De kracht van samen kijken

Live sport als laatste kampioen van de collectieve beleving

© Victor Velter / Shutterstock.com

In deze aflevering van Op de Grote Plaat neemt Gerard Dielessen je mee in de wereld van de live sportverslaggeving op televisie. Heeft live sport op tv zijn langste tijd gehad nu sport op elk moment van de dag via smartphone, social media en streamingplatforms te volgen is? Over die vraag sprak Dielessen met zijn oud-collega Jan de Jong, met wie hij jarenlang in de directie van de NOS zat — in de tijd dat de publieke omroep nog over de meeste uitzendrechten beschikte. Dat is inmiddels allang niet meer zo.

Nu de sportzomer van 2025 erop zit, stelde ik mijzelf de vraag: welke sportfinale is mij het meest bijgebleven? Daar hoefde ik niet lang over na te denken. Urenlang zat ik ademloos voor de televisie, kijkend naar de historische Roland Garros-finale tussen Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Een epische vijfsetter. De langste finale ooit op het Parijse gravel, met een zinderende ontknoping en sensationele wendingen. Naarmate de wedstrijd vorderde, maakte het mij niet meer uit wie zou winnen. Terwijl ik toch meestal wel een favoriet heb. Het niveau van deze nieuwe generatie toptennissers was zó indrukwekkend dat een voorkeur gaandeweg onmogelijk werd. ‘Carlitos’ trok uiteindelijk aan het langste eind, na een heroïsche comeback en drie matchpoints te hebben overleefd. Hij werd de eerste speler ooit die een Grand Slam-finale won via een supertiebreak in de beslissende set.

Niet alleen sportjournalisten, maar ook oud-kampioenen spraken hun lof uit over het mentale en fysieke gehalte van deze wedstrijd. De finale brak kijkcijferrecords: ruim 9,5 miljoen Fransen zagen het matchpoint, in Italië zat 46% van alle tv-kijkers voor de buis. Ook in Nederland stemden honderdduizenden af op Eurosport. Leerzaam in tijden van streaming en social media: wie zit er nog vijf uur voor de televisie? Blijkbaar nog altijd heel veel sportliefhebbers. Live sport als laatste kampioen van de collectieve beleving. Het blijft uniek.

De veranderende mediaconsumptie

Natuurlijk is door de digitalisering in de afgelopen decennia veel veranderd. Media worden allang niet meer geconsumeerd zoals pakweg dertig jaar geleden. De smartphone is vandaag de dag belangrijker dan de oude, vertrouwde televisie of radio. Een miljoenenpubliek op tv is nog slechts weggelegd voor grote sportmomenten, zoals bij het Nederlands voetbalelftal bijvoorbeeld. Zeker als ze ver komen op een eindtoernooi. Acht à negen miljoen kijkers zijn dan geen uitzondering.

De tijd dat schaatsliefhebbers met een krantenpagina de rondetijden van hun favorieten bijhielden, ligt ver achter ons. Tegenwoordig kun je overal ter wereld, op elk moment van de dag, sport live volgen. Soms valt het niet mee om je favoriete sport te ‘vinden.’ Want de NOS is als publieke omroep, allang niet meer de exclusieve houder van uitzendrechten: commerciële mediabedrijven hebben zich stevig genesteld op dit interessante speelveld. Voor de consument is het vaak puzzelen en zoeken. Heb ik wel het juiste zenderpakket?

Gesprek met Jan de Jong

Speciaal voor deze column sprak ik met mijn oud-collega Jan de Jong. Samen waren we aan het begin deze eeuw in de directie van de NOS verantwoordelijk voor de sport. Jan speelde destijds een sleutelrol bij het binnenhalen van belangrijke uitzendrechten. Sinds 2020 is hij directeur van de Eredivisie.

Volgens De Jong is het ‘ondenkbaar’ dat live sportverslaggeving in de toekomst zal verdwijnen: "De kijkcijfers van de live Eredivisiewedstrijden nemen zelfs toe", zegt hij enthousiast. "Mensen willen ergens bij horen, de emotie van sport live meemaken. Zowel de blijdschap als de ergernis. Sport fungeert als verbindende factor in een gepolariseerd land en vervult een onderschatte rol als bron van vertier en ontspanning."

De Tour de France als wereldfenomeen

Op mijn vraag naar zijn favoriete live-evenement van de afgelopen zomer, hoeft Jan niet lang na te denken: de Tour de France. “Ik heb daar dit jaar weer enorm van genoten,” zegt hij. De Tour weet nog altijd een verbazingwekkend wereldwijd publiek te boeien. Niet alleen via traditionele televisie, maar ook via digitale kanalen, livestreams en sociale media. Met naar schatting 3,5 miljard kijkers en een sterk groeiende online interactie.

"Sport wordt steeds meer gezien als amusement, waardoor de kritische, journalistieke rol is afgezwakt"

Jan de Jong

Tijdens ons gesprek constateren we dat het verschil in aanpak tussen commerciële mediabedrijven en de publieke omroep inmiddels vrijwel verdwenen is. "Vroeger was er een duidelijk kwaliteitsverschil in sportregistraties, maar dat is er niet meer", stelt De Jong. "Ze gebruiken dezelfde mensen, techniek en middelen. De formats lijken sterk op elkaar. Analisten en prominente sportpersoonlijkheden zijn niet langer meer exclusief voor de NOS. Grote namen zijn overal te zien. Ook bij de streamingdiensten of commerciële zenders, waardoor de publieke omroep moeite heeft om zich te onderscheiden." Daarnaast is de puur journalistieke benadering van sportverslaggeving volgens hem grotendeels verdwenen. "Sport wordt steeds meer gezien als amusement, waardoor de kritische, journalistieke rol is afgezwakt."

Wat mij betreft een zorgelijke ontwikkeling vanuit de belangrijke maatschappelijke opdracht van de publieke omroep, voeg ik daaraan toe.

De rol van de publieke omroep

Jan benadrukt dat grote sportevenementen als EK’s, WK’s en Olympische Spelen door de publieke omroep moeten worden uitgezonden, zodat ze toegankelijk blijven voor iedereen. Commerciële partijen kunnen zulke evenementen vanwege de hoge kosten vaak niet dragen. Zo bleek vorige week dat de NOS geen sub licenties van de minder interessante wedstrijden van het WK Voetbal, volgende jaar in de VS, Mexico en Canada, wist te verkopen aan commerciële mediaorganisaties. Geen interesse.

"Sport is naast een bron van nieuwsfeiten, ook belangrijk voor verbinding en ontspanning", zegt hij. "Daarin heeft de publieke omroep een maatschappelijke taak. Sportevenementen trekken bovendien ontzettend veel mensen naar de publieke omroep die daar anders niet terecht zouden komen. In die zin fungeert sport bijna als een nutsvoorziening, en dat rechtvaardigt publieke financiering."

Sport en politiek

We spreken ook over de rol van de politiek. De Jong maakt zich zorgen over de druk op atleten om politieke standpunten in te nemen of boycots te steunen. "Ik pleit voor voorzichtigheid", zegt hij. "Atleten willen in de eerste plaats gewoon sporten. En dat begrijp ik heel goed." Ik ben het met hem eens. In mijn eerste aflevering van Op de Grote Plaat, schreef ik daar al over.

Hij vindt bovendien dat de politiek sport te weinig benut als maatschappelijk instrument. "De politiek ziet de kracht van sport onvoldoende. Sport verbindt en werkt juist depolariserend, en kan een belangrijke rol spelen bij maatschappelijke initiatieven. Van het stimuleren van beweging tot gezonder eten en het bestrijden van eenzaamheid onder jongeren. Maak en benoem sport als onderdeel van de oplossing. Het is zelden het probleem."

Aan het einde van ons gesprek mijmeren we nog even over de onderschatte kracht van sport. We concluderen dat sport veel te weinig wordt gebruikt als instrument om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken.

Een mooie slotopmerking van Jan de Jong:

"Politici zijn vaak wel aanwezig bij de successen, maar niet bij de weg daar naartoe. Laat staan dat ze die faciliteren."

Een treffende constatering, die benadrukt hoe sport niet alleen een spiegel van de samenleving is, maar ook een krachtig middel om haar te versterken.

Over de auteur

Gerard Dielessen beschrijft maandelijks voor Sport & Strategie Online opvallende ontwikkelingen in de sport. Vooral op het gebied van media, leiderschap en internationale sporttrends. Na de Olympische Spelen van Tokio (2021) stopte hij als algemeen directeur van NOC*NSF. Daarvoor was hij onder meer algemeen directeur van de NOS. Tegenwoordig is hij voorzitter van verschillende raden van toezicht (Omroep MAX, Stichting Alpe d’HuZes, RTV Drenthe) en adviseur van diverse organisaties. Als fanatiek fietser werkt hij samen met een vriend aan een meerjarige eigen Giro d’Italia, waarover begin volgend jaar een boek verschijnt.