De VS wordt vaak als een lastige markt gezien om binnen te komen voor Nederlandse sportinnovatieve bedrijven. Toch wagen steeds meer ondernemers de oversteek naar de grootste sportmarkt ter wereld met een waarde van 169.5592 miljoen dollar (35% van de wereld sportmarkt). Met de Olympische Spelen van LA2028 en het WK Voetbal in 2026 in de VS, Mexico en Canada zijn de komende jaren alle ogen in de sport op de VS gericht. Nederland sorteert duidelijk al voor op de nieuwe marktkansen die daardoor ontstaan. Tijdens het ‘Sports in USA Event’ in innovatiehub De Titaan in Den Haag op 11 juni lieten ruim 200 ondernemers met internationale ambitie zich bijpraten over de mogelijkheden om aan te haken.
Het ‘Sports in USA Event’ werd georganiseerd door een brede coalitie van partijen als Orange Sports Forum, SportsNL, NL Expo LA/28, de KNVB en Green Wave. De bijeenkomst werd gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Vanuit verschillende ambassades en consulaten en het Netherlands Business Support Office (NBSO) in Los Angeles waren ook experts van de Amerikaanse markt overgevlogen. "We wilden met dit netwerkevent laten zien wat de komende jaren in de VS gaat gebeuren met het WK voetbal in de VS en de Olympische Spelen van LA 2028 en de sportmarkt in het grotere geheel. Voor ondernemers die het interessant vinden om daar iets te gaan doen dan was dit een hele laagdrempelige manier om te kijken naar de mogelijkheden", legt Ruben Dubelaar van Green Wave uit.
In het programma was de lancering van een nieuw platform voor sociale programma’s, bedrijfsleven en innovatie richting Los Angeles 2028 een prominent onderdeel. De Stichting NL Expo LA ’28 heeft daar op initiatief van honorair consul in Los Angeles Reinout Oerlemans de afgelopen twee jaar al veel voorbereidend werk voor verricht. In een videoboodschap zei Oerlemans “een enorme kans te zien om iets te doen voor Nederland en een nieuwe kracht op te bouwen hier in de VS. Ik vind het gaaf om de energie van het Nederlandse bedrijfsleven los te laten op L.A. en de rest van de VS. Let’s make it happen!”
Na zijn enthousiasmerende woorden werd de nieuwe merknaam van het initiatief onthuld: NLA. Dit wordt het merk waarmee Nederland zich in de aanloop naar de Olympische Spelen 2028 kan profileren. Het platform bundelt krachten op het gebied van sport, innovatie, business en cultuur, en faciliteert duurzame samenwerkingen, zichtbaarheid en economische diplomatie richting LA28. Daarbij wordt ook gewerkt aan een fysieke NLA Hub.
Hoewel de Spelen van Parijs 2024 al bijna een jaar achter ons liggen, galmde Parijs ook bij het congres over sport in de VS nog na. “Paris raised the bar”, zei de Amerikaan David Francis van adviesbureau Jetr. Hij wist te vertellen dat vertegenwoordigers van LA2028 erg onder de indruk waren van de organisatie in Parijs. “They feel a lot of pressure”, verzekerde hij het publiek. Dubbelaar ziet ook dat de organisatie van LA2028 bezig is met hoe ze de stad na de Spelen beter achter kunnen laten. “Daar was Parijs was natuurlijk een heel goed voorbeeld van. Zij hebben een heel fietsnetwerk van 400 kilometer aangelegd. Dat is wel de legacy die de Spelen daar achterlaten. L.A is ook op dat soort oplossingen uit. Daar kijken ze wel voor naar Nederland.”
Op welk vlak kan Nederland in Los Angeles helpen? Die vraag kreeg Francis in een sessie over sociale impact door sport. “Dan denk ik aan het creëren van veilige plekken voor jongeren. We hebben in L.A helaas veel issues met geweld van gangs waar jongeren ook last van hebben. Daarnaast is mobiliteit door de grote afstanden ook een punt bij ons. Misschien kan Nederland helpen om kinderen veilig naar hun sport te brengen?”
Vanuit de KNVB ligt de focus vooral op het WK voetbal in 2026, wat met 48 landenteams en drie organiserende landen (VS, Canada en Mexico) het grootste voetbaltoernooi ooit zal worden. Hoewel de VS zelfverzekerd zijn dat ze deze enorme klus kunnen klaren, liggen rond de stadions en in de speelsteden nog volop kansen voor Nederlandse bedrijven. Michael van der Star, Head of International Relations bij de KNVB, vertelde in een sessie over het WK 2026 dat de voetbalbond al sinds de toekenning van het WK in 2019 de relaties met de Amerikanen aanhaalt. “Vanuit de KNVB zijn we met een aantal partijen aangehaakt bij een innovatiehub in de VS, het Plug & Play Techcenter. We hebben vanuit Innovatiehub #11 ook een missie georganiseerd om Nederlandse bedrijven die innovatief bezig zijn en ambitie hebben een podium te geven.”
Van der Star ziet daardoor volop kansen voor Nederlandse sportondernemers. “Je moet niet onderschatten dat wij op sporttechnisch vlak en op gebied van data echt goed bezig zijn. Het ecosysteem wat wij hebben, dat is natuurlijk één groot testgebied. Daardoor kunnen we heel snel schakelen. Misschien denk je op voorhand: wat kunnen wij daar nog toevoegen, maar ik denk wel dat daar voor ons nog een wereld te winnen valt. De vraag is natuurlijk hoe doe je dat?”
Op die vraag heeft zijn collega Daphne van Dijk, innovatiemakelaar van KNVB Voetbal Innovatiehub #11, het antwoord. Samen met RVO, het ministerie van Buitenlandse Zaken en Orange Sport Forum leidde zij vanuit de KNVB de missie naar de VS met het netwerk van bedrijven dat aan #11 is verbonden. Die reis was voortgekomen uit een strategische keuze van de innovatiehub. “We zijn een landingsplek om samen met allerlei partijen het Nederlandse voetbal te versnellen en te vernieuwen. We hebben daarin een focus aangebracht op: technologie voor het topvoetbal om Nederland wereldkampioen te maken; technologie voor het amateurvoetbal om zoveel mogelijk jongens en meisjes aan voetbal te houden; en iets waar we in Nederland ook goed in zijn: gras."
"Het community denken vanuit een gezamenlijke kracht is voor de Amerikanen de grootste eyeopener"
Binnen die drie subcommunity’s wordt met behulp van data en de wetenschap vraag gestuurd gewerkt aan innovatie. "Uit die subgroepen kregen we de vraag: we zijn nu hele mooie dingen voor Nederland aan het ontwikkelen, maar stopt het hier? Of kunnen we het met elkaar verder brengen?" Vanuit die behoefte helpt Van Dijk in haar rol binnen de innovatiehub de verschillende partijen daarom om hun ambities richting de VS te realiseren. Ze brengt wensen in kaart, legt verbindingen tussen initiatieven en kijkt waar gezamenlijke kansen liggen om het Nederlandse voetbal internationaal op de kaart te zetten.
De uitgesproken wens om verder dan Zeist te kijken, weerspiegelt de Nederlandse innovatiedrift, ziet Van Dijk. "De VS ziet ons ook echt als innovatief. Ik ben zelf mee geweest op de missie naar Dallas, Houston en Mexico City. Daarin zie je dat wij bekend staan om onze innovatiedrift, anders denken en een beetje brutaal zijn. Daar zijn de Amerikanen wel van gecharmeerd, je moet er ook mee oppassen. Als je je openstelt en meebeweegt in hun cultuur dan zijn er heel veel kansen."
Die kansen gaan wat haar betreft veel verder dan de oplossingen die Nederland te bieden heeft. "Het gaat veel meer om wat wij met #11 doen: het community denken vanuit een gezamenlijke kracht. Amerika is een groot en versnipperd land en als je daar leert te denken vanuit de communitygedachte en dus ook je eigen belang opzij zet, dan kom je verder. Die manier van denken is wel de grootste eyeopener voor de VS. Los daarvan hebben we ook een aantal hele interessante innovaties die ai-gedreven zijn."
Een aantal partijen binnen #11 heeft al aangegeven met elkaar de VS te willen gaan veroveren. "Ook daarin gaan we ze helpen. We maken bijvoorbeeld een gezamenlijke presentatie waarmee we letterlijk de wereld oranje kleuren. Dat is ook iets waardoor je straks elkaars producten kan verkopen. Zo worden we een soort ecosysteem. Dat zijn we al wel, maar ik zou het mooi vinden als we zo letterlijk de wereld kunnen veroveren."
Dat vraagt ook wat van bedrijven, weet Van Dijk. "Ik denk dat de grootste innovatie hier niet zo zeer zit in het gebruik van ai en de datamodellen, de allergrootste innovatie zit in het anders denken. Dat betekent niet vanuit eigen belang werken maar vanuit het gezamenlijk belang. Amerika is een moeilijke markt voor sportondernemers, maar als je het samen doet is het makkelijker dan alleen."