In 2014 startte NOC*NSF, samen met de Scandinavische NOC’s, de Nordic International Leadership Education-opleiding, bedoeld om getalenteerde nationale sportbestuurders klaar te stomen voor een internationale bestuursfunctie of een IOC-commissiefunctie. "De kracht van de cursus zit hem ook in dat je meteen een netwerk opbouwt, namelijk met de collega-deelnemers uit Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken en inmiddels ook Estland", vertelt Herbert Wolff, directeur Internationale Betrekkingen van NOC*NSF. "We werken eraan om ook België, Duitsland te laten aansluiten."
De cursus duurt anderhalf jaar, met om de drie maanden een workshop van twee à drie dagen. Onder meer Michel Everaert (directeur Nevobo, nu ook bestuurslid van de internationale volleybalfederatie FIVB), Arnoud Strijbis (tot voor kort directeur Nederlandse handboogbond [inmiddels KNZB], nu nog vicevoorzitter van de Europese handboogbond) en Roger Davids (voorzitter van de KNLTB, die in het bestuur zit van internationale tennisfederatie ITF) hebben deze cursus gevolgd. Ook Boris van der Vorst, voormalig voorzitter van de Nederlandse boksbond die nu aan het hoofd staat van de nieuwe wereldboksbond World Boxing, was NILE-cursist.
"Er zijn in het internationale sportbestuur geen shortcuts. Je kunt niet even de bocht afsnijden, je bouwt het langzaam op"
Wolff: "Veertig, vijftig Nederlanders hebben inmiddels aan deze cursus deelgenomen. Een aantal zit nu in een internationaal bestuur, anderen zijn bezig op te klimmen. Je begint meestal als lid van een inhoudelijke commissie, dan word je voorzitter van een commissie, van daaruit lid van een bestuur en dan wellicht ooit voorzitter. Er zijn in het internationale sportbestuur geen shortcuts. Je kunt niet even de bocht afsnijden, je bouwt het langzaam op."
Een soortgelijke cursus organiseert NOC*NSF voor voormalige topsporters met bestuurlijke ambities. Wolff: "Deze cursus hebben we twee jaar geleden voor het eerst georganiseerd. Een aantal sporters zei naderhand: ‘Hier ga ik niet aan beginnen, niets voor mij.’ Anderen wilden wel verder en volgen nu een individueel traject. Dan koppelen we ze een-op-een aan een ervaren bestuurder, die met hen deelt hoe ze hun werk doen en met wie ze soms een periode dagelijks optrekken."
Ook organiseert NOC*NSF jaarlijks een bijeenkomst voor internationale bestuurders en commissieleden. Wolff: "De eerste keer kwamen er iets van vijftien mensen, inmiddels zijn dat er tachtig tot negentig. Ze komen bijeen om elkaar te zien, hun netwerk te versterken en ervaringen uit te wisselen."
Ook voor hen zet Wolff af en toe een individueel traject op touw. "Dan koppel ik een bestuurder die een bepaald probleem ervaart aan een collega die gedurende een bepaalde periode als mentor wil functioneren. Of ik breng een bestuurder die zich voor een internationale functie wil kandideren in contact met twee, drie gelouterde collega’s, om kennis en ervaringen uit te wisselen en hem of haar op weg te helpen naar zijn kandidatuur."
Er is trouwens nog een route waarlangs een Nederlander in het IOC kan komen, en wel via de IOC-atletencommissie. Zo zette de nieuwe voorzitter Kirsty Coventry haar eerste schreden in het IOC. In 2013 werd ze nog tijdens haar actieve zwemcarrière gekozen in de atletencommissie van het IOC. Vijf jaar later werd ze voorzitter en lid van de executive board van het IOC. Die route was Peter Blangé, lid van het Nederlands gouden volleybalteam van 1996, niet vergund. In 1999 schoof NOC*NSF hem naar voren om één van de acht plaatsen in het IOC in te nemen voor topsporters uit de olympische zomersporten. En bij de Winterspelen in Peking in 2022 werd Ireen Wüst genomineerd namens de wintersporters. In beide gevallen moesten de Nederlanders het afleggen tegen sporters uit andere landen.
Van den Tweel wil niet zeggen of er gewerkt wordt aan een nieuwe kandidatuur van een Nederlandse ex-sporter. "Informeel is dit met deze of gene sporter weleens onderwerp van gesprek: is de atletencommissie geen interessant toekomstperspectief? Maar ook hier geldt: de naam noemen is de naam afserveren."
Wolff: "Nederland heeft wel een vertegenwoordigster in de paralympische atletencommissie gehad. Bij de Paralympische Spelen van Tokio werd rolstoelbasketbalster Jitske Visser in die commissie gekozen; binnen die commissie werd zij toen ook voorzitter, waardoor ze toegang kreeg tot het bestuur van de International Paralympic Committee en ook aanschoof bij de IOC-atletencommissie. Wij hebben haar kandidatuur destijds ondersteund en samen gewerkt aan de juiste campagne. Inmiddels is ze weer gestopt, omdat ze nog actief sporter is. Ze speelt als prof in Duitsland en kon beide zaken niet combineren."
Ondanks het beleid van NOC*NSF om op alle niveaus van het internationale sportbestuur aanwezig te zijn en innige contacten te onderhouden, is Nederland in de absolute top minder goed vertegenwoordigd dan vijftien, twintig jaar geleden. Toppers als Els van Breda Vriesman-Commandeur en Hein Verbruggen, die voorzitter waren van respectievelijk de internationale hockeybond en de internationale wielerunie (en om die reden ook nog lid waren van het IOC!) hebben ‘we’ niet meer. Boris van der Vorst is voorzitter van World Boxing, maar die organisatie is door het IOC nog niet definitief als olympische bond erkend. En Gabi Kool is voorzitter van de internationale korfbalfederatie, maar die sport is niet olympisch.
Ook in de IOC-commissies is amper een Nederlander te vinden. Waar ooit Camiel Eurlings (financiële commissie, communicatie), Gerard Dielessen (communicatie), Marijke Fleuren (commissie Women in Sport), Rita van Driel (lid van de evaluatiecommissie van de Winterspelen van 2022) en Emiel Krijt (werkgroep matchfixing) de Nederlandse eer hooghielden, is nu alleen NOC*NSF-voorzitter Anneke van Zanen in een IOC-commissie actief. Twee jaar geleden werd ze gevraagd voor de commissie Olympism 365, die onderzoekt hoe de olympische sport gebruikt kan worden om sociaal-maatschappelijke doelen van de Verenigde Naties te realiseren.
Van den Tweel: "Natuurlijk zijn IOC-commissies belangrijk. Maar er zijn commissies bij andere organisaties die net zo belangrijk, of misschien wel belangrijker, zijn. Zo zit Anneke ook in een commissie van ANOC, de koepelorganisatie van alle NOC’s, die de toekomststrategie van deze organisatie uitwerkt. Een formele positie heeft betekenis, maar het echte werk gebeurt soms in een werkgroep waar je misschien maar drie maanden of een halfjaar in zit, maar waar wel echt iets nieuws wordt bedacht."
Bekijk hier het complete overzicht van Nederlandse bestuurders in internationale sportorganisaties:
Dit is het tweede deel van een artikel uit vakblad Sport & Strategie. Lees ook deel 1: