Het beste uit 100 x S&S: interview met Hein Verbruggen

Verbruggen in 2011: "De beste lobby voor het Olympisch Plan is een Nederlander in het IOC"

Ter gelegenheid van de onlangs verschenen 100ste editie van vakblad Sport & Strategie duiken we in ons archief. We halen de beste interviews met de topstukken uit sport en politiek van de afgelopen jaren en presenteren die hier online opnieuw. Tien jaar geleden sprak Frans Oosterwijk daarom met Hein Verbruggen. Hij overleed in 2017, maar de strategische aspecten die hij in 2011 in Sport & Strategie besprak zijn nog altijd relevant. "Wie zit er in 2021, als de olympische stad wordt gekozen, namens Nederland in het IOC?"

Een land dat de Olympische Spelen wil binnenhalen heeft vrienden ‘in high places’ nodig. In dat verband is Hein Verbruggen Nederlands beste vriend. Weliswaar is hij sinds 2008 geen IOC-lid meer, maar hij mag als erelid nog steeds alle congressen bijwonen, zoals deze maand in Durban, en kent elk IOC-lid persoonlijk. Ook als voorzitter SportAccord waarbij alle internationale sportbonden zijn aangesloten, is hij een ongeëvenaard knooppunt van belangen en relaties. Hein kent alles en iedereen, en iedereen kent hem: mensen bij het IOC, internationale bonden en bij Nationale Olympische Committees.

Door Frans Oosterwijk

Niet onlogisch dus dat hij een paar maanden geleden door een groep kopstukken uit de Nederlandse sport, die zich in Brazilië lieten informeren over de ins en outs van het Braziliaanse bid voor de Spelen van 2016, naar voren werd geschoven als de man die de Nederlandse kandidatuur voor de Spelen van 2028 nationaal en internationaal smoel moet geven. Verbruggen: "Ik was vereerd om genoemd te worden, maar ik ben zojuist zeventig geworden. Ik stel mijn diensten graag ter beschikking, maar niet om de kar te trekken. Maar knowhow leveren, mensen met elkaar in contact brengen, daarbij helpen, dat is geen enkel probleem."

Bruggenhoofd

Vroeger dacht Verbruggen wel eens dat Nederland de grootsheid en drive ontbeerde om een olympisch kandidaat te zijn. Daar is hij van teruggekomen. Hij draagt het Olympisch Plan 2028 een goed hart toe en kan zich prima vinden in de opzet ervan: eerst de infrastructuur op peil brengen, met de organisatie van de Spelen als bekroning. "Haal je de Spelen niet, dan heb je in ieder geval de structuur, de stadions en gebouwen, om topsport te bedrijven. Sta ik helemaal achter. Maar over het belangrijkste strategische aspect van die kandidatuur hoor ik niemand: Wie zit er in 2021, als de olympische stad wordt gekozen, namens Nederland in het IOC? Wie lobbyt daar voor ons en bezorgt ons die kandidatuur?"

Tot voor kort hoefde niemand zich hierover het hoofd te breken. Met vier vertegenwoordigers in het IOC was Nederland eerder over- dan ondervertegenwoordigd. Maar dat bruggenhoofd is in snel tempo afgebrokkeld. Hein Verbruggen en Els van Breda Vriesman zaten in het IOC als voorzitter van de internationale wielerunie en de internationale hockeybond. Toen aan dat mandaat een einde kwam, moesten ze ook hun IOC-zetel opgeven. Anton Geesink overleed begin dit jaar, het enige IOC-lid dat ons land rest is kroonprins Willem Alexander, en die stopt ermee als hij koning wordt (wat morgen kan zijn, maar evengoed ook over tien jaar). Verbruggen: "Als Willem-Alexander stopt en hij wordt niet vervangen door een Nederlander, dan is dat rampzalig voor het Nederlandse bid. De beste lobby voor het Olympisch Plan is een Nederlander in het IOC. Het garandeert niets, maar maakt je kansen aanzienlijk groter."

Gunnen

En hij legt uit hoe in 2009 Brazilië heeft gewonnen. "Dat was allereerst de verdienste van een sterk bid, maar ook heel erg van Carlos Nuzman, voorzitter van het Braziliaans NOC en lid van het IOC. Nuzman heeft jarenlang zijn 114 collega’s bewerkt om het Braziliaanse bid te steunen, en heeft bij alle leden enorm veel sympathie gewekt voor zijn bid."

"Dat zag je terug in het verloop van de stemming. De mensen die in eerste instantie voor een andere stad hadden gekozen, kwamen uiteindelijk allemaal bij hem terecht. In de eerste ronde ging het tussen Rio, Madrid, Tokio en Chicago. Chicago kreeg 18 stemmen, het minste aantal, en viel af. Die 18 stemmen gingen in de tweede ronde allemaal naar Rio, want Rio sprong daarin van 18 naar 46. In die ronde viel Tokio af en die stemmen gingen in de volgende ronde ook bijna allemaal naar Nuzman. Daarom won Rio met grote meerderheid. Madrid, de andere overgebleven kandidaat, had in alle stemrondes rond de dertig stemmen. Daaraan kun je zien wat je kunt winnen als je de sympathie hebt van de leden."

"Je belangrijkste pion voor de Spelen 2028 is het Nederlandse IOC-lid in 2021. Hij/zij kan het verschil zijn tussen winnen en niet winnen"

Hein Verbruggen

"Het is dus cruciaal dat je iemand in het IOC hebt die de kandidatuur voor je kan winnen. Die in 2021, als de olympische stad voor 2028 wordt gekozen, zo’n positie heeft bij zijn collega’s dat ze zeggen: we geven het aan hem. Je geeft het dan meer aan een collega, de man die er hard voor heeft gewerkt, die sympathie heeft gewekt en door iedereen wordt vertrouwd. Misschien valt hun eerste keuze nog op een andere stad, als ze daarna maar op jou stemmen. Om die stemmen ging het in 2009, en ze gingen allemaal naar Rio."

"In 2005 toen Londen de Spelen van 2012 won, gebeurde hetzelfde. Het gezicht van dat bid was Sebastian Coe. Die zat wel niet in het IOC, maar als oud-atleet en olympisch medaillewinnaar kende hij iedereen; in de jaren voor de stemming heeft Coe alle leden al bewerkt om, als het ooit zover zou komen, Londen de kandidatuur te gunnen. Daarom: je belangrijkste pion voor de Spelen 2028 is het Nederlandse IOC-lid in 2021. Hij/zij kan het verschil zijn tussen winnen en niet winnen."

Euvel

Met Pieter van den Hoogenband heeft Nederland in 2008 volgens Verbruggen de eerste kans gemist om het Hollands smaldeel in het IOC op peil te houden. "Als Pieter zich in 2008 had gekandideerd voor de AtletenCommissie, had hij grote kans gehad om gekozen te worden en zou hij namens de atleten IOC-lid zijn geworden. Vertegenwoordigers van atleten in het IOC, zoals Sergej Boebka, Franky Fredericks, Alexander Popov, komen vaak uit getalsmatig grote sporten zoals de atletiek, roeien en zwemmen. Atleten stemmen nu eenmaal vaak op een kandidaat uit hun eigen sport, zeker als het een grootheid is als Pieter. Als hij was gekozen, dan had hij voor acht jaar in het IOC gezeten, en dus in 2016 weer moeten plaatsmaken. In die periode had hij best goed werk kunnen doen voor het bid, maar in 2021, als wordt gestemd over de olympische stad van 2028, zou hij allang zijn vertrokken."

Overigens kan Van den Hoogenband zich volgend jaar bij de Spelen in Londen nog steeds namens de atleten kandideren, merkt Verbruggen op. "Maar dan mag hij maar vier jaar blijven zitten want de zittingstermijn van atletenvertegenwoordigers wordt gerekend vanaf de laatste deelname aan een Olympische Spelen. Dus ook dan moet hij er in 2016 weer uit."

Een eventuele zetel in het IOC voor André Bolhuis lijdt aan hetzelfde euvel: het biedt geen soelaas voor het welslagen van het Olympisch Plan. Verbruggen: "Bolhuis is al 65, en IOC-leden moeten in het jaar nadat ze 70 zijn geworden, met pensioen. In het geval van Bolhuis is dat dus in 2017."

Anticiperen

Het Olympisch Plan 2028, aldus Verbruggen, is het beste af met een Nederlands IOC-lid dat als opvolger van prins Willem-Alexander terechtkomt in de groep van zeventig permanente leden. Iemand die niet wordt gehinderd door een mandaat of verkiezingstermijn en tot zijn zeventigste kan blijven zitten. "Als die man of vrouw de goede leeftijd heeft, midden veertig, begin vijftig, dan ben je voor het hele olympisch traject gedekt, zelfs tot 2028."

Helaas is lang niet zeker of er automatisch een Nederlander als opvolger van WA wordt benoemd. Verbruggen: "Er zal driftig gelobbyd moeten worden. Er zijn 70 zetels en 205 NOC’s, en elk land wil wel iemand in die groep. En je moet accepteren dat het IOC in the end zijn eigen keus maakt. In 1988 koos het IOC voor Anton, in 1998 voor Willem Alexander. In beide gevallen waren namens Nederland andere kandidaten naar voren geschoven."

"Toch is dat het enige dat je kunt doen: lobbyen dat Nederland zijn plaats behoudt bij de groep van 70 en een interessante man of vrouw als boegbeeld van de Nederlandse olympische ambities naar voren schuiven. Als de kroonprins koning wordt, moet je iemand klaar hebben als zijn opvolger! Die post is cruciaal, daar moet je nu al op anticiperen."

Proefdraaien

Dat anticiperen moet volgens Verbruggen beginnen met een profielschets. "Wat verlang ik van deze man of vrouw. Wat heb ik nodig? Wat moet hij voor ons gaan betekenen? Want je praat over iemand die misschien wel 25 jaar voor Nederland in het IOC zit."

"Het moet een persoon zijn met de juiste achtergrond en het juiste netwerk, iemand die zich snel thuisvoelt in het IOC, die kan socialiseren maar ook strategisch actief kan zijn. Dan kom je volgens mij eerder uit bij een professional die nu op een hoge bestuurspositie zit dan bij een voormalige sporter die zich op bestuurlijk vlak nog niet heeft onderscheiden en van wie je moet afwachten of hij er de liefde en capaciteiten voor heeft. Het kan een sportbestuurder zijn, maar ook iemand uit het publieke domein, een (ex-)politicus of diplomaat of iemand uit het bedrijfsleven. Jacques Rogge was arts, André Bolhuis is tandarts!"

Omdat (inter)nationale promotie van het Olympisch Plan een van zijn voornaamste taken zal zijn, is het volgens Verbruggen geen slecht idee om het aspirant IOC-lid te laten proefdraaien als voorzitter van Olympisch Vuur, om van daaruit de sprong naar het IOC te maken. "Hij/zij moet ruime middelen krijgen om het Olympisch Plan te promoten, maar moet er zelf ook helemaal voor gaan. Dus niet iemand die al voor 180 procent bezig is in een andere job. Want als je eenmaal in het IOC zit en je doet het goed, dan krijg je functies. Dan word je voorzitter van een commissie, en daarna nog een, en dijen je werkzaamheden alsmaar verder uit. Dat zijn investeringen, daar moet je tijd voor hebben."

Foto: ANP Foto