Blijven sporten door een sterk sociaal netwerk

Socioloog Rob Franken promoveerde op het belang van sociale netwerken in de sport

© 365 Focus Photography / Shutterstock.com

Mensen een leven laten lang laten sporten of bewegen. Bij die missie van veel lokale programma’s of sportakkoorden gaat het veelal over het activeren van mensen. Die aanpak maakt mensen vaak tijdelijk actiever, maar zorgt niet dat mensen in sportdeelname behouden blijven. Wat maakt dan dat mensen langdurig blijven sporten? Socioloog Rob Franken heeft dat met zijn promotieonderzoek aan de Radboud Universiteit Nijmegen geprobeerd te verklaren aan de hand van sociale netwerken. Hij toont aan dat de mensen met wie je sport een cruciale rol spelen bij het volhouden van sportactiviteiten. Voor sportclubs ligt daarin een kans om meer op de sociale verbinding te focussen.

Het startpunt van het onderzoek van Franken was het wereldwijde probleem van fysieke inactiviteit. "Mensen zitten te veel, bewegen te weinig en zweten te weinig. Sport is natuurlijk een belangrijk middel om dat tegen te gaan, omdat we weten dat gezondheid niet de belangrijkste motivatie van mensen is om actief te worden. Sport heeft gelukkig allerlei andere leuke elementen zoals competitie, sociale binding en identiteit." Het is hem opgevallen dat veel initiatieven en programma’s gericht zijn op het aantrekken van mensen naar sportactiviteiten, maar het behouden van die mensen voor de sport slaagt minder. "Daar ligt de grootste uitdaging: het behouden van individuen."

Franken ziet dat bij het bevorderen van een actieve leefstijl vaak een persoonlijke aanpak wordt toegepast, zoals het aanleren van motorische vaardigheden bij kinderen of het informeren over een gezonde actieve leefstijl van specifieke doelgroepen. "Maar vanuit onderzoek in de gezondheidspsychologie weten we al jaren dat gezondheidsgedrag juist sterk wordt beïnvloed door de mensen om ons heen. We weten dus dat het sociale netwerk van individuen belangrijk is voor wat dan ‘duurzame gedragsverandering’ wordt genoemd. Of wij een bepaald gedrag aannemen en vasthouden – of het nou gaat om (stoppen met) roken of alcohol drinken – hangt vaak af van of anderen in ons sociale netwerk dit gedrag zelf vertonen en goedkeuren."

"Ben je met iemand bevriend en is hij of zij beschikbaar om te sporten? Die twee dingen samen maken een duurzame sportrelatie"

Rob Franken

Dat uitgangspunt moet dan ook voor sport en bewegen gelden, was de gedachte bij Franken. "Daarom hebben we met dit onderzoek als doel gehad om niet te focussen op gáán sporten maar op het blij́ven sporten, om zo te kijken of we dat beter kunnen verklaren aan de hand van met wie mensen sporten." Omdat bekend is dat samen sporten motiverend werkt om te blijven sporten, is Franken de sociale netwerken van mensen gaan uitpluizen. "Ik wilde weten: waar ontstaan die netwerken? Langs welke lijnen zijn die netwerken gestructureerd? Is dat vanuit de formele club-context of juist meer informeel en ongebonden? Dat was het startpunt van mijn onderzoek."

Sportplezier tijdens levensloop

Zijn onderzoeksproject was overigens nog onderdeel van een veel groter project van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA), gericht op hoe mensen gedurende hun levensloop sportplezier ervaren. Uit dat grotere project kwam naar voren dat mensen bij grote transities in hun leven vaak afhaken bij de sport. "Bij dat soort momenten van grote verandering moet je denken een eerste baan, een eerste kind; dat zijn vaak periodes waarin mensen minder gaan sporten of helemaal stoppen. Bij veel van die transities is het ook denkbaar dat het samengaat met verandering in je netwerk."

Met zijn onderzoek is hij vanuit het netwerkperspectief naar de sport gaan kijken. "Hoe zien die netwerken eruit en hoe ontwikkelen die over de tijd? En hoe is iemands levensloop daarmee verweven? Ik laat in mijn onderzoek dus ook zien dat over de tijd veranderingen in je netwerk samengaan met veranderingen in sportdeelname. Die transities die mensen meemaken, gaan vaak samen met het uiteenvallen van sportnetwerken. Nou, tel ze bij elkaar op en je hebt eigenlijk een verklaring voor waarom die levensloop mogelijk soms negatief kan uitpakken op sportdeelname."

Sportnetwerken in kaart

Het in kaart brengen van iemands levensloop of een sociaal netwerk is al lastig, laat staan de combinatie. "Gelukkig weten wij die hele puzzel op te delen in stukjes. We hebben bijvoorbeeld eerst onder een groep hardlopers die gingen debuteren op de Zevenheuvelenloop in Nijmegen gekeken hoe hun netwerk zich over de tijd ontwikkelde. Met wie gaan ze trainen, wie valt er uit het netwerk, welke mensen komen ervoor in de plaats en hoe blijven ze trainen, hoe gemotiveerd blijven ze over de tijd en komen ze opdagen bij de start van het evenement?"

Om verandering van netwerken en sportdeelname aan elkaar te koppelen, heeft Franken in een andere studie een grote groep studenten bevraagd. "De studentenperiode is bij uitstek een periode met heel veel transities: het ouderlijk huis verlaten, een nieuwe studie beginnen, bij een (studenten)vereniging gaan. Dat was voor mij een hele interessante doelgroep om te kijken hoe sociale netwerken veranderen tijdens transities." Franken maakte ook gebruik van platform Strava om te kijken in hoeverre online vrienden invloed hebben op het sportgedrag.

Door die verschillende groepen actieve sporters te bestuderen, concludeert de onderzoeker dat de mensen met wie zij sporten een cruciale rol spelen in het volhouden van sportactiviteiten. Hij ziet hierin een duidelijke positieve invloed. De groep lopers die voor het eerst aan de Zevenheuvelenloop meededen, hebben bijvoorbeeld een grotere kans om aan de start te verschijnen als zij samenlopen met meer sportmaatjes. "Vooral mensen met wie zij een hechte emotionele band hebben, trekken hen het hardst over de start- en finishlijn", schrijft Franken in de samenvatting van zijn proefschrift.

"Het competitie-element van Strava kan als paradoxaal effect hebben dat mensen zich uit fysieke activiteiten terugtrekken"

Rob Franken

Strava-data

Zijn onderzoek naar de Strava-data laat eigenlijk twee beelden zien. Aan de ene kant werken de duimpjes motiverend: mensen gaan meer sporten als online vrienden een ‘aanmoediging’ geven voor een sportactiviteit. Tegelijkertijd spelen sociale vergelijkingsprocessen online nog meer, ziet Franken. Vooral als de nadruk op de competitie komt te liggen. "Omdat men iets meer geneigd is om zich naar beneden getrokken te voelen, kan het competitie-element van Strava als paradoxaal effect hebben dat mensen zich uit fysieke activiteiten terugtrekken, en als gevolg hiervan meer lijken op hun minder actieve sportvrienden." Dat is dan dus weer een vorm van negatieve invloed.

Inzetten op sociale aspect

In algemene zin ziet Franken vooral een positief effect van een sterk sociaal netwerk op sportgedrag. "Het lijkt er gewoon op dat mensen het liefst samen sporten met mensen met wie ze meer dan sport delen." Hij denkt dat bij het aantrekken en behouden van mensen voor de sport het zinvol kan zijn juist meer in te zetten op het sociale aspect van sport. Het kan daarbij volgens de socioloog interessant zijn om te kijken naar de sportnetwerken van mensen, dus: welke sportmaatjes komen en gaan? De netwerken buiten de sport kunnen evengoed interessant zijn. "Dus studiegenootjes, vrienden en vriendinnen en andere mensen met wie ze belangrijke zaken bespreken. Dat zijn al een soort van de andere netwerkjes. Wie wordt vanuit daar in de sport gerekruteerd? Wie worden mijn sportvriendjes uit mijn niet-sport vriendjes?" Die vragen kan Franken vanuit zijn onderzoek met twee kenmerken beantwoorden. "Allereerst gaat het om beschikbaarheid: hoe vaak zie je iemand en hoe dichtbij woont iemand? Het tweede is de emotionele connectie. Hoe hecht ben je met iemand? Ben je met iemand bevriend en is hij of zij beschikbaar om te sporten? Die twee dingen samen maken een duurzame sportrelatie, dus: we gaan samen sporten en we blijven samen sporten."

Club als sociaal bindmiddel?

De sportvereniging lijkt in de basis een perfecte plek om dat sociale aspect van samen sporten te vinden. Franken denkt dat daar toch nog wel winst valt te behalen. "Ik heb toch het idee dat veel sportclubs het aanbod nog steeds langs traditionele en dus competitieve lijnen organiseren. De wedstrijden en de trainingen die daarnaartoe leiden staan centraal. Als ik naar de resultaten in mijn onderzoek kijk, dan zie je dus dat heel veel mensen ergens anders naar op zoek zijn. Natuurlijk vinden veel mensen bij de sportclubs de competitie juist superbelangrijk. Maar als een club dus gericht is op aantrekken van meer leden, en mogelijk het behoud van leden, dan is het niet gek om te denken over mogelijk het uitbreiden van meer sociale activiteiten, zodat het niet alleen maar sportgericht is."

"Duurzame sportrelaties zie je niet meer in clubverband dan in de sportschool of onder mensen die lekker in het bos samen ongeorganiseerd gaan hardlopen"

Rob Franken

"Clubs worden toch vaak gezien als het sociale bindmiddel, maar uit mijn onderzoek valt dat dus eigenlijk best mee. Als je gaat kijken naar duurzame sportrelaties, van samen sporten tot misschien zelfs vrienden worden: dat zie je niet meer in clubverband dan in de sportschool of onder mensen die lekker in het bos samen ongeorganiseerd gaan hardlopen." Waarom sportverenigingen zich daarin niet onderscheiden als de plek waar je vrienden maakt, blijft voor Franken nog gissen. "Ik denk dat het al anders is als een club niet alleen maar competitie-gedreven is, maar ook sport aanbiedt volgens het Scandinavische model ‘sport zonder punten’. Als een club dan ook nog regelmatig sociale activiteiten organiseert en een mooie kantine heeft, dan zou ik toch verwachten dat een club de potentie heeft om die duurzame relaties te genereren. Dat zou wel een leuke hypothese zijn voor vervolgonderzoek."

Zijn onderzoek was niet bedoeld om al concrete interventies te ontwikkelen, maar hij ziet nog voldoende aanknopingspunten voor de praktijk. Zo denkt Franken dat met de nadruk op samen sporten nog veel valt te halen. Met het Radboud Sportcentrum, dacht hij al na om sporters aan te trekken via een groepskorting bij het samen aanmelden. Hij vindt het vanuit de patronen die hij heeft blootgelegd plausibel dat zoiets zou kunnen werken. Dat herkent hij ook vanuit de drempel die hij voelde om alleen naar de sportschool te gaan. "Ik wilde altijd samen gaan met een vriend, totdat je een beetje routine te pakken hebt. Ik denk dat dat ook begrijpelijk is. Als je met een groepje kunt beginnen dan maak je het sporten ook behapbaarder en misschien ga je het dan ook nog leuk vinden."

Dit artikel verscheen eerder in vakblad SPORT Bestuur en Management (editie 3-2025).