorige week in een televisietoespraak.
In mijn vorige ‘Op de grote Plaat’ betoogde ik dat de sport in het algemeen voorzichtig moet zijn met het trekken van ‘rode lijnen’ omdat naar mijn stellige overtuiging de politiek als eerste aan zet is, als democratische vertegenwoordiging van onze samenleving. Zonder mijn opvatting opnieuw uitgebreid uit de doeken te doen, stel ik nogmaals dat we heel zorgvuldig moeten zijn in het beschermen van het individuele recht op sport. Tenzij er vals wordt gespeeld, door bijvoorbeeld doping te gebruiken, zoals op grote schaal gebeurde tijdens de Olympische Spelen in Sochi (2014). Naar later bleek, ook nog eens door de Russische overheid geïnitieerd. Dan wordt een grens in de sport overschreden die door de sport zelf gesanctioneerd moet worden. Zoals ook terecht is gebeurd door het Internationaal Olympisch Comité
Uiteraard heb ik niet de illusie dat de sport in algemene zin de grote wereldproblemen kan oplossen in bijvoorbeeld het Midden-Oosten of Oost-Europa. Toch heeft mijn bezoek aan de Boston Red Sox mij nog weer eens onomwonden geleerd dat de verbindende, maatschappelijke inspirerende kracht van sport onmetelijk is. De al eerder vermelde Ted Williams verwoordde het zo’n tachtig jaar geleden al als volgt:
“Baseball is the only field of endeavor where a man can succeed three times out of ten and be considered a good performer.” (Honkbal is de enige sport waar een atleet die drie van de tien keer raak slaat wordt gezien als een succesvolle atleet).
Deze uitspraak van één van de grootste Red Sox-iconen ooit, laat zien hoeveel doorzettingsvermogen je moet hebben om uiteindelijk als ‘redelijk’ te worden beoordeeld op het hoogste niveau. De bescheidenheid van Ted Williams vind ik een mooie leiderschapseigenschap. Heel wat politici en machthebbers zouden een voorbeeld kunnen nemen aan de sport en Williams in het bijzonder.
Sport laat ons immers zien dat duidelijke regels en grenzen niet alleen het spel eerlijk houden, maar ook verbinding en respect mogelijk maken. Laten we die lessen uit het bijvoorbeeld Fenway Park meenemen naar het publieke debat. Zodat we niet alleen het speelveld, maar ook onze samenleving eerlijk en menselijk houden.
Gerard Dielessen beschrijft voor Sport & Strategie Online maandelijks opvallende gebeurtenissen in de sport, met name op het gebied van media, leiderschap en internationale sportontwikkelingen. Dielessen stopte na de Olympische Spelen van Tokyo in 2021 als algemeen directeur van NOC*NSF en ging met pensioen. Daarvoor was hij onder andere algemeen directeur van de NOS.
Onder zijn motto ‘ik ben gestopt, maar nog lang niet klaar’ is hij nu onder andere voorzitter van de Raad van Toezicht van Omroep MAX, van de Stichting Alpe d’HuZes en van RTV Drenthe en adviseert hij verschillende organisaties en instellingen op het gebied van ‘Dapper Leiderschap.’ Als hartstochtelijk fietser rijdt hij op moment dit samen met een vriend ‘zijn eigen Giro d ‘Italia’ langs de grenzen van het Zuid-Europese land.