"Het Nationaal Fonds voor de Sport is van en voor iedereen"

Manager a.i. Esther Roelofs over nieuw sportfonds dat de maatschappelijke kracht van sport wil vergroten

In 2020 ging er 5,6 miljard euro aan geefgeld om in ons land: geld van fondsen, bedrijven, kansspelen, huishoudens en uit nalatenschappen. Ongeveer 9 procent, 516 miljoen euro, komt terecht in de sector sport en recreatie. Hiervan gaat slechts 2 tot 3 proces naar sport en bewegen. Die 2 tot 3 procent verhogen naar 4-5, procent, dat is het eerste doel van het recent opgerichte Nationaal Fonds voor de Sport, aldus Esther Roelofs, de afgelopen twee jaar ‘kwartiermaker’ van het nieuwe fonds. Geen cent ervan is bestemd voor topsport. Het nieuwe fonds is een overkoepelend fonds dat de maatschappelijke kracht van sport promoot en met het geld dat binnenkomt sportinitiatieven gericht op verbinding, cohesie en inclusie wil ondersteunen.

In mei van dit jaar werd het startschot gegeven van het Nationaal Fonds voor de Sport, een initiatief van NOC*NSF en sportbonden, met steun van het VSBfonds en steunbetuiging van het Ministerie van VWS. In vakblad Sport&Strategie editie 1-2022 sprak projectleider Esther Roelofs al uitgebreid over het ontstaan van dit nieuwe fonds. De belangrijkste doelstelling van het Nationaal Fonds voor de Sport, aldus Roelofs, is de maatschappelijke kracht van sport vergroten en daarmee de kansengelijkheid bevorderen.

Wat dat betreft waren de afgelopen twee coronajaren misschien wel een geluk bij een ongeluk. Roelofs: "De sport heeft het altijd moeilijk gehad om de maatschappelijke betekenis van sport, het 'sport als middel-verhaal', te duiden en voor het voetlicht te brengen. Daarmee doel ik niet alleen op de bijdrage van sport aan de vitaliteit en gezondheid van mensen, maar vooral ook op de rol en betekenis van sport voor sociale verbinding, cohesie en inclusie. En denk daarbij concreet aan mentale gezondheid voor jeugd, sport vormt je. Dat maatschappelijk belang van sport wordt sinds corona veel beter begrepen. De belangrijke entiteiten in de sport – bvo’s, NOC*NSF, NL Actief, POS – weten elkaar nu ook veel beter te vinden, waar ze voorheen vaak over elkaar heen buitelden."

Beleidsrijk mee investeren

Het nieuwe fonds is volstrekt onafhankelijk en zal zich evenzeer richten op initiatieven vanuit de georganiseerde als de ongeorganiseerde en anders georganiseerde sport. "Dit fonds wil de kansengelijkheid en de toegang tot álle sport en bewegen versterken. Het is een fonds van en voor iedereen. Daarom bestaat het bestuur ook uit personen die niet ergens anders in de sport, bij een bond of sportorganisatie, bestuurslid zijn. Zo kunnen zij beter aan major donors en vermogensfondsen waar het fonds geld wil werven, uitleggen wat het maatschappelijk belang van sport is dan bijvoorbeeld NOC*NSF, POS of NL Actief. Want dan krijg je toch een beetje het verhaal van ‘Wij van WC-Eend zijn van mening dat…’

We hebben dat idee van onafhankelijkheid vooraf getoetst bij vermogensfondsen en andere belangrijke partijen in de geefmarkt. Daar vond men die onafhankelijkheid heel belangrijk, maar ook dat NOC*NSF dit initiatief ondersteunt. Want NOC*NSF en bonden zijn voor ons natuurlijk wel een belangrijke kennis- en beleidspartner. Zoals het Kenniscentrum Sport & bewegen, VWS en het Mulier Instituut dat ook zijn. Het Nationaal Fonds voor de Sport leunt heel erg op hun beleidsplannen en strategische keuzes. Als zij linksaf gaan, gaat het fonds niet rechtsaf. Want wij willen beleidsrijk mee investeren."

"Dit fonds wil de kansengelijkheid en de toegang tot álle sport en bewegen versterken. Het is een fonds van en voor iedereen"

Esther Roelofs - Manager a.i. Nationaal Fonds voor de Sport

De koek vergroten

Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat het fonds bij zijn fondswerving gaat kannibaliseren op bestaande geldstromen. "Het fonds moet de koek vergroten en wil juist heel nadrukkelijk samenwerken met andere sportfondsen. De Johan Cruijff Foundation en de Krajicek Foundation, Fonds Gehandicaptensport en het Jeugdfonds Sport & Cultuur zijn daarvan de grootste en bekendste. Daarnaast zijn er nog een stuk of vijftien andere fondsen die vaak naar individuele ex-topsporters zijn vernoemd en die hun eigen specifieke doelstelling hebben. Met hun kennis op specifieke deelterreinen zijn zij eveneens belangrijke kennispartners en we willen ze dan ook nadrukkelijk bij het fonds betrekken. Het zou mooi zijn als we ze, bijvoorbeeld via de NLsportraad, onder één grote paraplu kunnen brengen, naast de georganiseerde en de anders en commercieel georganiseerde sport.”

Zes thema’s

Het Nationaal Fonds voor de Sport richt zich bij de fondsenwerving nadrukkelijk op de filantropiemarkt en de private wealth managers die fondsen beheren. Daartoe behoren bijvoorbeeld familiefondsen en vermogensfondsen als het Oranjefonds en het VSBfonds. Daarnaast vormen nalatenschappen een tweede belangrijke pijler voor het fonds. Om banken en private wealth managers wegwijs te maken in de sport onderscheidt het fonds zes thema’s c.q. doelgroepen binnen de sport waaraan ze kunnen bijdragen. Roelofs: "Dat is allereerst de jeugd. Dan gaat het vooral bij de jongste jeugd over de huidige beweegarmoede en het belang van veelzijdig bewegen en een goede motoriek. Bij oudere jeugd ligt de bijdrage meer op mentale gezondheid, weerbaarheid en vorming. Ten tweede zijn dat de mensen met een beperking en chronisch zieken, bijvoorbeeld mensen met diabetes of met long COVID-klachten, voor wie sporten een bewezen effectief hulpmiddel is.

Ten vierde richten we ons op de ouderen. We zijn met het Nationaal Ouderenfonds al in gesprek over uitbreiding van het Old Stars-concept naar meerdere sporten en het aanbieden van sport & bewegen in verzorgingstehuizen. Verder hebben we oog voor talenten. We hebben in Nederland een fantastische topsportcultuur en -organisatie, maar voor wie uit een migratieland komt of uit een gezin dat onder de armoedegrens moet leven, is het lastig om daarbij aan te haken. Voorkomen moet worden dat topsport iets van een elite wordt. Iedereen moet een kans hebben. Via het fonds willen we individuele talenten een duwtje in de rug geven, zodat ze bijvoorbeeld hun materialen kunnen aanschaffen. De volgende focus verdient het verbonden blijven van mensen die leven in armoede. Tenslotte het laatste onderwerp is het stimuleren van een positieve en veilige sportomgeving."

Meer informatie op: nationaalfondsvoordesport.nl