Een bommelding bij het ABN AMRO Tennistoernooi

In Rotterdam vindt deze week het ABN AMRO World Tennis Tournament plaats. In 1984 had dit evenement een wonderlijk verloop: na een bommelding kreeg het toernooi twee winnaars.

Op zondagmiddag 18 maart 1984 verliep de finale Ivan Lendl en Jimmy Connors van het ABN AMRO Tennistoernooi dramatisch. Lendl won de eerste set met 6-1 en stond met 1-0 voor in de tweede set. Wat zowel de spelers als de 7000 toeschouwers toen niet wisten, was dat er ondertussen telefonisch een bommelding was binnengekomen. Om één uur in de middag zei een dreigende stem in het Engels tegen de telefoniste van Ahoy dat er een uur later een bom zou ontploffen.

De Anti Capitalistic Movement was aan de lijn. "Het was ook voor mij een onbekende organisatie", zei politiewoordvoerder In ‘t Veld later. De melding werd bijzonder serieus genomen. Na rap overleg tussen de in Ahoy aanwezige politie, burgemeester Bram Peper en de wedstrijdorganisatie werd besloten om de hal te ontruimen. In plaats van de tussenstand meldde het scorebord: "Geen paniek. Verlaat direct kalm maar snel de zaal."

Speaker Nico Dijkhuizen meldde het publiek dat er een bommelding was gedaan. Iedereen moest naar buiten. Zeven minuten later stonden alle toeschouwers daadwerkelijk in de buitenlucht. Binnen een uur had de politie vervolgens het hele complex doorzocht. Er werd geen bom gevonden. Iedereen mocht weer naar binnen.

Er was alleen één klein probleem. Waar waren Lendl en Connors? Die zaten lekker in een hotel. Direct na het incident waren de finalisten, nog geheel in tenniskleding, naar het Hilton Hotel gebracht. Daar onderhielden ze telefonisch contact met toernooidirecteur Wim Buitendijk.

Lendl is moe van bommeldingen

Hij hoopte de twee weer naar het sportpaleis te krijgen. Connors wilde wel, maar Lendl had er geen zin meer in. De normaal altijd zo stoïcijnse speler was enorm van slag: hij had namelijk een aantal weken eerder ook al een bommelding meegemaakt in een hotel in Sydney. "Wie zegt me dat er geen bom meer is', zei hij toen in de Volkskrant. "Bovendien is mijn concentratie weg. Je moet helemaal naar zo'n finale toe kunnen leven, dat kan ik nu echt niet meer opbrengen. Hopelijk spelen we deze wedstrijd nog eens over."

Buitendijk stelde daarom voor om de finale een dag te verschuiven. Dat bleek geen optie. Lendl moest een balletje gaan slaan in New York. Uiteindelijk werd er toch een oplossing gevonden: Lendl en Connors zouden een paar maanden later, vlak voor de start van Wimbledon, een dag naar Rotterdam komen om dan om de finale uit te spelen. Ze kregen het prijzengeld voor de eerder gewonnen halve finale − ieder 25.000 dollar − alvast mee naar huis.

"Ik had pech, want ik speelde behoorlijk goed in die wedstrijd", zou Lendl jaren later over de afgebroken wedstrijd zeggen. "Het was niet fijn. Ook al wist je dat er waarschijnlijk niets zou gebeuren, er moesten wel voorzorgsmaatregelen worden genomen."

Vijftien piek

Een maand na de bommelding werd besloten dat de finale toch niet zou worden uitgespeeld. De toernooiorganisatie compenseerde gedupeerde toeschouwers gelukkig wel. Iedereen kreeg een tegoedbon van vijftien gulden.

Van de Anti Capitalistic Movement is nooit meer iets vernomen.

Fotobijschrift: Bezoekers van het ABN AMRO Tennistoernooi verlaten Ahoy na een bommelding. Foto: Croes, Rob C. / Anefo, Nationaal Archief