Ode aan de Sportvereniging door Rudmer Heerema: "Hoogtijdagen"

In het vakblad Sport & Strategie (editie 3-2018) laten we een klaroenstoot klinken en brengen we met diverse artikelen een ode aan de sportvereniging, hoeksteen van de Nederlandse sportcultuur. In deze serie haalt een aantal prominenten uit de sport herinneringen op aan de sportvereniging(en) uit hun heden of verleden. Zij schilderen zo en passant het Nederlands sportlandschap door de jaren heen, met de vereniging als eeuwige constante. Aflevering 5: Rudmer Heerema.

"Ik heb mijn hele leven doorgebracht in het sportverenigingsleven in Alkmaar. Als klein jochie zat ik eerst op atletiek. Ik genoot van de trainingen op de rugbyclub, waar het grootste grasveld van Alkmaar lag en waar ik leerde gooien, werpen, vangen, rennen, springen en stoten. Ik heb zelfs nog steeds het kogelstootclubrecord, dat sinds 1986 op mijn naam staat. En daar ben ik nog steeds een heel klein beetje trots op.

Ik kan me nog zo goed herinneren dat ik naar wedstrijden ging, mijn moeder broodjes met ham én kaas klaarmaakte (koude tosti) en dat ik samen met mijn vriendjes achter in de auto bij mijn vader naar de wedstrijd reed. Voor mij was dat de atletiekvereniging: mijn vriendjes, de trainer en mijn ouders als vrijwilligers.

Niet veel later maakte ik de overstap naar de zwemclub Proface DAW. Ik heb daar vele prachtige jaren gehad en de zwemvereniging was mijn tweede thuis. Dit jaar bestaat de club honderd jaar! Diepgeworteld in de Alkmaarse samenleving. Omdat ik ouder was, merkte ik al snel dat de vereniging veel groter was dan de directe omgeving waar ik mee te maken had. Zo was de vader van mijn vriendje voorzitter van de barcommissie, hielpen eigenlijk alle ouders met hand- en spandiensten, zoals toernooiorganisatie, mijn moeder werd jurylid, mijn vader penningmeester en zelf ging ik vrijwillig training geven aan de jongere kinderen.

Elke dag ging ik naar het zwembad, in mijn hoogtijdagen als sporter een keer of acht in de week. We gingen er twee uur voor de training heen en bleven na de training nog héél lang douchen. Mijn eerste vriendinnetje kreeg ik door het zwemmen, mijn eerste en enige penvriendinnetje ook.

Saamhorigheid

Ik zou me geen sportlandschap in Nederland kunnen voorstellen zonder sportverenigingen. Ze zijn van onschatbare waarde voor de saamhorigheid, om te genieten van succes, om te leren omgaan met winst en verlies en simpelweg om ‘iets’ terug te doen voor de maatschappij. Maar naast al het plezier dat we van onze sportvereniging hadden, was er een misschien nog wel veel belangrijker effect. Onze vereniging was er ook voor kinderen met wie het minder goed ging. Dat kon iets simpels zijn als slechte schoolresultaten, maar ook zwaardere dingen, zoals de echtscheiding van ouders tot aan een moeder die overleed aan kanker. Onze vereniging was er altijd voor diegenen die een zware periode hadden."

"Daarom koester ik ons verenigingsleven. Ik vind dan ook dat we sportverenigingen die sterker en professioneler willen worden zo veel mogelijk moeten ondersteunen. Vanuit de positie die ik nu heb, als Tweede Kamerlid van de VVD, kan ik daar ook echt iets aan doen. Want iedereen verdient het om dat prachtige gevoel van saamhorigheid, het plezier, de bescherming en het groepsgevoel van de sportvereniging te ervaren."

Rudmer Heerema, Tweede Kamerlid namens de VVD

Dit artikel verscheen eerder in vakblad Sport & Strategie (editie 3-2018). Nieuwsgierig naar de rest van dit prikkelende vakblad voor bestuurders in de sport? Neem dan nu een abonnement.

Foto: Shutterstock