Een nieuwe profvoetbalclub oprichten: kan dat zomaar?

© Oleksandr Osipov / Shutterstock.com

Een profvoetbalclub geheel gericht op vrouwenvoetbal, onder de naam Hera United kreeg dit plan afgelopen week al veel aandacht. Maar hoe werkt dat als een nieuwe profclub in het Betaald voetbal wil komen? Martin Bax, sportrecht expert bij Vissers Legal, onderzoekt de juridische mogelijkheden binnen de huidige KNVB-reglementen.

Het gebeurt niet vaak dat er nieuwe professionele voetbalclubs toetreden tot het Nederlandse betaald voetbal. De laatste keer was in 2013 toen Achilles ’29 op verzoek van de KNVB promoveerde naar de eerste divisie. Dit was echter geen succes en sindsdien zijn nieuwe pogingen uitgebleven. Toch zijn er ambitieuze plannen: zo wil amateurclub RBC uit Roosendaal, na het faillissement in 2011, terug naar het betaald voetbal, heeft ASV De Dijk uit Amsterdam plannen gehad om in de eerste divisie te gaan spelen en leven er ook in Haarlem ambities voor een revival van de plaatselijke FC. Afgelopen week werd bekend dat er in het vrouwenvoetbal plannen zijn om zelfs een geheel nieuwe profclub alleen voor vrouwenvoetbal op te richten: Hera United. De recente geluiden rondom nieuwe profclubs doen de vraag rijzen welke mogelijkheden de huidige reglementen van de KNVB bieden voor het oprichten van een nieuwe club. Daarom neemt sportrecht expert Martin Bax in deze bijdrage deze ontwikkelingen onder de loep.

Sectie betaald voetbal

Om deel te nemen aan een betaaldvoetbalcompetitie moet een voetbalclub zijn toegelaten tot de sectie betaald voetbal van de KNVB. Eén van de toelatingsvereisten is dat de club over een licentie betaald voetbal beschikt, welke kan worden verkregen op basis van het Licentiereglement. Normaal gesproken kan een club enkel toetreden tot het betaald voetbal door te promoveren uit de hoogste klasse van het amateur voetbal (momenteel de Tweede Divisie), de zogeheten promotie op sportieve gronden. In de praktijk heeft de Bondsvergadering van de KNVB de promotie/degradatieregeling uitgesloten omdat er vanuit het amateurvoetbal te weinig animo bestaat voor het toetreden tot het profvoetbal. Dit is met name ingegeven door de hoge standaarden waar profclubs aan moeten voldoen, zowel financieel als qua infrastructuur. Dit betekent dat er in feite geen clubs promoveren vanuit het amateurvoetbal of degraderen vanuit het profvoetbal. De laatste keer dat degradatie op sportieve gronden werd toegepast was de degradatie van Achilles ’29 in het seizoen 2016/17. Ook in het vrouwenvoetbal is promotie naar het betaald voetbal op dit moment uitgesloten.

Lees ook deze opinie van Roxanna van Erp:

Licentievereisten

Voor zover de promotie/degradatieregeling wel wordt toegepast kan een club een verzoek tot toelating indienen bij de sectie betaald voetbal van de KNVB indien is voldaan aan de sportieve voorwaarden. Vervolgens zal de licentiecommissie van de KNVB toetsen of aan alle licentievereisten is voldaan. Deze vereisten zien op de sportieve, organisatorische, juridische, infrastructurele en financiële kaders waar een betaalvoetbalorganisatie aan moet voldoen. Zo moeten zij bijvoorbeeld een minimumaantal spelers onder contract hebben staan, een bepaald aantal jeugdteams hebben, vrouwenvoetbal stimuleren, en een stadion hebben met voorzieningen voor onder andere de pers en dopingofficials.

De huidige KNVB-reglementen bieden daarnaast geen grondslag om toegelaten te worden tot de sectie betaald voetbal buiten de promotie op sportieve gronden. Nieuw opgerichte clubs die voldoen aan alle licentievereisten moeten dus alsnog eerst uitkomen in de hogere amateurklassen.

"Hera United heeft ambitieuze plannen en zal op basis van het Europese mededingingsrecht niet zomaar de toegang tot de vrouwencompetitie geweigerd kunnen worden"

Martin Bax - Sportrecht expert

In wezen is het dus niet mogelijk voor nieuwe clubs zoals Hera United om toe te treden tot het betaald voetbal. De KNVB heeft inmiddels aangegeven wel open te staan voor het initiatief en te willen kijken of ze de reglementen kan veranderen. Echter zullen nieuwe voetbalclubs ook dan eerst in het amateurvoetbal moeten beginnen en vanuit daar naar een profcompetitie promoveren. Clubs als De Graafschap en NAC Breda, die hebben aangekondigd volgend seizoen mee te willen doen in de eerste divisie voor vrouwen, hoeven niet te promoveren. Zij zijn immers als club al lid van de sectie betaald voetbal en als zij voldoen aan de licentievereisten kunnen zij dus meedoen in de eerste divisie.

Europees recht

Voetbalclubs kunnen op dit moment dus onmogelijk instromen in het profvoetbal. Het is maar de vraag of dit door de beugel van het Europese recht kan. Al in 2006 oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie dat het Europese mededingingsrecht ook van toepassing is op sportreglementen naar aanleiding van een zaak die twee professionele zwemmers hadden aangespannen tegen de internationale zwembond.

Als nationale voetbalbond heeft de KNVB een monopolistische positie op de Nederlandse markt voor betaald voetbal. Zij moet zorgvuldig omgaan met die positie. Nu de KNVB door haar besluiten en reglementen nieuwe profclubs effectief de toegang tot de markt van betaaldvoetbalclubs ontzegt, misbruikt de KNVB mogelijk haar dominante marktpositie. Dit is verboden op basis van het EU-recht. Dan is natuurlijk nog wel de vraag of dat EU-recht überhaupt van toepassing is op de reglementen van de KNVB. Het lijkt immers te gaan om een puur binnenlandse kwestie en dan is het Europees recht niet van toepassing. De rechtbank bevestigde dit in de zaak van Cambuur en de Graafschap tegen de KNVB over het besluit geen promotie en degradatie toe te passen in het door corona afgebroken voetbalseizoen.

Ik betwijfel of dat oordeel juist is. Alleen door promotie of toetreding tot het profvoetbal kunnen voetbalclubs uiteindelijk ook internationale wedstrijden gaan spelen in bijvoorbeeld de Champions League. Bovendien zijn clubs ook commercieel interessanter voor buitenlandse partijen als zij in de hoogste divisie spelen.

Promotie feitelijk onmogelijk

Uit de zaak over de promotie in coronatijd oordeelde de rechtbank bovendien dat het eenmalig niet toestaan van promotie niet in strijd was met het mededingingsrecht. Als de KNVB de promotie van het amateurvoetbal naar het profvoetbal langer onmogelijk maakt zal er op den duur wel een moment komen dat het besluit niet meer aan de mededingingsregels voldoet. Naast het besluit om promotie toe te staan, moet de KNVB transparante, objectieve, niet-discriminerende en proportionele regels hebben die het mogelijk maken dat potentiële profclubs toe kunnen treden tot de markt. Dat volgt uit de Super League zaak, waarin het Hof van Justitie oordeelde dat de regels van de UEFA die de komst van de Super League belemmerden hier niet aan voldeden. Die reglementen vinden we nu in de licentievoorwaarden van de KNVB. Amateurclubs klagen echter dat deze regels het hen feitelijk onmogelijk maken om te promoveren, door de hoge eisen die in de licentievoorwaarden zijn neergelegd. Het is dus de vraag of die regels ook echt proportioneel zijn.

Slotsom

Het is zeer wel mogelijk dat we binnen een aantal jaar een nieuwe vrouwenvoetbalclub in de Nederlandse eredivisie zien. Hera United heeft ambitieuze plannen en zal op basis van het Europese mededingingsrecht niet zomaar de toegang tot de vrouwencompetitie geweigerd kunnen worden. Het is namelijk maar zeer de vraag of de huidige KNVB-reglementen aan het mededingingsrecht voldoen. Om een nieuwe profvoetbalclub toe te laten zal de KNVB haar reglementen moeten wijzigen. Als dat lukt en Hera United toetreedt tot het betaalde voetbal is dat, in navolging van clubs als Turbine Potsdam in Duitsland en Angel City in de VS, de eerste Nederlandse profclub zijn die volledig gericht is op vrouwenvoetbal.

Over de auteur

Martin Bax is juridisch adviseur bij Vissers Legal en specialiseert zich in onder meer het sportrecht. Vissers Legal is in Nederland hét kantoor op het gebied van het Sport- en Ondernemingsrecht. Ze werken dagelijks met veel liefde voor atleten, sportbedrijven, verenigingen en overheidsinstanties, met één gezamenlijke passie: sport.

Dit is de zevende aflevering van een maandelijkse rubriek rond sport & recht door de specialisten van Vissers Legal. Lees ook deze eerdere bijdragen: