Gymdocenten Thijs Visser en Hans te Riet gooiden na de ASM-instructeursopleiding Advanced het roer om. Geen oefenvormen meer waarbij de uitvoering centraal staat, maar leerlingen zelf oplossingen laten bedenken. Impliciet leren is daarbij hét kernbegrip. We vroegen hen naar hoe die switch tot stand kwam en de ervaringen in het werkveld. “Ik verander de opdracht zodat de beweging aangepast wordt.”
Eerlijk is eerlijk. Veel zin had Thijs niet in een verplichte cursus. Na een dag lesgeven nog de lesbanken induiken, dat zou hem wel veel energie kosten. Achteraf is hij maar wat blij dat hij de ASM-opleiding volgde. "Het heeft mijn manier van lesgeven en mijn kijk op motorische ontwikkeling volledig veranderd. Het was absoluut een eyeopener."
Thijs Visser is gymdocent op ISK ’t Venster. In de internationale schakelklassen leren kinderen die uit het buitenland naar ons land zijn gekomen de Nederlandse taal, waardoor ze na 2 jaar kunnen instromen in het reguliere onderwijs. Op dit moment heeft Thijs voornamelijk te maken met kinderen uit Syrië en Oekraïne. "Het is een interessante, leuke en intensieve doelgroep. Daarbij komt een groot gevoel van verantwoordelijkheid kijken."
De opleiding van het Athletic Skills Model, een praktisch en wetenschappelijk model waarbij veelzijdig bewegen de rode draad is, was een eyeopener voor Thijs. "Op basis van mijn ALO-opleiding en eigen visie stuurde ik kinderen met name op een aanpassing in hun beweging. Dat deed ik dan vanuit een fysiek of verbaal voorbeeld. Ik leerde ze op een expliciete manier hoe ze bepaalde bewegingen moesten uitvoeren. Vanaf het moment dat ik de ASM-opleiding volg, switchte ik: mijn instructies zijn nu impliciet."
Een voorbeeld: als het doel is dat een leerling – bijvoorbeeld bij volleybal – de bal hoger over het net leert spelen, hangt Thijs het net hoger. Het verschil? Voorheen adviseerde hij leerlingen meer door de knieën te gaan of de vingers aan te spannen. Daarnaast zoekt Thijs continu naar oefenvormen waarbij leerlingen zichzelf moeten aanpassen: trampolinespringen? Dat wordt nu gedaan met drie verschillende trampolines die anders veren. Trefbal? Thijs zorgt voor verschillende ballen. Springen? De ene landingsmat is hard, de ander is zacht. Thijs: "Dat soort dingen zorgen ervoor dat de leerlingen zich aanpassen binnen de situatie. Doordat ze zelf de oplossing bedenken, blijft zo’n vaardigheid beter hangen in het motorisch systeem."
Ook in de privésfeer trekt Thijs deze impliciete manier van lesgeven door. Als voormalig ski- en snowboardleraar gaf hij zijn zoontje bij hun eerste skivakantie allerlei expliciete tips: zak door je knieën, zet je gewicht op het goede been, etc. "Ik was alleen maar aan het bijsturen, zoals ik gewend was." Dit jaar deed hij het anders. Hij liet zijn zoontje – en de neefjes die mee waren - vooral spelletjes doen. Thijs: "Denk bijvoorbeeld aan vijf keer de linkerkant en vijf keer de rechterkant van de piste aantikken. Dan gingen ze uit zichzelf op een bepaalde manier aanpassen. Mijn zoontje zei na de vakantie: ‘Op deze manier vind ik skiën echt leuk.' Mijn nieuwe kijk op bewegen heeft dus zelfs een positieve invloed op de sfeer in huis."
"Ik heb het idee dat mijn lessen leuker zijn, omdat ik niet aan het sturen ben op beweging, maar ik verander de opdracht zodat de beweging aangepast wordt"
Ook de sfeer in de lessen is beter, merkt hij. Dat komt met name omdat Thijs op deze manier prettiger voor de klas staat. "Ik heb het idee dat mijn lessen leuker zijn, omdat ik niet aan het sturen ben op beweging, maar ik verander de opdracht zodat de beweging aangepast wordt. Als ik nu een opdracht verander, impliceert dat geen goed of fout voor de kinderen. Dat maakt het voor hen leuker en prettig. Samenvattend kan ik zeggen dat de grootste aanpassing voor mij zit in het impliciet leren en de invulling van opdrachten."
Ook in de regio Twente wordt veel gewerkt volgens de filosofie van het ASM. Zo werd begin 2024 de eerste en gloednieuwe ASM-gymzaal (PLAYCE) geopend (Bij buurtcentrum De Boei in Enschede, red). Niet ver daarvandaan werkt gymdocent Hans te Riet, al ruim 16 jaar in het vak. Naast docent in het basis- en speciaal basisonderwijs is hij coördinator van vakleerkrachten Bewegingsonderwijs-docenten bij de Stichting Katholiek Onderwijs Enschede. In die rol was hij de aanjager om in september 2024 met de hele sectie de ASM-instructeursopleiding Advanced te volgen.
Hans hoorde vooraf veel enthousiaste geluiden van collega’s over de ASM-cursus. Met name de direct praktische toepasbaarheid sprak hem aan. "Dat was een voorwaarde voor de cursus die we uitzochten. Het moet in de praktijk direct iets opleveren en ook toepasbaar zijn bij een grote diversiteit aan doelgroepen, van speciaal (basis)onderwijs tot en met het voortgezet onderwijs", vertelt Hans.
De cursus stelde niet teleur. Sterker nog: het ging te snel voorbij. Hans: "De combinatie tussen avondbijeenkomsten, zelfstudie en een eindopdracht vond ik prettig werken. Ik vond het dusdanig interessant dat ik het elke keer snel voorbij vond gaan. We evalueerden de stof die we de les daarvoor bespraken en behandelden vervolgens nieuwe theorie, waarna we thuis met een opdracht aan de slag gingen. Dat was leerzaam. Uiteindelijk is het mooi dat het heel breed toepasbaar is."
In zijn eigen lessen paste Hans meerdere aspecten aan. Laat hij zijn leerlingen rollen? Dan combineert hij dat nu bijvoorbeeld met gooien en mikken. Als hij zijn leerlingen laat springen, dan krijgen ze een extra opdracht door gericht ergens te landen of tegelijkertijd een extra opdracht uit te voeren. Staat een balansoefening op het programma? Hans daagt ze uit door tegelijkertijd te kaatsen met een bal. "Ik merk dat door het koppelen van vaardigheden leerlingen sneller iets oppikken. En daarnaast vinden ze de oefening leuker." Ook zijn manier van instructie geven is anders. Hans geeft zoveel mogelijk impliciete aanwijzingen. "De kern is dat ik hen de oplossing zoveel mogelijk zelf laat bedenken."
"De kern is dat ik hen de oplossing zoveel mogelijk zelf laat bedenken."
De gymdocent is nu een half jaar bezig om de ASM-filosofie te verwerken in zijn lessen. In het vakwerkplan, waar traditioneel gewerkt wordt met drie vakken, is de Schijf van 10! geïntegreerd. De wetenschappelijk en praktisch onderbouwde Schijf van 10! bestaat uit tien grondvormen van bewegen die gezamenlijk belangrijk zijn voor een optimale motorische ontwikkeling en waarmee de leerlijnen bewegingsonderwijs veelzijdig worden behandeld.
Hans stelt dat het nog te vroeg is om te spreken in hoeverre ASM-methode resultaat oplevert. Maar, zo benadrukt hij, de eerste signalen zijn positief. "Doordat we meer variëren, dagen we kinderen meer uit in het bewegen. Daardoor hebben ze meer plezier en ik merk dat het een positieve vibe heeft op de les. We kunnen ze langer gebonden houden."
Een ander voordeel: op deze manier lesgeven geeft meer mogelijkheden om te differentiëren. Hans: "Als je focust op de uitvoering kunnen goede bewegers ondervraagd worden en mindere bewegers overvraagd. Met de manier waarop we nu werken is dat anders. Als de oefening is om de bal ergens op te mikken, kun je die oefening voor goede bewegers eenvoudig moeilijker maken. Aangezien ik werk met grote niveauverschillen tussen leerlingen is dat voor mij een belangrijke toevoeging.”
Als het aan Hans ligt, gaat hij verder op de ingeslagen weg. Dat wil zeggen: kinderen veelzijdig onderwijs aanbieden waarbij de Schijf van 10! van het ASM centraal staat. "We plannen een aantal interne bijeenkomsten om onze ervaringen te delen en van elkaar te leren. Vervolgens hoop ik op termijn met mijn collega’s ook de vervolgopleiding te doen. Ik ben ervan overtuigd dat het voor de jeugd een mooie toevoeging is. Dat gun ik alle kinderen."