'Sociale veiligheid bij veel verenigingen niet op orde'

Onderzoek Mulier Instituut: sportverenigingen doen nog te weinig om seksueel overschrijdend gedrag te voorkomen

Excuses van NOC*NSF, een tegemoetkoming van 5000 euro voor slachtoffers van de misstanden in de turnsport en een nieuw breed onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in de sport. Dat is kort samengevat de opbrengst van het Adviesrapport Integriteit en Ethiek en een debat in de Tweede Kamer. Die maatregelen zijn, niet onterecht, vooral gericht op de topsport en bedoeld om het ernstige leed van oud-turnsters te verzachten. Maar juist in de breedtesport valt ook nog veel te winnen. Uit onderzoek van Mulier Instituut blijkt dat veel verenigingen de maatregelen om seksueel grensoverschrijdend gerdrag te voorkomen niet op orde hebben.

In het debat over de misstanden in de turnsport deed demissionair staatsecretaris Paul Blokhuis de toezegging een breed onderzoek op te starten naar de sportcultuur bij 77 sportbonden. Dit onderzoek, wat Blokhuis volgend jaar opgeleverd wil zien, moet nog precies worden ingericht. Gezien het groot aantal bonden dat aan dit onderzoek wordt onderworpen, verwacht de staatsecretaris niet dat even diepgaand zal zijn als het Verinorm-onderzoek in de turnsport. Daarbij rijst de vraag hoe diep in de sportcultuur wordt gedoken om misstanden aan te wijzen. De focus op topsport is logisch, maar op verenigingsniveau moet zeker ook goed gekeken worden naar de voedingsbodem voor ongewenst gedrag.

Minimale sociale veiligheid

Na het rapport van de Commissie De Vries uit 2017 bleek al in de afgelopen twintig jaar één op de acht volwassenen als kind in de sport ten minste één ervaring met seksueel overschrijdend gedrag meegemaakt hadden. In navolging van de aanbevelingen uit dat rapport is onderzoeker Vidar Stevens van het Mulier Instituut gaan kijken wat verenigingen nu vier jaar later doen om seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Na zijn peiling onder 416 sportvereniging moet hij concluderen dat de veiligheidsbasis bij veel vereniging niet op orde is. Het gaat bij die minimale vereisten om het opstellen van een gedragscode, de verplichting van een VOG door trainers en bestuursleden en het instellen van een vertrouwenspersoon. De gemeente Amsterdam stelt deze harde eisen voor een veilig sportklimaat al aan de sportaabieders waar het mee samenwerkt.

Lichte verbetering

Uit het onderzoek komt naar voren dat een groot deel van de sportverenigingen nog niet in staat is om seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan. Vooral kleine sportclubs en verenigingen zonder eigen accommodatie lopen achter met het nemen van maatregelen. Ten opzichte van 2019 ziet Stevens ook een verbetering. Zo hadden twee jaar terug slechts 38% van de verenigingen een vertrouwenspersoon en nu 53% van de verenigingen. Bij de aanwezigheid van gedragsregels (36%) en een verplichte VOG (41%) was een lichte stijging te zien.

In de beleidsplannen heeft slechts 25% van de vereniging het thema seksueel grensoverschrijdend gedrag opgenomen. Bij deze 'koploperverenigingen' wordt actief met ouders gecommuniceerd over de aanpak rond een veilig sportklimaat. Voorlichting van trainers en begeleiders over het herkennen en voorkomen van ongewenst gedrag is bij weinig van de koploperverenigingen een onderdeel van die aanpak.

Het meest opvallende aan het onderzoek is dat een groot aantal verenigingen aangeven geen hulp nodig te hebben om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Slechts 5% wil hulp, 16% twijfelt nog en 79% is zelfs helemaal niet geïnteresseerd in hulp van buitenaf.

'Lange weg voor zorgeloze sportervaring'

Die bevindingen bevestigen de noodzaak van betere voorlichting voor meer bewustzijn op dit thema. In zijn slotbeschouwing benoemt Stevens al een aantal gerichte stappen om de minimale veiligheid bij verenigingen te verbeteren. Gemeenten zouden bijvoorbeeld een rol kunnen spelen door voor kleine verenigingen een vertrouwenspersoon aan te wijzen. Daarnaast kunnen verenigingen al gebruikmaken van het High 5! Stappenplan van het Centrum voor Veilige Sport. "Sportverenigingen staan er dus niet alleen voor. Toch is er nog een lange weg te gaan om een zorgeloze sportervaring voor iedereen op een club te garanderen", zo besluit de onderzoeker.

Het volledige onderzoek en de facsheet zijn te vinden bij Mulier Instituut.

Lees ook deze artikelen over dit thema: