"Als je invloed wilt hebben, moet je wel iets te bieden hebben"

DEBAT: Wat kan Nederland doen om weer een Nederlandse vertegenwoordiger in het IOC te krijgen? Aflevering 4: Raymon Blondel

Hoe belangrijk is het om een Nederlander in het IOC te hebben? Heeft Nederland op grond van zijn sportieve prestaties op de Olympische Spelen ‘recht’ op een IOC-zetel? Wat kan NOC*NSF doen om zich bij de nieuwe IOC-voorzitter Kirsty Coventry in de kijker te spelen en opnieuw een plek in het IOC in de wacht te slepen? Op verzoek van Sport & Strategie bogen vijf ervaren Nederlandse sportbestuurders zich over deze vragen. Aflevering 5: Roger Davids, bestuurslid internationale tennisfederatie ITF en tot voor kort voorzitter de KNLTB.

Met de invoering van een nieuw bestuursmodel waarbij de KNLTB overstapt naar een Raad van Toezicht, is afscheid genomen van een aantal leden van het Bondsbestuur, waaronder Roger Davids. Bij het afscheid van het bestuur werd Davids benoemd tot erelid van de KNLTB, als erkenning voor zijn jarenlange, toegewijde inzet voor de tennissport zowel nationaal als internationaal.

Eerder deelde Davids in vakblad Sport & Strategie zijn visie op het belang van een Nederlands IOC-lid:

Internationale footprint

"Ik zou de vraag achter de vraag willen stellen: waarom zouden wij een IOC-lid willen hebben en invloed willen hebben op het IOC? Wat wil je dat een Nederlands IOC-lid voor Nederland doet? En: wat kán hij of zij doen? Want het IOC heeft meer dan honderd leden en binnen die groep is er een kleinere groep, de executive board, die veel beslist. Hoe kan een eenling de agenda van het IOC beïnvloeden? Is er geen manier waarop je dat meer en beter kunt doen?

Onder Bach is het IOC danig veranderd. Er zijn meer inkomsten aangeboord, uit partnerships, ticketverkoop. Ook is het IOC met van alles en nog wat bezig, van milieu en klimaat tot de vraag of er niet veel meer geld naar sporters en federaties moet. Wat kan of moet een Nederlands IOC-lid daaraan bijdragen? Als resultaatgericht persoon denk ik dat je het beste eerst kunt formuleren op welk vlak je het IOC-beleid wilt beïnvloeden. Wat zijn je ambities met een Nederlands IOC-lid en hoe kom je dan tot een effectieve lobby?

Vanuit die achtergrond ben ik zelf internationaal actief geworden. NOC*NSF heeft op een gegeven moment voorzitters van bonden bij elkaar geroepen en gevraagd: ‘Jongens, wat is jullie internationale footprint?’ Zo werd ik gestimuleerd na te denken: Welke bijdrage kan ik internationaal leveren? Ik ben eerst in Tennis Europe en toen in ITF terechtgekomen en heb geprobeerd daar het beleid te beïnvloeden."

"Als resultaatgericht persoon denk ik dat je eerst moet formuleren op welk vlak je het IOC-beleid wilt beïnvloeden"

Roger Davids

"Onderscheidend punt van het Nederlandse tennis is dat we naast toptennissers ook de recreatiespelers weten te binden. Dat we laagdrempelige, voor iedereen toegankelijke competities organiseren, intensief samenwerken met zowel verenigingen, commerciële partners als zelfstandig ondernemers. En vooral: dat we de digitaliseringsslag die erachter zit zo goed hebben gefaciliteerd. Dat levert de tennisbond behalve positie ook structureel financiën op. Binnen ITF ben ik nu aan een soortgelijk project bezig, om naast de professionele spelers ook de recreatiespelers aan ons te binden, hetgeen in potentie ook meer omzet moet opleveren dan de huidige inkomsten. Zo kan ik als Nederlandse bestuurder iets toevoegen aan ITF. Op soortgelijke wijze zou een Nederlands IOC-lid ook iets kunnen toevoegen aan het IOC. Als je invloed wilt hebben, moet je wel iets te bieden hebben."

"Wat NOC*NSF de afgelopen jaren goed heeft gedaan, is Nederlandse bestuurders in een positie brengen dat ze gekozen konden worden in een internationale federatie. Dat is soms gelukt, en ook weleens niet. Door mensen in een internationale positie te brengen, kun je óók invloed uitoefenen op het IOC. Zo zit ITF-voorzitter David Haggerty in het IOC. Als bestuurslid van de ITF kan ik Haggerty makkelijk aanspreken en via hem invloed uitoefenen op het IOC. Als je dat doet met meerdere bestuursleden van verschillende internationale sportfederaties en andere gremia, dan kun je via hen aanzienlijke invloed hebben op het IOC-beleid. Zet je als land al je kaarten op dat ene IOC-lid uit jouw land, dan wordt dat veel lastiger, want tja, er zijn nog honderd andere IOC-leden."

Nederland is op zijn sterkst als we een inhoudelijke, breed gedragen agenda hebben. De enige manier om effectief invloed te hebben op het IOC, is in mijn visie: een collectieve agenda bedenken met bijvoorbeeld drie essentiële punten. En die agenda via onze bonden en onze internationale vertegenwoordigers en mogelijk ook via onze internationale politici consequent uitdragen. Je moet dus wel medestanders vinden, landen die je agenda steunen, een ’coalition of the willing’ smeden. Vind je iemand die van die agenda het boegbeeld kan zijn, dan kun je via hem of haar eventueel ook een lobby opzetten voor een Nederlandse IOC-zetel. Dan kun je de koers van het IOC rechtstreeks beïnvloeden en het schip nog sneller laten varen."

Symboolpolitiek

"Wat niet effectief is en volgens mij ook niet past bij Nederland, met zijn inhoudelijke traditie en zijn doortimmerde sportstructuur, is denken dat onze sportieve prestaties recht geven op een IOC-zetel. Of dat alles goed komt zodra we een landgenoot in het IOC hebben. Dat is symboolpolitiek. Als die persoon niets te melden heeft, dan zijn we nog verder van huis.

Vraag is wel wat die drie essentiële punten moeten zijn. Aan interessante thema’s geen gebrek. Zorgen dat de Spelen aan meerdere landen toegewezen kunnen worden; dat meer geld naar de sporters en de federaties gaat; andere landen stimuleren tot meer inclusiviteit of meer gelijkheid tussen valide en niet-valide sporters; een sterkere verbinding tussen top- en breedtesport. Misschien dat NOC*NSF een aantal ervaren internationale bestuurders bij elkaar kan brengen om onze positie op de internationale kaart te bepalen en de thema’s te benoemen die we kunnen toevoegen."

Dit artikel verscheen eerder in een debatstuk in vakblad Sport & Strategie (editie 2-2025).

Lees ook de eerdere bijdragen: