Het vergeten EK korfbal van 1956

Het EK korfbal wordt deze week in België gespeeld. De eerste editie was in 1998 in Portugal. Officieel dan, want Rugnummers gaat veel verder terug in de geschiedenis.

Voor het spelen van een internationaal sportevenement is het noodzakelijk dat er verschillende landen zijn, die eraan meedoen. Vóór de Tweede Wereldoorlog waren daarom nog geen EK’s of WK’s in het korfbal bij gebrek aan landen waar ze deze sport beoefenden. Nadat de Amsterdamse gymleraar Nico Broekhuysen in 1902 de basis had gelegd voor korfbal duurde het tot 1921 voordat ook de Belgen mee gingen doen.

De enige korfballers buiten het Europese continent waren in de toenmalige koloniën Suriname, de Nederlandse Antillen en Nederlands-Indië. En dat is toch echt te weinig om eens een groot evenement op te tuigen. Het eerste wereldkampioenschap was daarom in 1978; het eerste EK nog eens twintig jaar later.

Groot-Brittannië

Meteen na de Tweede Wereldoorlog zorgde Albert Milhado ervoor dat ook in Groot-Brittannië belangstelling kwam voor korfbal. Milhado speelde als Amsterdamse Jood vanaf de zomer van 1940 een centrale rol in de Nederlandse enclave in ballingschap in Londen, vooral door het organiseren van internationale sportwedstrijden, waarvoor hij elke keer opnieuw de hoogste autoriteiten uitnodigde om langs te komen. En ze kwamen allemaal: Nederlandse en Belgische ministers in ballingschap, de hoogste Britse militaire autoriteiten, zakenmensen van Unilever en natuurlijk prins Bernhard. Vooraf kregen ze een goede lunch en een toespraak van de prins, waarna de aanwezigen alle tijd hadden voor informele gesprekken over de toekomst van het naoorlogse Europa. En dat was precies de bedoeling van Milhado, want die wilde zo snel mogelijk de internationale contacten herstellen, zoveel mogelijk door uitwisselingen van jongeren bij Nederlandse en Engelse sportorganisaties.

Daarbij had hij ook nog eens extra belangstelling voor korfbal, wat hij zelf intensief had gespeeld. In Nederland verzamelde hij na de Bevrijding daarom voldoende geld voor demonstratiewedstrijden van Nederlandse teams in Groot-Brittannië, een zeer ambitieus project voor zijn verwoeste thuisland. "Bijna zonder onderbreking blijven er berichten binnen komen, die er op wijzen, dat het wel heel raar moet lopen, willen onze plannen schipbreuk lijden", schreef Nederlands Korfbalblad op 4 april 1946 zeer hoopvol. Wat de Britten vooral op prijs stelden, was het gemengde karakter van korfbal met een gelijkwaardige verhouding tussen mannen en vrouwen, voor hun een nieuw concept.

In juli 1946 werd deze korfbalreis gerealiseerd met nog in dezelfde maand de oprichting van clubs als Mitcham KC, Wandsworth KC en Croydon KC. Aan het eind van die maand volgde ook nog de British Korfball Association, met Milhado als vicevoorzitter. Eindelijk was er een derde korfballand, helaas nog wel te weinig voor een Europees kampioenschap. De Engelse taal was wel een nieuw woord rijker: korfball.

Europees toernooi

Bij het tienjarige jubileum van de Britse bond in 1956 werd een officieus Europees kampioenschap georganiseerd, meer dan veertig jaar vóór de officiële eerste editie. Sinds 1946 werd namelijk ook gekorfbald in Denemarken, Noorwegen en Zwitserland, waarvan de nationale teams samen met die van Nederland en België de oversteek maakten naar Londen. In totaal deden zes internationale landenteams mee en een stuk of vijftien Engelse clubteams, een wonderlijke verzameling van korfballers. Er werd ook nog een officiële ontvangst voor ze georganiseerd, een diner en een bal. Zoals te verwachten wonnen de Nederlanders de finale, met de clubteams van Wandsworth en Morden op de tweede en derde plaats.

Het was dan misschien een merkwaardig evenement met clubteams en nationale selecties door elkaar, maar hoe dan ook organiseerde de Britse bond 65 jaar geleden het grootste internationale korfbaltoernooi tot dat moment. Met dank aan Milhado en zijn enorme netwerk.

Foto: Het Nederlands korfbalelftal bij een wedstrijd tegen België in 1956. Foto: Behrens, Herbert / Anefo, Nationaal Archief