Bijna alle verenigingen in Nederland geven aan dat vrijwilligers onmisbaar zijn voor hun vereniging, dat zij de ruggengraat van de club vormen en cruciaal zijn voor het functioneren en voortbestaan ervan. Net zoals dat bijna alle verenigingen aangeven dat vrijwilligerswerk sociale cohesie bevordert en bijdraagt aan een levendige lokale gemeenschap. Maar tegelijkertijd staan de kranten vol met sportverenigingen die omvallen of dreigen om te vallen door een chronisch vrijwilligerstekort. En dan met name een tekort aan bestuursleden en vrijwilligers die coördinerende functies oppakken.
Toenemende regeldruk (ondanks goede bedoelingen van de overheid) en risico’s die bestuursleden hoofdelijk dragen, kunnen een verdere afname veroorzaken. Het CBS geeft aan dat in stedelijke gebieden ongeveer één op de tien inwoners actief is als vrijwilliger in de sport, en verwacht dat het aandeel van de Nederlanders dat vrijwilligerswerk doet in de sport de komende jaren gelijk zal blijven of licht dalen.
Hoewel vrijwilligers dus onmisbaar zijn, en er bij heel veel clubs een groot tekort aan vrijwilligers (en zeker bestuursleden) is, valt het op dat de meeste verenigingen nog altijd voor een hele traditionele benadering van vrijwilligers- en contributiebeleid kiezen. De meeste verenigingen vragen hun leden om contributie in de vorm van geld, meestal aangevuld met een aantal uur kantinedienst per seizoen. Terwijl je als vereniging veel liever hebt dat mensen hun tijd in plaats van hun geld in de club steken. Want een betrokken vrijwilliger die een team traint, de wedstrijden fluit, de administratie oppakt, de communicatie verzorgt, of als bestuurslid actief wordt, zorgt voor een veel grotere kostenbesparing dan je ooit in contributiegelden zou ontvangen van dezelfde speler of ouder van een jeugdspeler.
"De meeste verenigingen hebben ontzettend veel vrijwilligerstalent rondlopen langs de lijn dat nog niet gescout is"
Natuurlijk zijn er vele commerciële en niet-commerciële instanties, georganiseerd en/of gesubsidieerd door gemeentes, sportbonden, of overheden, die advies geven hoe je meer vrijwilligers voor jouw vereniging kan vinden. Het probleem van deze trajecten is echter dat deze vaak te veel tijd en coördinatie vergen van – jawel – de bestuursleden en coördinerende vrijwilligers die je juist probeert te vinden. Kip en ei dus. Ik denk dat je het als vereniging simpel moet houden, en een efficiënte oplossing moet zoeken, want juist tijd is schaars.
Bovenstaande stappen zijn relatief eenvoudig te realiseren, zonder dat dit je heel veel tijd kost. En probeer vooral niet om de perfectie na te streven. Ga gewoon van start en verbeter het proces op basis van de dingen die je al gaande leert. En betrek je nieuwe vrijwilligers in dit proces, want de meeste verenigingen hebben ontzettend veel vrijwilligerstalent rondlopen langs de lijn dat nog niet gescout is.
Bij FC Weesp hebben we bovenstaande stappen genomen en hoewel onze vereniging ontzettend snel groeit, hebben we geen tekort aan vrijwilligers meer. We kunnen nu hier en daar zelfs doorselecteren en de juiste mensen op de juiste plek zetten. Dus dit is een bewezen concept, waarvan meer verenigingen gebruik zouden kunnen maken om het vrijwilligerstekort structureel op te lossen.
Deze column verscheen eerder in vakblad SPORT Bestuur en Management.
Rutger ter Hoeven is voorzitter van FC Weesp. In 2022, toen hij nog secretaris was, kreeg hij de titel ‘Groenste vrijwilliger van het Jaar’ voor zijn inzet bij het verduurzamen van de club. Dat leidde in 2024 tot de titel Sportaccommodatie van het Jaar 2024.