Vitaliteit als grotere overlevingskans in de coronacrisis

Nu we midden in de coronacrisis zitten lijkt het moment dat de crisis voor ons begon al heel lang geleden, omdat de ervaring heel erg intens is. Professor Philip Wagner, initiatiefnemer van de Executive MBA Sports & Health, zoomt toch even uit van die dagelijkse andere halve meter afstand en alle maatregelen om zo voor de toekomst al een aantal ontwikkelingen te zien. “Deze crisis gaat voor een grotere aandacht voor vitaliteit bij het individu zorgen en een enorme investering in de volksgezondheid in al haar complexiteit.”

Vanuit economisch perspectief is het interessant om te zien dat we geglobaliseerder zijn dan we zelf beseffen. Ook de verspreiding van een virus is een gevolg van globalisering. Virussen zijn niet nieuw, het feit dat het in een noodvaart gaat wel. Je moet constateren dat de bevolkingsgroei gecombineerd met urbanisering en wereldwijd reizen maakt dat we oneindig veel kwetsbaarder zijn geworden. Dat is een rode lijn in de geschiedenis. Dat was niet anders met de financiële crisis. Je komt er altijd te laat achter. Modellen lopen altijd achter, maar onze mentaal model, het brein, ook. Ik denk dat weinigen van ons zich deze kwetsbaarheid hadden beseft.

Achterstand in publieke sector

Als je vanuit het frame van de globalisering gaat kijken dan zien we nu een revival van de nationale staat. Dat is ook niet vreemd, want globalisering is altijd meer een zaak geweest van bedrijven dan van overheden. Door het coronavirus raken we ook geïnteresseerd in de kwaliteiten van een andere overheid. Zuid-Korea was zwaar getroffen, maar had het virus wel snel in control. Dat gaat pleiten voor een land. De VS is daarentegen vol in het gezicht getroffen en dat pleit niet voor ze.

"Wat nu pijnlijk duidelijk wordt is dat we wereldwijd privaat snel gegroeid zijn, maar publiek niet in dezelfde mate"

Philip Wagner

Als je bijvoorbeeld naar Spanje kijkt: voor deze crisis trof je daar prachtige snelwegen, gebouwen, hotels. Dat is een eerste wereld land plus door de private sector. De publieke sector loopt daar achter aan, wat in Amerika ook het geval is. Een publieke sector moet je ontwikkelen voor iedereen en dat is veel duurder. Wat nu pijnlijk duidelijk wordt is dat we wereldwijd privaat snel gegroeid zijn, maar publiek niet in dezelfde mate. Als je met die achterstand in publieke voorzieningen achterblijft, gecombineerd met de standaard van de globalisering dan zie je dat je een enorm stuk te overbruggen hebt. Ik verwacht daarom dat we nu een midden lange tijd, van zeg tien jaar, tegemoet gaan, waarin overheden volop gaan investeren in de volksgezondheid. Dat is complexer dan het bouwen van vijfhonderd hotels.

Positieve wake-up call

Volksgezondheid is veel meer dan het bouwen van IC’s, daar ben je in twee jaar mee klaar. Het gaat in grote mate ook om collectief gedrag. Dat zien we nu ook met alle maatregelen als geen handen schudden en anderhalve meter afstand houden. Op die manier zal de aandacht voor vitaliteit als preventiestrategie tegen ziekten nog prominenter worden, maar dan geïntegreerd in de hele complexe keten van genezen aan de ene kant tot aan preventie aan de andere kant. Een issue in preventie is ook hoe we omgaan met hygiëne. Gaan we nog handen schudden?

De laatste jaren is er zeker al meer aandacht voor vitaliteit. Toch, als ik naar mezelf kijk: ik was al bezig met mijn gezondheid, maar dit is voor mij een enorme wake-up call. Hoe is het met je hart? Hoe is het met je longen? Hoe is het met je gewicht? Dat maakt je overlevingskans veel groter. Dat is denk ik voor heel veel mensen een hele positief confronterende wake up call.

Nieuwe beroepen komen vrij

De vraag waar we straks mee te maken gaan krijgen is hoe we de maatregelen kunnen verruimen als het aantal besmettingen verminderd. Iedereen zal het er over eens zijn dat dat gefaseerd moet gebeuren. Het belangrijkste is niet dat iedereen opgehokt zit. Eigenlijk kun je iedereen gerust los laten, maar op moment dat iemand een symptoom heeft moet men na kunnen gaan wie uit de kring van die persoon het verder virus verder nog zou kunnen hebben om dan vervolgens deze lokale brandjes te bestrijden. De oplossing is een soort track & trace-systeem voor op je telefoon, waarmee app-ontwikkelaars in opdracht van VWS al volop mee bezig zijn.

In Zuid-Korea hebben ze dat al met succes gebruikt. Wij Nederlanders vinden dat nogal een inbreuk op de privacy. Aan de andere kant verwacht ik toch ook dat meer mensen zich nu gaan afvragen: wat kan ik zelf doen om gezond te blijven? Dat zou dus nog wel eens enorme boost voor het gebruik van wearables als Fitbits en iWatch kunnen betekenen. Misschien wil de overheid die medische gegevens niet gebruiken maar wil ik dat voor mijn eigen gebruik wel. Ik weet zeker dat als mijn iWatch morgen mij dit soort informatie rond het coronavirus kan geven, voor de mij de waarde van dat apparaat dan gaat toenemen. Er gaat nog veel meer gebeuren in wearables en misschien zelfs implantaten. Dat maakt ook weer een nieuw beroep vrij: Health Monitor, iemand die op afstand de gezondheid van 10.000 mensen in de gaten houdt.

Kloof tussen arm en rijk

Ik denk dat ik zo 3000 euro over heb voor een ding aan mijn pols dat kan scannen waar een corona geïnfecteerde loopt. Die verdien ik zo terug want dan kan ik zo naar New York en naar Amsterdam en Seoul. Dat legt gelijk het verschil tussen arm en rijk bloot. Die kloof zal alleen maar groter worden. Iemand die arm is kan zo’n scanner niet betalen, laat staan terugverdienen. Deze crisis gaat de Derde Wereld nog bereiken en daar wordt goede gezondheidszorg een megavraagstuk. Uiteindelijk is de verslechtering van de humanitaire situatie in de wereld natuurlijk eindeloos veel erger dan een beetje recessie bij ons.

Lees ook: