Team Jumbo-Visma gebruikt Vuelta als testlab voor Tour

Embedded scientist Gerard Rietjens spreekt tijdens Sport Innovatie Congres op 7 oktober over innovatie bij de wielerploeg

Bij wielerploeg Team Jumbo-Visma is innovatie en onderzoek een belangrijk onderdeel van de filosofie geworden. De ploeg toont daarmee in zekere zin de Nederlandse mentaliteit: wie klein is moet slim zijn. Qua budget is de wielerploeg zeker niet de grootste in het peloton, maar op het gebied van innovatie doet de ploeg voorin mee. Dat blijkt ook tijdens de Vuelta die nu in volle gang is. Embedded scientist Gerard Rietjens, die ook spreker is tijdens het Sport Innovatie Congres op 7 oktober, is de eerste week met de ploeg mee om de Ronde van Spanje te gebruiken als testlab voor de Tour de France van volgend jaar.

Innovatie gaat over het opzoeken van details om het verschil te maken. Wie voorop wil lopen, maakt de concurrentie liever niet al te wijs over nieuwe ontdekkingen. Gerard Rietjens lacht daarom ook wat geheimzinnig aan de telefoon als hem wordt gevraagd wat hem naar de Vuelta bracht. "Een van de redenen is dat we dingen aan het testen zijn voor de grote rondes voor komend jaar. We zijn vooral druk met de persoonlijke voeding van renners", legt hij uit.

In een item van de NOS was in de Tour de France al te zien hoe renners als Steven Kruijswijk en Tony Martin vanaf een app aflazen hoeveel pasta en groente ze konden opscheppen aan het buffet. "In samenwerking met de Universiteit Maastricht kijken we of dat nog verder kunnen optimaliseren. We hebben daar ideeën bij en dat gaan we nu drie weken lang data van verzamelen en dagelijks metingen voor verrichten."

Wetenschap in de praktijk

Hoewel hij daar nu niet veel meer over kan zeggen, geeft dit gelijk aan wat zijn rol is binnen de ploeg. "Naast het doen van inspanningstesten in het lab en het veld is het vooral mijn taak om wetenschap te vertalen naar de praktijk van de ploeg. Verder denk ik ook mee over nieuwe oplossingen voor de ploeg. Het is mijn taak om die toepasbaar te maken en kritisch te bekijken of die innovaties waarde hebben voor ons."

Het zo goed mogelijk laten presteren van de renners staat daarbij voorop, zegt Rietjens. "Maar het welzijn van de renner houden we ook in het achterhoofd. Dat is een andere opdracht die daar aan vast zit. We gaan niet iets doen waardoor renners misschien beter worden, maar wat op de lange termijn allerlei consequenties kan hebben voor de gezondheid van de renner." In het wielrennen is de laatste jaren meer aandacht voor dat aspect gekomen. Toch vindt Rietjens niet dat zijn rol is veranderd. "Het is voor mij nooit een discussiepunt geweest: de atleet, daar gaat het om."

Elke training een test

Een echte grote verandering heeft de embedded scientist gezien in de intrede van de vermogensmeter. "Dat is een enorme vooruitgang geweest in het wielrennen. We kunnen nu elke training zien wat er gebeurd. Elke training is nu in feite een test. Het gebruik van die meters is steeds slimmer en beter geworden. Het enige wat de renner moet doen is die meter aan en uitzetten. De rest gaat vanzelf." In het gebruik van die meters heeft de ploeg samen met producenten ook zelf nieuwe software ontwikkeld voor verdere analyses van de trainingsdata.

Dat samenspel met partners leidt bij de wielerploeg vaker tot de doorontwikkeling van innovaties. "Je ziet vaak dat fabrikanten eerst een product voor de grote markt hebben, maar in de topsport zie je geen doorsnee personen. Dat vraagt allerlei kennis en aanpassingen. De kennis die daarna met onze renners wordt vergaard, wordt vaak weer doorgevoerd bij het consumentenproduct."

"We zijn niet de rijkste ploeg in het peloton, maar als je competitief wil zijn moet je slim zijn en daar probeer ik mee bezig te zijn"

Gerard Rietjens (Embedded scientist Team Jumbo-Visma)

Innovatie met fabrikanten

Rietjens ziet dat veel innovaties daardoor aan de top ontstaan, omdat de eerste ontwikkelingen nu eenmaal peperduur zijn. "De consument heeft niet als eerste een powermeter of een fiets met een elektrisch schakelsysteem. We zijn daardoor vaak het testlab voor veel fabrikanten van fietsonderdelen." De samenwerking met fietsensponsor Bianchi is volgens Rietjens daar een goed voorbeeld van. De tijdritfiets van het Italiaanse merk is samen met de Team Jumbo-Visma ontwikkeld. "Die fiets is op de tekentafel gemaakt met ervaringen van renners als input. Dan wordt een prototype gebouwd en gaan we de windtunnel in. Dat gebeurt in gezamenlijkheid.

Bij top drie in het peloton

In het wielrennen zijn alle ploegen op een manier met innovatie bezig, weet Rietjens. Maar wat ze precies doen bij de concurrentie weet hij ook niet. Toch heeft hij de indruk dat Team Jumbo-Visma in de top drie van wielerploegen zit qua innovaties. Zeker met het oog op de veel grotere budgetten van het Britse Team Ineos is dat bijzonder. Het relatief kleinere budget van Jumbo-Visma vraagt ook om een innovatieve houding, zegt Rietjens. "We zijn niet de rijkste ploeg in het peloton, maar als je competitief wil zijn moet je slim zijn en daar probeer ik mee bezig te zijn. We hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in alle details waar we verbetering uit kunnen halen van voeding, materiaal tot trainingsmethodes. Dat zijn we steeds verder aan het uitpluizen. Het lijkt nu langzaam dat dat zijn vruchten gaat afwerpen."

Gerard Rietjens zal tijdens het 16e Sport Innovatie Congres op 7 oktober op de High Tech Campus in Eindhoven meer vertellen over de rol van innovatie bij Team Jumbo-Visma. Ga voor meer informatie en tickets naar sport-innovatiecongres.nl

Foto: Team Jumbo-Visma / Bram Berkien