De topsport houdt van innovatie, maar het moet niet te gek worden

Het is de Maand van de Geschiedenis, die dit jaar gaat over innovaties en vernieuwingen. De sport is hier dol op, zolang het maar niet te gek wordt.

In de topsport gaat het om de kleinste details. Slechts een honderdste van een seconde kan het verschil zijn tussen een leven als een legende of een leven in de anonimiteit – soms zelfs een duizendste van een seconde. Elke innovatie kan dan welkom zijn, maar toch is dat niet altijd vanzelfsprekend. Een kort historisch overzicht.

De klapschaats

Eén van de meest spectaculaire sportrevoluties begon op de Vrije Universiteit in Amsterdam. Bewegingswetenschapper Gerrit Jan van Ingen Schenau begon daar met het onderzoek naar de klapschaats, die veel efficiënter was dan de toenmalige schaats. Het eerste meetmodel werd al in 1978 gemaakt. De rondetijden bij de eerste testritten in 1985 waren spectaculair lager, maar desondanks weigerde de conservatieve schaatswereld om de overstap te maken.

Pas in 1994 was het gewest Zuid-Holland de eerste met een klapschaats voor de jeugdrijders André Vreugdenhil en Raymond Barendse. Met spectaculair resultaat, want ze bereikten meteen de nationale top. En zelfs daarna duurde de internationale doorbraak tot 1996, waardoor er meer dan tien jaar nodig was geweest voordat één van de grootste sportieve revoluties losbarstte.

De Fosbury Flop

De mooiste innovaties komen van een eenling en gaan soms heel snel – in tegenstelling tot de klapschaats. Eerder dit jaar overleed de Amerikaanse atleet Dick Fosbury, die in 1968 met een compleet nieuwe techniek olympisch goud won bij het hoogspringen. Na een gedeeltelijk schuine aanloop vloog hij rugwaarts over de lat, schouders en hoofd eerst. Deze variant werd meteen naar hem vernoemd: de Fosbury Flop.

Hij deed dit toen overigens al enkele jaren, maar zijn optreden op de Olympische Spelen zorgde voor een wereldwijde revolutie. Het belangrijkste was namelijk dat hij ermee had gewonnen, want daar gaat het tenslotte om. Sindsdien is de Fosbury Flop de meest toegepaste variant.

Het totaalvoetbal

Bij een innovatie als het totaalvoetbal bestaat het misverstand dat dit typisch Nederlands is, ook al is het inmiddels alweer bijna een halve eeuw geleden dat dit wereldberoemd werd op het WK van 1974 in West-Duitsland. De finale ging uiteindelijk verloren, maar het totaalvoetbal met zijn vele positiewisselingen maakte wereldwijd wel een enorme indruk.

Johan Cruijff en Rinus Michels worden gezien als de architecten van dit systeem, zowel bij Ajax als bij Oranje. Het is zeker zo dat zij hieraan een grote bijdrage hebben geleverd, maar de wortels van het totaalvoetbal liggen net zo goed in het buitenland. Ernst Happel paste dit principe in 1969 ook al toe bij Feyenoord, gebaseerd op zijn eigen ervaringen met het Oostenrijkse Wunderteam, in zijn geboorteland. Hiermee werd de Europa Cup 1 gewonnen.

En dan is er nog de invloed van František Fadrhonc, in 1914 geboren in Praag. Hij groeide op met de principes van Sokol, een Tsjechische organisatie voor de fysieke, morele en intellectuele training van jongeren. “Alleen kun je niets,” was het motto van Fadrhonc. “Samen kunnen we de wereld veranderen.” Die paste hij vanaf 1948 toe op het Nederlandse voetbal, onder meer bij Willem II en Oranje.

Het totaalvoetbal is daarmee niet exclusief Nederlands, maar een mix van internationale voetbaltradities, die in ons land heel succesvol bleek.

Het zwempak

En dan kan een innovatie ook nog té goed zijn. In 2008 presenteerde Speedo een supersnel zwempak van polyurethaan. Het was waterafstotend, had veel minder weerstand en veel meer drijfvermogen dan het ouderwetse textiel. Binnen een jaar werden tachtig van de 108 wereldrecords hiermee gezwommen. Zwemmen was geen prestatiesport meer, maar een materiaalsport. Iedereen kon opeens als Jezus over het water lopen.

De wereldzwembond FINA besloot daarom in 2009 dat de supersnelle zwempakken niet meer waren toegestaan. Misschien was dat uiteindelijk wel de grootste innovatie: dat die innovatie weer ongedaan werd gemaakt.

Foto boven artikel: Een advertentie van Speedo voor het supersnelle zwempak LRZ Racer uit 2008. Geinspireerd op het bekende schilderij van Leonardo Da Vinci wordt de Amerikaanse topzwemmer Michael Phelps hier afgebeeld als de 'Man van Vitruvius'.