"Durf je eigen aannames over wat sport is, eens tussen haakjes te zetten"

Nieuwe columnist Aldo Houterman over het nut van filosofie voor de sport

© Foto: Jessica Brouwer

Wat is het nut van de filosofie voor een praktisch werkveld als de sport? Voor sportfilosoof Aldo Houterman is dat geen vraag. Hij ziet juist interessante aanknopingspunten vanuit zijn vakgebied met dat van sportprofessionals. "Sportfilosofie gaat ook over het herkennen van wat leeft onder sporters en mensen die daarmee bezig zijn." In zijn columns op Sport & Strategie, die hij afwisselt met Roxanna van Erp, wil hij nieuwe perspectieven naast bestaande ideeën over sport plaatsen.

Aldo Houterman is zelf fervent wielrenner, een sport die zich bij uitstek leent om onderweg bij na te denken. Dat nadenken wordt vaak als iets van het hoofd gezien, bemerkte de filosoof. "Maar we kunnen nadenken omdat we een lichaam hebben. Het nadenken hoeft niet per se iets van het hoofd te zijn, dat kunnen we ook doen in de beweging. We vergeten in de filosofie vaak het lichaam. Dat zie ik ook in de wetenschap terug. Zeker in de neurowetenschap, dan is de klassieke gedachte: de mens is zijn brein. Dan zie je een klassiek filosofisch schema: het lichaam wordt ondergeschikt aan het brein, dat is een koning op de troon. Dat veronachtzaamt hoe breinen zijn gegroeid in het lichaam, hoe ze bewegen. Het is ingesteld op beweging en aanraking, niet alleen op visuele informatie."

‘Ik beweeg dus ik ben’

Dat gangbare mensbeeld is ook terug te vinden in de psychologie, vervolgt Houterman. "Psychische stoornissen zijn typische hersenstoornissen, dan moeten we in het brein zijn om iemand te genezen. Op zich interessant natuurlijk, maar wat gebeurt er in de rest van het lichaam? Om dat te begrijpen heb ik geprobeerd om sport als uitgangspunt te nemen." Dat onderzoek leidde tot het boek Wij zijn ons lichaam, wat hij als tegenreactie schreef op het veelgeprezen Wij zijn ons brein van neurobioloog Dick Swaab.

'Ik beweeg dus ik ben' staat in grote letters op de achterflap. Het vat zijn zoektocht in het boek goed samen. Hij wil laten zien dat het lichaam een veel grotere functie mag worden toegedicht dan uitvoerder van wat vanuit het brein als 'commandocentrum' wordt opgedragen.

Lessen van Tom Dumoulin

In het boek haalt de schrijver allerlei voorbeelden aan zoals Johan Cruijff, Tim Krul en Tom Dumoulin. Hij kreeg opvallend veel reacties op zijn boek van trainer-coaches en sportopleiders. Wij zijn ons lichaam wordt zelfs als studiemateriaal gebruikt bij de opleiding Sportkunde / ALO bij verschillende hbo’s. "Ik kreeg ook van coaches te horen dat ze het boek hun sporters lieten lezen. Bijvoorbeeld het hoofdstuk over Tom Dumoulin, waarin ik schrijf dat de beweging niet meer goed gaat als je er te veel over na gaat denken. Een wielercoach had dat aan zijn renners die vastliepen laten lezen om ze te helpen."

Lees hier de boekbespreking van 'Wij zijn ons lichaam':

"Ik ken veel mensen die afhaken op sport, omdat ze een bepaald idee hebben van sport: het moet gaan over winnen of hele zware fysieke inspanning. Dat geeft een mooie spiegel"

Aldo Houterman - Sportfilosoof

Die reacties uit de sport hebben Houterman ook gesterkt in zijn idee dat sportfilosofie sportprofessionals kan helpen. Dat is ook een vraag die hem bezighoudt als onderdeel van het Erasmus Center for Sport Integrity & Transition (ESPRIT), waar hij promoveert op de sportfilosofie van de door hem veel aangehaalde filosoof Michel Serres. Vanuit ESPRIT schuift hij desgevraagd aan bij ethische commissies van bonden en andere sportorganisaties, zoals het onlangs gestarte platform Dans Veilig. Het ziet het als zijn taak om in gesprekken over bijvoorbeeld veiligheid in de sportwereld vooral bestaande structuren te bevragen. Iets wat hij als docent medische ethiek aan het Amsterdam UMC ook doet.

Spiegel voorhouden

Sportfilosofie moet in de ogen van Houterman niet als iets hoogdravends worden gezien. Het is veel praktischer dan veel mensen zullen denken. Het kan volgens hem heel goed helpen om de behoeftes van sporters en niet-sporters te begrijpen. "Ik ken veel mensen die afhaken op sport, omdat ze een bepaald idee hebben van sport: het moet gaan over winnen of hele zware fysieke inspanning. Dat is interessant. Dat geeft een mooie spiegel. Er bestaan nog meer impliciete ideeën over wat sport is en wat het zou moeten zijn, zoals 'dat sport gaat om excelleren' of dat het maar ‘een spelletje’ is. Die sturen onze gedachte over een training of een therapie. Het helpt ons om die impliciete ideeën wat meer te bevragen en naar voren te laten komen. Het is goed je eigen aannames over wat sport is, ook eens tussen haakjes durft te plaatsen. Daar andere perspectieven naast te zetten. Dat is wat sportfilosofie in de kern is."

Naar nieuwe kaders bewegen

In zijn column op sportenstrategie.nl wil hij ook ethische vragen stellen bij de bestaande beelden over wat sport is en wat het zou moeten zijn. "Met reflectie kan de sport uiteindelijk ook verder komen." Hij ziet al interessante initiatieven ontstaan die nieuwe kaders over het denken over sport kunnen neerzetten. Een goed voorbeeld van anders denken zag hij in wielerploeg Beat Cycling, dat op trainingskamp naar Spanje ging per trein in plaats van per auto. "Je ziet dat de sport al heel erg meebeweegt. Maar hoe duiden we dat? Wat voor ideeën over de sport van de toekomst zitten daarin? Welke vinden we de moeite waard. In het kader van preventie is het belangrijk om te vragen: wat verstaan we onder sport? En natuurlijk: in het kader van klimaatopwarming hoe beweegt de sport op mee op die ontwikkeling?

Foto: Jessica Brouwer

De eerste column van Aldo Houterman verschijnt later deze week op deze website. Lees ook het interview met Roxanna van Erp: