Beweegzekerheid

De sportlobby liep de afgelopen weken al aardig warm voor de verkiezingen op 22 november. Toch mist Pieter van der Meer, hoofdredacteur Sportenstrategie.nl, tussen alle gebruikelijke noodoproepen, manifesten en filmpjes met sportende lijsttrekkers, één woord: beweegzekerheid.

Deze verkiezingen lijken vooral te gaan over bestaanszekerheid. Van links tot rechts willen politici ‘iets’ doen om te zorgen voor een zekerder bestaan. De definitie van bestaanszekerheid is daardoor al aanzienlijk opgerekt. Het is een containerbegrip geworden, waar politieke partijen van alles in kunnen deponeren om hun achterban mee te paaien. Zo worden onder die noemer al voorstellen gedaan voor een hoger minimumloon, goedkoop tanken, een betaalbare woning, btw-verlaging op de boodschappen tot zelfs meer abstracte zaken als sociale cohesie en het recht op levensbeëindiging.

In deze diepe grabbelton van bestaanszekerheden ontbreekt het cruciale recht op beweging. Laten we daar ook gewoon een zekerheidje van maken. Beweegzekerheid dus.

Obstakels

Want als we bestaanszekerheid toch al aan het oprekken zijn, waarom hangen we daar dan ook niet de zekerheid van een gezond leven aan vast? Beweging is daar logischerwijs een onderdeel van. Voor iedereen die in de sportsector werkt, is dat een no brainer. Toch is sport en bewegen zeker niet voor iedere Nederlander zo vanzelfsprekend. Het percentage van mensen met een hoge opleiding dat wekelijks sport, was in 2022 met 65% ruim twee keer zo groot als het percentage sportende mensen met een lage opleiding (30%). NOC*NSF presenteert deze cijfers van CBS en RIVM in een document als onderdeel van de campagne ‘Sport gaat niet vanzelf’ Onder hetzelfde kopje ‘facts & figures’ staat ook vermeld dat 32% van de Nederlanders niet sport.

"In de diepe grabbelton van bestaanszekerheden ontbreekt het cruciale recht op beweging. Laten we daar ook gewoon een zekerheidje van maken"

Pieter van der Meer

Nog interessanter is dat 37% van die niet-sporters wél zou willen sporten. Deze groep ervaart allerlei drempels om te gaan sporten of bewegen. Sommige mensen kunnen de contributie van een sportclub simpelweg niet betalen. Mentale of lichamelijke problemen kunnen ook in de weg zitten om een eerste stap te zetten. Mensen met een beperking of chronische aandoening vinden het lastig om een sport te vinden die bij ze past en dan hebben ze vaak ook nog een duur sporthulpmiddel nodig. Ook gebrek aan kennis en ervaring met sporten en het ontbreken van een sociale omgeving die het sporten stimuleert, worden in onderzoeken vaker genoemd als belemmerende factoren.

Gezondheidskloof

Al die verschillende ervaren obstakels die ervoor zorgen dat mensen niet met sport of bewegen beginnen, verdienen meer aandacht. Als die mensen uit het oog worden verloren, dan dreigen de gezondheidsverschillen in Nederland alleen maar groter te worden. Wie voldoende beweegt of sport, heeft nu eenmaal een grotere kans op een langer en gezonder leven. Gezondheidspositivo’s kunnen de mantra van het belang van sport en bewegen blijven herhalen, maar als je moet kiezen tussen een tas boodschappen en de contributie van een sportschool, dan is de keuze voor veel mensen snel gemaakt.

Winst bij clubs en in de zorg

Kortom: er is meer nodig om iedereen gelijke kansen op gezondheid te geven via beweging. We moeten het daarom echt gaan hebben over beweegzekerheid. Het mooie is dat op dit vlak al heel veel gebeurt, zij het versnipperd. Mulier Instituut kwam wat dat betreft met hoopgevend onderzoek. Wikke van Stam concludeerde dat sportverenigingen en lokale beleidsmakers mensen met een lage sociaaleconomische status weliswaar meer willen laten deelnemen, maar dat deze groep te weinig wordt betrokken bij het maken van plannen rondom sport en bewegen. Waar deze specifieke doelgroep wél wordt betrokken door verenigingen of buurtsportcoaches, kan dit een gunstig effect hebben op zowel het werven van leden als het invullen van de vele vrijwilligerstaken.

Een ander winstpunt ligt zonder meer in de zorg. Op dat vlak doet Denise Eygendaal, die op 3 november werd benoemd tot hoogleraar orthopedie aan het Erasmus MC, een opvallende oproep. Artsen kunnen in hun behandelkamers een belangrijke rol vervullen in het activeren van mensen, bepleit zij in een interview met Amazing ErasmusMC. "In het elektronisch patiëntendossier zitten een paar van die handige bullets waar de dokter altijd naar moet vragen: Gebruikt u bloedverdunners, bent u ergens allergisch voor, rookt u, drinkt u of gebruikt u drugs? Daar moet een bullet bij: Hoeveel beweegt u?", aldus Eygendaal. Door die vraag na een jaar te herhalen, wordt het bewegingsprofiel verankerd in het behandelplan. Die aanmoediging moet in haar ogen net zo normaal worden als het advies te stoppen met roken.

Gratis tip

De kansen liggen voor het oprapen. Het enige wat we nodig hebben, is visie en daadkracht vanuit de overheid om die vele snippers rond bewegen tot één sterke bal te kneden. En dan het schot voor open doel erin knallen. Het hoeft niet moeilijk te zijn.

Zie deze introductie van het woord 'beweegzekerheid' daarom als een gratis tip voor in een nieuw regeerakkoord. Het recht op bewegen moet daar gewoon in komen te staan als basisbehoefte. Daar zal iedereen, net als bij bestaanszekerheid, het over eens zijn. Zorg voor meer onderzoek naar (niet-)beweegredenen, zet concrete doelen op beweegzekerheid, maak een actieplan of stel desnoods een Nationaal Coördinator Beweegzekerheid aan. Maar houd het simpel met dat ene woordje, zodat bewegen voor iedereen ook simpel wordt.