Geen grote stappen in 'kabbelend' sportbeleid na opgejaagd sportdebat

Kritische Tweede Kamer commissie debatteerde met sportminister Conny Helder over sportbeleid

Een eindsprint, zo noemde sportminister Conny Helder woensdag de beantwoording van de laatste vragen in het commissiedebat sportbeleid. In rap tempo las ze de punten op haar blaadjes op en sloeg die om naar het stapeltje ‘afgewerkt’. Het waren niet alleen die laatste vijf minuten van het sportdebat die opgejaagd voelden. In vier uur (inclusief een half uur pauze) moest alles tussen veilig sportklimaat en de Superleague worden behandeld. Het krappe schema gaf de positie van sport in Den Haag andermaal aan, maar de acht sportminnende Kamerleden vonden in de aangekondigde verlenging met een ‘2-minutendebat’ een schrale troost.

De Tweede Kamerleden van VVD, D66, CDA, PvdA, GroenLinks, SP, Christen Unie en PVV met sport in hun portefeuille, waren met ambitie en goede moed naar het commissiedebat over sportbeleid gekomen. In de eerste betogen van zes minuten per Kamerlid was dan ook de meeste felheid te horen. Lisa Westerveld (GroenLinks) benoemde haar dubbele gevoel bij het debat. "Terwijl wij hier met elkaar aan het knikken zijn en dezelfde punten aan de minister aan het vertellen zijn, gaat het gewoon niet goed en zien we dat de volgende pandemie op ons af komt: een gezondheidscrisis." Ze riep daarom ook haar collega’s op het vaker over sport en bewegen te hebben in de Kamer.

'Daden stellen teleur'

Ook Michiel van Nispen (SP) trok fel van leer in zijn eerste spreektijd: "Het sportbeleid kabbelt. In woord zijn we allemaal hartstikke ambitieus met elkaar, maar de daden stellen toch gewoon teleur wat mij betreft. En dat kan eigenlijk echt niet meer." Even daarvoor was hij ook al in reactie op Rudmer Heerema (VVD) op zoek naar een manier om dat kabbelen te doorbreken: "Hoe zorgen we nu er nu structureel voor dat wij niet vanuit de Kamer steeds de aanjaagfunctie hebben richting het ministerie?" Volgens Heerema is meer eigen initiatief vanuit de Tweede Kamer het antwoord. "Ik zie ook dat we als commissie veel meer zouden willen doen dan nu mogelijk is. En dat het land en onze achterban veel meer zou willen kunnen doen dan nu mogelijk is. Ik ben ruim zeven jaar Kamerlid en het lukt al jaren niet om daar grote stappen in te zetten." Hij voegde daaraan toe dat hij op een voorstel broedt om evengoed meer geld voor de sport los te krijgen.

Veiligheid in de sport

Van de drieënhalf uur debat werd ruim een uur aan veiligheid in de sport gewijd. Minister Helder gaf in dat deel aan dat ze 3 miljoen euro extra gaat investeren in de aanpak van grensoverschrijdend gedrag in de sport. Onderdeel daarvan is het opleiden van trainer/coaches met pedagogische vaardigheden en meer vertrouwenspersoon. Die extra investering zal het Ministerie van VWS via het Centrum Veilige Sport Nederland laten lopen.

Over dat centrum wilde Jeanet van der Laan (D66) van de minister weten waarom het zo lang duurt voor het een onafhankelijke status krijgt. Bij de noodzaak verwees ze naar de rechtszaak een dag eerder met een trainer die zes minderjarige handbalsters seksueel had misbruikt. "We moeten als politiek stelling nemen en je doet niet makkelijk een melding over wat jou is overkomen door iemand bij het Centrum Veilige Sport, als je weet dat je bond hierbij aangesloten is." Minister Helder vond dat een terechte vraag, maar zij wil voor het eventueel loskoppelen van het CVSN van NOC*NSF een breder onderzoek afwachten. "Ik sta er niet afwijzend tegenover dat het centrum onafhankelijk wordt, maar ik heb het besluit nog niet genomen", was haar repliek.

Lokale sportakkoorden of de route sportbonden?

Alle Tweede Kamerleden hadden door de keuzes die ze moesten maken in de beperkte tijd zo hun stokpaardjes. Mirjam Bikker (ChristenUnie) maakte zich bijvoorbeeld grote zorgen over de opmars van gokbedrijven als sportsponsor, waar zij graag een verbod van ziet.

Rudmer Heerema (VVD) koos zijn spaarzame spreektijd duidelijk om voor de sportbonden en sportverenigingen op te komen. In zijn ogen is de financieringsroute via sportbonden naar verenigingen een effectievere route dan de lokale sportakkoorden, "waarmee nog geen bewijs is geleverd voor meer sportdeelname".

Hij botste op dat punt met zijn partijgenoot Helder die juist onverminderd op de Sportakkoorden wil inzetten met een extra investering van 10 miljoen euro. Bij zijn verbazing over die koers verwees Heerema naar het regeerakkoord, waarin het versterken van sportverenigingen als doel werd gesteld. "Dan snap ik oprecht niet de keuze om dat via gemeenten te laten lopen. Ik zou het doodzonde vinden als we dat extra geld voor sport laten wegsijpelen via papieren tijgers op lokaal niveau."

'Hagelslagstrategie'

Helder verdedigde haar standpunt door aan te geven dat via de lokale route ook geld bij de sportverenigingen komt. Bovenal benadrukte ze op meer doelgerichtheid van de lokale akkoorden te willen sturen. Op dat punt vond ze steun bij Mohammed Mohandis, de nieuwe sportwoordvoerder van de PvdA. Hij sprak eerder in het debat al over een "hagelslagstrategie" in het sportbeleid. Concrete afdwingbare doelen zijn daarom volgens hem nodig om Nederland meer in beweging te krijgen. "Het zou voor mij onverteerbaar zijn als we over drie jaar terugkijken en zeggen: er was meer geld maar er zijn bijvoorbeeld niet meer jongeren gaan sporten. Generieke normen zijn essentieel, anders heeft de minister geen handvat."

Super League en EPC 2023

Onder het blokje ‘varia’ sprak minister Helder zich op verzoek van Mohandis namens het Kabinet uit tegen de komst van de Super League in het Europese voetbal. "Ieder kind in Nederland moet kunnen blijven dromen van op het hoogste niveau uit te komen. Daarom ben ik absoluut tegen de komst van een Super League."

Heerema had de minister nog gevraagd over de status van de financiering van de European Para Championships. Dat nieuwe multisportevenement staat voor volgend jaar gepland in Rotterdam, maar organisator Eric Kersen gaf in vakblad Sport & Strategie al aan dat hij nog altijd wacht op antwoord over de financiële steun vanuit het Rijk. Helder kon in het debat meedelen dat ze net als haar voorganger "groot voorstander" is van het parasport evenement en dat ze de organisatie een voorstel van 10 miljoen euro heeft gedaan. Ze heeft daar met de organisatie nog geen akkoord over bereikt, maar verwacht daar in augustus meer duidelijkheid over te hebben.

Het sportdebat ging zo uiteindelijk in een zucht voorbij, waardoor ook veel vragen onbeantwoord bleven. Daar komt binnenkort nog ruimte voor in een verlenging, hoewel met de 2 minuten die iedere spreker dan krijgt eerder gesproken kan worden van 'blessuretijd'.

Update 7-7-2022: Speeddebat

Het vervolg met het ‘2-minutendebat’ werd een waar speeddebat in de plenaire zaal van de Tweede Kamer. Kamerleden spraken sneller dan Mathijs van Nieuwkerk om binnen de tijd hun overgebleven vragen en punten aan de minister voor te leggen. Uiteindelijk leverde dat vijftien moties op, die vervolgens in de resterende tijd door Minister Helder werden afgewerkt. Het opvallendste daarbij was haar reactie op de motie van Mohammed Mohandis (PvdA) over de gevolgen van de stijgende energieprijzen voor sportaccommodaties en sportverenigingen. Het antwoord van de minister op zijn vraag om financiële ondersteuning om problemen te voorkomen, stelde hem duidelijk teleur. Toen Mohandis de minister nogmaals vroeg hoe zij verenigingen gaat helpen, antwoordde de minister dat de stijgende energieprijzen een "breed probleem is" en dat ze "op dit moment niet meer kan doen voor verenigingen". De grote ogen van verbazing bij Mohandis spraken daarna boekdelen.