Afscheid van de verenigingsondersteuning

Hoe gaat de nieuwe organisatie van de sport in Nederland eruitzien? Daar is onderzoek naar gedaan. De minister van Sport zal, naar verwachting voorjaar 2023, aan de leden van de Tweede Kamer over die nieuwe organisatie, een voorstel sturen. Jan Raateland, pleitbezorger van sterke sportverenigingen in Nederland, stelt dat bij die herinrichting van de sport ook kritisch naar het fenomeen verenigingsondersteuning gekeken moet worden. “Het kan gemeenteraadsleden en sportwethouders helpen sportverenigingen primair als maatschappelijke organisaties te zien.”

Het advies van een nieuwe organisatie, zowel structuur als de wijze waarop de financiering zou moeten worden ingericht, staat in het advies van de NLsportraad: de opstelling op het speelveld , van november 2020. Een toekomstbestendige organisatie en financiering van de sport, is de belangrijkste aanleiding van het onderzoek en het advies. In dat onderzoek, werd duidelijk dat er in de afgelopen dertig jaar niet veel in de organisatie van de sport is veranderd; zo dateert de fusie tussen NSF en NOC uit 1993.

Gelijk aan de organisatie van de sport in Nederland, is er ook op het gebied van verenigingsondersteuning nauwelijks iets veranderd. Naast en door elkaar vindt het aanbod van ondersteuning zowel landelijk – via de sportbonden - plaats, als ook regionaal (provincies) en lokaal (de gemeenten). Voor de grote gemeenten geldt dat er een afdeling verenigingsondersteuning is. Bij kleinere gemeenten combineert de beleidsmedewerker welzijn haar of zijn functie met die van sport of is er aansluiting gezocht bij de nu nog bestaande, inmiddels fors ingekrompen provinciale Sportserviceorganisaties.

Kanttekeningen bij verenigingsondersteuning

De verenigingsondersteuning heeft zich al die jaren voornamelijk onderscheiden door een op aanbod gerichte aanpak. Een aanbod waar slechts in beperkte mate belangstelling bestaat bij sportverenigingen. De opkomst bij informatiebijeenkomsten door sportbonden of gemeenten ligt zelden hoger dan 15%.

Ik ben niet de eerste die kritische kanttekeningen plaatst bij het fenomeen verenigingsondersteuning. Jan Janssens, directeur van onderzoek- en adviesbureau Chionis *), schreef in een serie artikelen over 'Sportverenigingen in transitie’, in februari 2019 het volgende:

"Er is in de afgelopen decennia rond de verenigingen een schil van professionele ondersteuning gevormd vanuit de landelijke sportorganisaties, de provinciale sportservices en de gemeenten. Verenigingsondersteuners, adviseurs, consulenten, sportmakelaars, combinatiefunctionarissen, buurtsportcoaches, procesbegeleiders en wat dies meer zij. Ze deden en doen allemaal hun stinkende best. Maar wat hebben al die inspanningen voor de verenigingen opgeleverd?
Als we heel nuchter de balans opmaken van circa 25 jaar verenigingsondersteuning kunnen we eigenlijk niet tevreden zijn
."

Waar hebben sportverenigingen wel behoefte aan?

Hoe zouden sportverenigingen wel en beter geholpen kunnen worden. Door duidelijkheid te krijgen over de vraag, meer specifiek de vraag achter de vraag. Daar is zowel tijd als aandacht voor nodig.

Anno 2022 zijn de bordjes verhangen. Sportverenigingen zijn meer en meer een onderdeel van onze samenleving, meer specifiek: de lokale samenleving. Het zijn maatschappelijke organisaties die veel meer te bieden hebben dan uitsluitend sport en bewegen. De bijdragen die sportverenigingen anno 2022, zowel op het gebied van sport en bewegen als maatschappelijk aan de samenleving bieden, draagt in belangrijke mate bij aan de leefbaarheid van de buurten en wijken en de gezondheid en vitaliteit van de inwoners. Goed georganiseerde samenwerking tussen sportverenigingen, onderwijs, zorg, welzijn en andere sectoren, geldt daarin als een voorwaarde.
Dat dit ook nog eens miljoenen in de zorgkosten kan besparen is een niet te onderschatten financieel economisch voordeel.

En daarmee zijn we aanbeland bij de paradigmaverschuiving van 2022: niet de sportverenigingen hebben ‘de overheid’ nodig, maar gemeenten doen er slim aan om sportverenigingen zodanig te faciliteren dat zij in staat zijn nog meer hun maatschappelijke bijdrage te leveren. Dat is goed voor de samenleving, de inwoners van de gemeente en ook voor de bestuurders, vrijwilligers van de sportverenigingen.

Het kan gemeenteraadsleden en sportwethouders helpen sportverenigingen primair als maatschappelijke organisaties te zien: een organisatie, een vereniging, die zich onderscheidt door de vrijwillige inzet van leden voor maatschappelijke doelen. Vanuit dat besef is het niet langer houdbaar de ‘aandacht’ voor sportverenigingen het monopolie van de afdeling sport bij de gemeente of van de sportbonden te laten zijn.

Volwaardige positie voor sportverenenigingen

Wanneer gemeenten werkelijk invulling en uitvoering willen geven aan 'samenwerken en verbinden', dan spreekt het voor zich, aan sportverenigingen een volwaardige positie toe te kennen, een eigen vertegenwoordiging in de lokale samenwerking. Alleen vanuit die positionering kan die samenwerking met de sectoren onderwijs, zorg, welzijn, cultuur, sociale zaken, werkgelegenheid, economie en stedelijke ontwikkeling, succesvol worden.

Het staat iedere sportwethouder van de 345 gemeenten in Nederland vrij om binnenkort te starten met een eigen begin van de organisatie en financiering van de sport in haar of zijn gemeente: Het faciliteren van sportverenigingen, door hen actief uit te dagen, te bevragen en bij te dragen in hun traject van professionalisering. Een dergelijk traject is met name bestemd voor de circa 6.000 sportverenigingen met een ledenaantal van tussen de 150 en 500 leden, die de slag naar professionalisering van hun verenigingsorganisatie nog moeten maken, maar door verschillende oorzaken daarin nog niet zijn geslaagd. In die groep van 6.000 schuilt een geweldige potentie en groei!

Iedere wethouder sport die op zoek is naar de realisatie van de doelen van zowel het Preventieakkoord als het lokale Sportakkoord, vindt in de lokale sportvereniging een belangrijke partner.

Aan de slag!

Over de auteur

Jan Raateland zet zich al meer dan tien jaar op allerlei manieren in voor de versterking van sportverenigingen in Nederland. Hij is een van de initiatiefnemers van stichting ONS, een stichting die mensen en sportverenigingen verbindt. www.stichtingons.nl

Lees meer over Jan Raateland in zijn auteursbiografie.

en op zijn website: De Sportverenigingen.nl