De overzeese avonturen van bokser Bep van Klaveren

Op 21 november had de jaarlijkse Bep van Klaveren Memorial moeten zijn, maar ook dit evenement is vanwege corona van de agenda gehaald. Dat weerhoudt Rugnummers niet van een eigen memorial voor deze Rotterdamse bokslegende.

De enige Nederlandse bokser met olympisch goud is Bep van Klaveren, gewonnen in 1928 in Amsterdam. Ruim tachtig jaar geleden ging hij op avontuur in de Verenigde Staten en Australië, om pas in 1953 voorgoed in Nederland terug te keren.

Een jaar na de olympische winst werd Van Klaveren professional. De op 26 september 1907 geboren Rotterdammer was razendsnel en had een geweldige mokerslag in huis. Zijn aantrekkelijke en opwindende stijl bleef niet onopgemerkt in de internationale bokswereld. In maart 1932 werd hij uitgenodigd om in de VS te gaan boksen.

Dit eerste bezoek liep al snel uit op een teleurstelling. Van Klaveren kon niet tegen de herrie en de drukte van New York. Zonder ook maar één partij te hebben gebokst keerde hij na enkele maanden onverhoeds terug naar Rotterdam.

Beroemdheden

In oktober 1932 kwam hij alweer terug op dit besluit en vertrok wederom naar de VS. The Dutch Windmill, een bijnaam die hij kreeg vanwege aan zijn enorme beweeglijkheid, reeg overwinning aan overwinning. Van Klaveren genoot van de glitter and glamour in de VS. Zo maakte hij kennis met Hollywoodsterren als Mae West, Spencer Tracy, Bing Crosby en Johnny Weismuller. Met de roem kwamen ook minder fraaie beroemdheden op hem af, zoals maffiabaas Al Capone. "Hoe het nou kwam, ik zocht het misschien zelf op, maar ik kwam er altijd mee in aanraking, met dat soort gasten. Maar ja, die hele boksbeweging was een zootje" aldus Van Klaveren in The Dutch Windmill, de biografie die Jules Deelder over hem schreef.

Van Klaveren trok volle zalen en verdiende tienduizenden dollars. Hij had nog nooit zoveel geld met boksen verdiend. Hij weigerde wel pertinent om aan 'gemaakte partijen' mee te werken. Van Klaveren in Deelders biografie: "Ik boks liever voor niks dan zo iets te doen. Ik boks om te winnen, alleen om te winnen. Hoe ik win kan me niet schelen... Ik had schathemeltjerijk kunnen worden als ik het wèl had gedaan."

In 1935 trouwde hij met de steenrijke bankiersdochter Margarite Olivera. Het huwelijk was van korte duur. Nadat Van Klaveren Oliviera tijdens een ruzie knock-out had geslagen moest hij de cel in. Na drie maanden kwam hij op borgtocht vrij. Hij liet alles achter en sprong direct op de boot naar Rotterdam. Daar kwam hij eind december 1936 geheel berooid aan.

Sportief succes

Ondanks alle tegenslag was dit verblijf in de VS voor Van Klaveren wel degelijk een sportief succes. Hij had in de ring gestaan met de beste boksers van de wereld en ze verslagen. In deze periode stond hij dan ook hoog op de wereldranglijst. Om onduidelijke redenen heeft hij nooit om de wereldtitel kunnen boksen.

Eind september 1939, kort na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, vertrok Van Klaveren opnieuw naar de VS. "Ik ben wel gedwongen om naar Amerika te gaan", zei hij in De Telegraaf, "want van bokswedstrijden in Europa komt toch niets. Wanneer de oorlog kort duurt, zal men mij in Nederland nog wel eens zien optreden. Duurt hij lang, dan ben ik wel zoo langzamerhand te oud geworden, om nog een goed bokser te zijn. In elk geval zal ik in Amerika mijn best doen."

In 1942 werd hij ingelijfd bij het Nederlandse leger in de VS. Hij werd sportinstructeur bij de luchtmacht en was betrokken bij de conditietraining van piloten. Hij werkte ook nog op Nieuw-Guinea, Aruba en in Suriname. In 1944 werd hij overgeplaatst naar Australië, waar hij verpleegster Joan Hogan tegen het lijf liep en met wie hij trouwde.

Pugilist in de kou

In februari 1947 ging hij terug naar Nederland, waar hij werd opgewacht door Het Parool: "Trappelend van genoegen, maar ook van de koude, stond onze populaire pugilist Bep van Klaveren donderdag op de Lloydkade In Rotterdam, direct na zijn aankomst, te midden van tientallen oude vrienden en bekenden, die hem na een afwezigheid van zeven jaar natuurlijk veel te vragen hadden."

Op aandringen van Joan vertrok Van Klaveren in december 1948 weer naar Australië. In de vijf jaar die ze daar waren, werkte Van Kalveren als sportleraar, bootwerker en uitsmijter. Hij stapte niet meer in de ring. Eind 1953 keerde hij voorgoed terug naar zijn geboortestad.

Van Klaveren kon eenvoudigweg niet zonder Rotterdam. En Rotterdam kan niet zonder Van Klaveren, nog steeds niet.

Fotobijschrift: Beb van Klaveren (links) en Idrissa Dione uit Frankrijk bij het weegmoment voor een titelgevecht in 1955 in Amsterdam. Foto: Harry Pot, Anefo / Nationaal Archief