De Friese voetballegende Abe Lenstra overleed op 2 september 1985. Veertig jaar later komen we Us Abe overal tegen. Hij is de voetballer met de meeste vernoemingen in straatnamen. De voornaam Abe werd pas populair ná zijn dood en komt nog altijd veelvuldig voor.
De aanbidding van Abe Lenstra begon al toen hij een tiener was. In juli 1939 debuteerde hij in het Bondselftal, in die tijd een voorportaal van het grote Oranje, achttien jaar oud. Het Noordelijk Sportblad kwam in zijn verslag voor de eerste keer met de beroemde bijnaam voor deze voetballer: ‘Us Abe speelt mee en maakt natuurlijk de eerste goal.’
Het werd een terugkerende uitdrukking in dit blad, die daarna werd overgenomen door de nationale sportmedia. "De Friezen zeggen Us Abe", verklaarde sportweekblad Sport op 31 mei 1948. "Maar Abe is niet alleen van Friesland, Abe is van Nederland. Abe is Onze Abe. Ook Mijn Abe!"
Precies veertig na de dood van Lenstra is hij zelfs nationaal erfgoed – ook buiten zijn eigen provincie. Zo is hij de voetballer met de meeste vernoemingen in straatnamen, zo bleek na onderzoek van René Dings van de website Over Straatnamen.
Er zijn inmiddels minstens honderd straten, die verwijzen naar een voetballer. Acht zijn er naar Lenstra vernoemd, waarvan zeven buiten Friesland. Het gaat dan om Heerenveen, Amsterdam, Arnhem (twee keer zelfs), Den Haag, Oldenzaal, Rosmalen en Weesp.
Pim Mulier, oprichter van de Koninklijke HFC en KNVB, heeft weliswaar tien vernoemingen, maar die heeft hij vooral te danken aan zijn werk als sportpionier in het algemeen.
Er is méér Lenstra-erfgoed. Voor het Abe Lenstra Stadion aan de Abe Lenstra Boulevard in Heerenveen staat een standbeeld van Abe Lenstra. In dat stadion was in 1995 ook nog eens de voorstelling van een toneelstuk over Abe Lenstra. Op zijn tiende sterfdag schreef het Algemeen Dagblad: "De spelers van eredivisieclub Heerenveen beginnen vandaag aan de repetities voor een theaterspektakel over de legendarische voetballer Abe Lenstra."
Daarbij speelde een andere Friese voetballegende een centrale rol: "Onder leiding van Foppe de Haan studeren de voetballers de doelpunten van de gedenkwaardige wedstrijd Heerenveen-Ajax uit 1950 in." Een half uur voor het einde leidde Ajax nog met 5-1, maar na een onwaarschijnlijke wederopstanding wonnen de Friezen toch nog met 6-5.
Aan deze mega-productie deden vijfhonderd mensen mee. Het toneelstuk werd vijf keer opgevoerd.
Het was niet zo heel vreemd dat Foppe de Haan betrokken was bij de voorbereidingen, want hij is een groot fan van Lenstra. In de derde klas van de lagere school hoorde hij voor het eerst van de bijzondere voetballer, zo zei hij enkele jaren geleden in een telefonisch interview met Rugnummers. "Ik las al op jonge leeftijd de krant. Zo kwam ik al snel veel te weten over Abe."
Vader De Haan was totaal geen voetballiefhebber, maar na veel gezeur van zijn zoon gingen ze begin jaren vijftig op een zekere zondagmiddag toch op de fiets naar Heerenveen om Lenstra te zien spelen. "Abe was geweldig… Hij was echt onvoorstelbaar goed." Het was het begin van de aanwezigheid van De Haan in het stadion van Heerenveen.
Jaren later was De Haan inmiddels gymnastiekleraar toen hij zijn held bij toeval ontmoette: "Ik gaf conditietraining bij een tennisclub. In het groepje dat ik moest trainen zaten ook twee meiden. Dat bleken de dochters van Abe te zijn. Wist ik veel. Na een tijdje trainen zag ik langs de kant een man staan. Toen ik wat beter keek zag ik dat het Abe was. Ik ben op hem afgestapt en we raakten aan de praat. Ik zei direct dat ik hem altijd bewonderde en geweldig vond als speler, vooral vanwege zijn sublieme techniek."
Op zijn veertigste sterfdag heeft Lenstra zo een unieke positie in het nationale sporterfgoed. De enige voetballer, die dit benadert, is Johan Cruijff.
Net als Lenstra is er in zijn geboorteplaats een boulevard naar hem vernoemd. Net als Lenstra is er op die boulevard een stadion naar hem vernoemd. En net als bij Lenstra staat er voor dat stadion een standbeeld van de Amsterdamse legende.
Oh ja, en net als Lenstra werd Cruijff al op jonge leeftijd aanbeden – alleen zonder de bijnaam Onze Johan.
De voornaam Abe werd pas populair ná zijn dood, zo blijkt uit de cijfers van de Nederlandse Voornamenbank. Tijdens zijn loopbaan van 1936 tot en met 1963 werden er jaarlijks tussen de vijf en zestien kinderen naar hem vernoemd. Dat was hetzelfde patroon als in de voorgaande periode tot 1790 – het beginjaar van de telling.
Pas in de 21e eeuw groeide de populariteit van de voornaam Abe substantieel, met 43 vernoemingen in 2016 als hoogtepunt. Of de ouders in alle gevallen aan de voetballer hebben gedacht, is niet te herleiden.
Deze gegevens lopen tot en met 2017, toen er in heel Nederland 938 mannen waren met Abe als eerste naam. In Amsterdam waren dat er 101 – het hoogste aantal van Nederland. In Heerenveen woonden toen 22 Abe’s.
Een heel ander patroon zien we bij de Finse voornaam Jari, die tot 1992 volkomen onbekend was in ons land. De komst van Jari Litmanen naar Ajax in 1992 zorgde voor een enorme trendbreuk. In de eerste seizoenen werden nog spaarzaam baby’s naar hem werd vernoemd, maar daarna veranderde dat patroon. Het hoogtepunt was in 1996 met 205 vernoemingen – ongeveer negen maanden na de winst van Ajax van de Champions League.
In 2017 woonden er in Nederland 2483 mensen met Jari als eerste naam. Met een aantal van 112 had Amsterdam wederom het hoogste aantal. Heel opvallend is dat er ook zes meisjes naar de Finse speler zijn vernoemd.
Bijschrift foto boven artikel: Juichende kinderen in Rotterdam met een foto van Abe Lenstra. Foto: Ary (A.) Groeneveld /Gemeente Rotterdam (Stadsarchief) CC0.