Pieter de Waard stopt aan het einde van dit voetbalseizoen na zeventien jaar als directeur/bestuurder bij Telstar. Het excentrieke clubicoon begon vrijdag al aan een afscheidstour: op een elektrische fiets ging hij vanuit IJmuiden naar Maastricht voor zijn laatste uitwedstrijd tegen MVV. De fietstocht past in het rijtje van vele stunts waarmee hij de afgelopen jaren de aandacht op de club uit IJmuiden wist te vestigen. Zijn bestuursstijl gaat verder dan stunts als het kleinste jaarverslag van een BVO en een parfumlijn van clublegende Frank Korpershoek. In gesprek met Frans Oosterwijk deelde hij in vakblad Sport & Strategie (editie 1-2023) zijn lessen voor onderscheidend besturen.
Het is zijn rotsvaste overtuiging dat een voorzitter of directeur van een betaaldvoetbalclub het lef moet hebben om geen functionaris zijn, maar ook zijn eigen persoonlijkheid in de strijd moet gooien. Om mensen te binden, draagkracht te verwerven, maar vooral om zichtbaar te maken waar de club voor staat. Hoewel veteraan onder de voetbalbestuurders, vindt De Waard het wat al te parmantig om zijn collega’s met zijn ideeën voor de voeten te lopen. Toch heeft hij na enig aandringen acht rake do’s and don’ts in petto.
"Altijd de telefoon opnemen, mail beantwoorden, reageren op appies. Binnen een club is altijd gedoe en je moet nooit iets op zijn beloop laten. Wel heb ik geleerd dat geschreven woorden meer kapotmaken dan het gesproken woord. Dus ik pak het liefst de telefoon en bel de betreffende persoon."
"Wordt nooit de copycat van een ander. Kijk naar wat er is in je organisatie en maak dat groter, mooier en beter. Wat er niet is, kan een aanvulling zijn. Als het maar eigen is en dat eigene moet je zoeken in je eigen omgeving. Telstar staat bekend als de club van vis en staal, een verwijzing naar het DNA van IJmuiden en de IJmond. Wie hier binnenkomt, voelt meteen wat er hier aan de hand is. Vis en staal, altijd wind, ruig volk, rauwe omgeving. Geen gebazel. Dat is wie we zijn."
'Wees gek op je club, maar hou afstand. Ik ben misschien wel de fanatiekste supporter van Telstar. Maar dat is niet mijn niet taak. Mijn taak is bestuurder zijn, het schip op koers houden en zorgen dat er altijd een veilige haven in zicht blijft. Wie als bestuurder supporter wordt, kan makkelijk de realiteitszin verliezen en denken: weet je wat, we gaan eens flink rammelen met de spelerssalarissen, we doen een paar extra stappen, dan komt er sportief resultaat en kunnen we sneller groeien. Ik zeg altijd: de kosten zijn zeker, sportief resultaat is onzeker. Er zijn clubs in de Eerste Divisie, ook weer dit jaar, die zomaar tonnen extra in de spelerssalarissen stoppen en niet presteren. Dan leg je een molensteen om je eigen nek. Kijk naar FC Twente onder Munsterman en AZ onder Scheringa."
"Je grootte wordt bepaald door je achterland. Dankzij Scheringa werd AZ groter dan zijn omgeving. In Duitsland is Hoffenheim een mooi voorbeeld. Een dorp van 3000 mensen, waar je bij wijze van spreken niet eens een amateurclub overeind kunt houden, laat staan een topprofclub. Behalve als er een miljardair in gaat zitten die zijn geld wil verbranden. Dat zou ook met Telstar kunnen gebeuren. Als we zo iemand treffen. Of als Tata Steel zegt: we gaan zorgen dat Telstar groter wordt dan zijn omgeving. Zou ik geen voorstander van zijn, want je pompt je op tot een formaat dat niet realistisch is en niet bij je past. Het is niet voor niets dat grosso modo alle grote clubs in wereldsteden zitten."
"Maak elkaar niet kutje-dol. Er zijn altijd maar een paar clubs
die geroepen zijn tot sportief succes. Dat is niet ontmoedigend, maar creëert
juist de ruimte om andere mogelijkheden te creëren. Bij Telstar vinden we het
belangrijk om mensen bij elkaar te brengen. Uit onderzoek blijkt dat
toeschouwers in het betaald voetbal niet noodzakelijkerwijs voor het voetbal
komen, maar vooral voor elkaar. Eigenlijk zou die samenkomst, die ontmoeting,
en dat faciliteren, centraal moeten staan. Het klinkt misschien wat holistisch,
maar ik geloof daarin: als we zorgen dat mensen met elkaar in contact komen, op
een prettige manier, daar wordt de wereld alleen maar mooier van. En daar zijn
we met zijn allen toch op uit?"
"We hebben enorme problemen in dit land. Verenigingen kunnen een basis zijn om dat te verbeteren. Maar dan moet je ze wel faciliteren en in staat stellen die functie te vervullen"
"Daarom is het zo teleurstellend om te zien hoe slordig de overheid omgaat met sport en met sportverenigingen. We hebben enorme problemen in dit land: obesitas, groeiende tegenstellingen tussen arm en rijk, etnische achterstellingen. Verenigingen kunnen een basis zijn om dat te verbeteren. Maar dan moet je ze wel faciliteren en in staat stellen die functie te vervullen. Amateurverenigingen lopen nu compleet leeg op energiekosten. Daar wordt weinig voor gedaan, het bonnetje komt bij de leden terecht. Verenigingen moeten straks van alles organiseren om leden het geld uit de zakken te kloppen."
"Spring nooit verder dan het touwtje lang is. Hou constant in de gaten hoe de club er financieel voor staat. Het sportieve wordt wel geregeld: daar heb je immers geweldige mensen voor in dienst. Als directeur, als kantoororganisatie, is je taak te zorgen dat de kurk van 3,5 miljoen of hoe groot je budget ook is, blijft drijven. Dat moet echt je focus zijn. Dus moet je je omringen met goede mensen, bij voorkeur mensen die beter zijn dan jij. Hoef je je over hun expertise in ieder geval geen zorgen te maken."
"Blijf de strategie volgen die je in eerste aanzet voor ogen had. Hou je koppie erbij. Pak zaken stap voor stap aan, sla geen stations over, maar draag uit waar je voor staat en ga niet elke zes maanden je strategie omgooien. Kiezen is verliezen, hè. Als je een keuze maakt, dan is dat de richting waarvoor je kiest, ook al zijn er zes andere mogelijkheden."
"Hou je eigen houdbaarheidsdatum in het oog. Ik denk dat die termijn maximaal 12 jaar is, ik ben niet voor niets vier jaar aan het twijfelen geweest. Het moet je dan wel gegund worden om het zo lang vol te houden. De gemiddelde zittingstermijn van een directeur in het betaald voetbal is drie jaar. Mensen als Hans Nijland (die bij FC Groningen 23 jaar aan het roer stond, red.) en ik zijn een rariteit geworden. Dat is slecht. De snelheid waarmee we in Nederland bestuurders afdanken is funest voor de organisatie. Sportbesturen is voor een belangrijk deel een vak van ervaring. Ik had na drie jaar pas 80 procent van de materie onder de knie en nog een paar jaar nodig om het vak helemaal in de vingers te krijgen. Continuïteit is van wezenlijk belang. Je kunt een directeur wel voortijdig ontslaan, maar dan flikker je ook zijn ervaring weg en komt er weer een ander die het allemaal weer opnieuw moet uitvinden en uitvogelen. Dat geldt overigens voor elke positie binnen een vereniging. Trainers die door hun club worden ontslagen in degradatienood – de kans dat het met een ander beter wordt, is 10 procent. Daar is onderzoek naar gedaan, het is dus geen mening, maar gewoon een hard feit. NAC is in Nederland de club die het snelst zijn directeuren en trainers de laan uit stuurt. Kijk waar ze staan. Ongeveer waar ze tien jaar geleden ook stonden. Geweldig is wel dat de supporters zich daar niets aan gelegen laten, want die komen gewoon elke vrijdag naar het stadion."
Deze 8 lessen verschenen verschenen eerder als onderdeel van een groter interview met Pieter de Waard in vakblad Sport & Strategie.
Fotobijschrift: Pieter de Waard tijdens zijn fietstocht naar Maastricht samen met Telstar-fans. Foto: Twitter Pieter de Waard.