"We hebben sport en wetenschap letterlijk bij elkaar gebracht in Thialf"

Inge Stoter (Innovatielab Thialf) over innovatie en onderzoek waar schaatsers en shorttrackers in Beijing van profiteren

Vrijdag beginnen de Olympische Winterspelen van Beijing 2022, met voor schaatsland Nederland weer veel medaillekansen. De basis voor de prestaties van de schaatsers en shorttrackers van TeamNL wordt in Thialf Heerenveen gelegd. Niet op de laatste plaats omdat daar veel trainingen worden afgewerkt, maar ook door het heersende prestatieklimaat aldaar. De toevoeging van innovatie en wetenschap door Innovatielab Thialf, draagt daar volgens Inge Stoter zonder meer aan bij. De manager van het Innovatielab neemt ons mee langs de innovaties en onderzoeken die in Beijing het verschil kunnen maken: van een hoogtekamer tot aerodynamische schaatspakken.

Innovatielab Thialf is midden in de vernieuwbouw van het ijsstadion in 2017 als aparte stichting gestart. "Thialf claimde het schaatshart van de wereld te zijn en wilde dat ook blijven, dan moet je innoveren", legt Stoter de gedachte achter het lab uit. Met behulp van Thialf, Topsport Noord en Sportstad Heerenveen werd de financiering bij elkaar gevonden om Stoter die opdracht te geven. Zij ziet dat het lab in vijf jaar tijd flink is gegroeid. "Wat we hebben gedaan is dat we letterlijk de wetenschap en het bedrijfsleven naar de sport hebben gehaald. Waar voorheen echt al op eilandjes werd samengewerkt met bedrijven en wetenschap om te innoveren hebben we dat met Innovatielab Thialf samengebracht naar een open netwerk."

Van die kennis profiteren zowel breedte- als topsporters. Als het om medailles gaat, zal Stoter de laatste zijn om dat succes met Innovatielab Thialf te claimen. In een technische sport als schaatsen ligt de basis nog altijd in de training, verzekert de gepromoveerde bewegingswetenschapper. De innovaties en onderzoeken rond training hebben volgens Stoter ook de grootste impact op de prestaties in Beijing. "Als je niet goed getraind bent en niet fysiek fit bent, ga je niet goed presteren."

Sprintjes in de hoogtekamer

Een goed voorbeeld van een project op dat vlak is de hoogtekamer die in Thialf is gerealiseerd. Uit wetenschappelijke studies bleek dat het doen van sprintjes in een hoogtekamer voor prestatieverbetering zou kunnen zorgen. "Dat wilden de shorttrackers uitproberen. Samen met Topsport NOORD hebben wij gekeken of we die kamer konden bouwen en vervolgens heeft de Nationale Trainingsselectie Shorttrack (NTS) daar zelf een programma op geschreven en zelf getest of dat werkt met een embedded scientist." In die kamer van twintig vierkante meter kan met een aircosysteem het zuurstofgehalte van een hoogtestage worden nagebootst. De shorttrackers konden zo een nieuwe trainingsvariant uitproberen met hele korte sprintjes op een ergometer. De nieuwe inzichten die daaruit zijn gekomen heeft bondscoach Jeroen Otter verwerkt in zijn trainingsschema’s.

Inge Stoter in de hoogtekamer van Thialf waar een ergometer en VO2max apparatuur aanwezig is. Foto: Jan Kees Steenman.

Coachdashboard

Een ander groot project rond training en coaching is het Coach in Control-project, wat coaches een dashboard (in Sport Data Valley) en scholing (via Fontys en Hanzehogeschool Groningen) geeft om trainingsbelasting te meten en trainingen op de individuele belasting van atleten aan te passen. Bij dat project werd ook samengewerkt met topcoaches van het NTS, KNSB Talent Team Noord en de Thialf Academy. Die laatste opleidingsploeg onder leiding van oud-schaatser Simon Kuipers begeleidt internationale atleten, veelal topskeeleraars, van hun eerste slagen op het ijs tot internationale competitie. "We hebben in de Thialf Academy ook een Belgisch meisje twee jaar gevolgd en via het Coach in control dashboard wetenschappelijk kunnen ondersteunen. Zij heeft zich nu geplaatst voor de Spelen. Dat is echt een succes als je het hebt over de effecten richting de Spelen."

Dat andere landen van de kennis uit Heerenveen profiteren, ziet Stoter allerminst als een probleem. "Ik denk dat je als schaatshart van de wereld er voor alle atleten moet zijn. Kennis over trainingsmonitoring en het goed opleiden van coaches en hun atleten zijn we bijna verplicht om breder te delen."

Windtunneltest op de ijsbaan

Stoter wijst ook op dat in Thialf genoeg projecten met de KNSB lopen die exclusief voor de Nederlandse rijders zijn. Het Ring of Fire-project is in dat opzicht een uniek innovatietraject waar de Nederlandse schaatsers mogelijk voordeel uit kunnen halen. Het gaat hierbij om een cruciaal onderdeel van de sport: aerodynamica. Onderzoekers van de TU Delft ontwikkelden in samenwerking met TeamNL een alternatief voor de windtunneltest, waarmee schaatsers voor het eerst in hun natuurlijke dynamische houding op het ijs getest konden worden. Daar zijn drie jaar onderzoek en hele precieze metingen aan vooraf gegaan.

"We zetten een innovatieklimaat neer waardoor langdurig onderzoek gedaan kan worden. Daardoor werken we niet van Spelen naar Spelen"

Inge Stoter - Manager Innovatielab Thialf

De crux van de Ring of Fire zit in hele kleine belletjes helium met een zeeplaagje eromheen, legt Stoter uit. "Die combinatie maakt ze bijna gewichtloos. Die hebben ze laten blazen over de breedte van de ijsbaan. Als een schaatser hier doorheen schaatst, verplaatsen de heliumbelletjes. De wetenschappers kunnen de beweging van de heliumbelletjes meten en daarmee ook de luchtweerstand die de schaatser had toen hij door de Ring of Fire ging." Dat wordt gemeten door de belletjes met een groene laser te verlichten en dat met een hoogwaardige camera te volgen. Daardoor wordt het mogelijk buiten de windtunnel de windverplaatsing en weerstand tijdens het schaatsen exact te meten. "Dat is uniek in de wereld en levert weer nieuwe kennis op", zegt Stoter enthousiast.

Beste schaatspak van de wereld

Deze kennisontwikkeling rond schaatsaerodynamica werd ook gebruikt in het terugkerende prestigieuze project van het schaatspak van TeamNL. Iedere vier jaar zoeken de KNSB, TU Delft en kledingfabrikant Sportconfex naar nieuwe verbeteringen voor het beste schaatspak van de wereld. "Door de samenwerking met TU Delft is er ook veel kennis uit het wielrennen meegenomen", zegt Stoter. "Zo hebben ze vooral naar het onderbeen en de voet gekeken." Het nieuwe blauw-oranje schaatspak heeft in het onderbeen twee lagen stof van verschillende materialen om de weerstand op hoge snelheden te verminderen. In Beijing zullen alle Nederlandse langebaanschaatsers met deze innovatieve pakken rijden. Voor de shorttrackers is er naast aerodynamica ook veel gelet op veiligheid. De shorttrackers dragen nu geheel snijvaste onderpakken, waar ze een rubberen wedstrijdtenue overheen aantrekken.

Waar het onderzoek naar schaatspakken gedaan wordt voor heel TeamNL is de Ring of Fire ook los aangeboden aan de verschillende topteams in Nederland. "We hebben ook elk topteam apart een blok van drie uur gegeven waarmee ze hun eigen vragen konden laten beantwoorden waar anderen niks van weten. Daarin hebben we elk team geprikkeld om na te denken: wat wil je uit die meting halen?" Die vragen blijven overigens nog geheim tot zeker na de Spelen.

Niet van Spelen naar Spelen

Terwijl de meeste embedded scientists van Innovatielab Thialf momenteel ook naar China zijn afgereisd, werkt Stoter in Heerenveen al verder aan volgende projecten. Zo wordt in het lab met EMG-analyse naar de spiergroepen in het schaatsen gekeken voor sport specifieke krachttraining en wordt een project over het perfectioneren van de bocht gestart. "We zetten een innovatieklimaat neer waardoor langdurig onderzoek gedaan kan worden en langdurig gewerkt kan worden aan innovaties. Daardoor werken we niet van Spelen naar Spelen, je moet gewoon door. Als de embedded scientists straks terug zijn is het plannetje klaar en kunnen we weer mooi aansluiten. We staan zo nooit stil."

Meer weten over de innovaties rond wintersporten? Ga naar Sportinnovator.nl

Foto boven artikel: schaatsers tijdens de Ring of Fire testen. Foto: Catch your moment / TU Delft