Wanneer mengen zorgverzekeraars zich in het sportdebat?

Vanuit de sportsector wordt al langer reikhalzend naar zorgverzekeraars gekeken. De sport zit onmiskenbaar op hetzelfde snijvlak van gezondheid waar zorgverzekeraars ook opereren. Toch blijft een grote samenwerking uit. Vorige week maakten Zilveren Kruis en de KNGU weliswaar bekend een meerjarige samenwerking aan te gaan, maar met het nijntje Beweegdiploma kiest Zilveren Kruis nog voor een betrekkelijk klein podium. Het roept de vraag op wanneer zorgverzekeraars zich echt in het sportdebat gaan mengen. Of is dat niet noodzakelijk?

De samenwerking tussen Zilveren Kruis en KNGU kwam niet uit de lucht vallen. De zorgverzekeraar is al langer als samenwerkingspartner aan verschillende sportbonden en NOC*NSF verbonden. Via die weg kunnen de leden van die bonden al een collectiviteitskorting krijgen op de zorgverzekering. KNGU-leden kunnen nu ook die korting krijgen. Verder gaat Zilveren Kruis het project nijntje Beweegdiploma inhoudelijk en communicatief bijdragen om zoveel mogelijk kinderen in beweging te krijgen. Zoals deze verbintenis zijn meer voorbeelden te noemen. Denk aan de logo’s van DSW, Interpolis en VGZ op voetbalshirts en bij grote sportevenementen. De grote verzekeraars hebben ook al een eigen vitaliteitsprogramma opgetuigd met beloningen voor gezond gedrag.

Weigerachtige zorgverzekeraars

Ondanks die ontwikkeling blijft een samenwerking uit waarbij zorgverzekeraars de sport optillen en het belang van sport en bewegen op de agenda zetten. Eerder beklaagde Paul Sanders, directeur van de KWBN, zich in vakblad Sport&Strategie al over dat zorgverzekeraars weigerachtig zijn om zich aan de wandelsport te verbinden. "Zorgverzekeraars komen met de boodschap dat ze graag samen iets met ons willen doen, maar willen allemaal voor een dubbeltje op de eerste rang. Wel graag partner heten, maar investeren ho maar. Ik heb nog geen zorgverzekeraar meegemaakt die klip en klaar zegt: ‘Wandelen is uit preventief oogpunt een topactiviteit, onze kosten gaan er door achteruit, we worden sponsor van de KWBN.’"

De samenwerking die de wandelbond sloot met bedrijfsgezondheidsdienst Zorg van de Zaak Netwerk is des te interessanter. Directievoorzitter Bas Tomassen zei over de intensieve samenwerking met de KWBN in WandelNL magazine dat ze een gedeeld belang hebben. "Tot voor kort zeiden we altijd dat het verstandig is ook op de werkvloer aandacht te hebben voor een gezonde leefstijl, maar wij misten eigenlijk concrete handvatten om daar invulling aan te geven. Met de Wandelbond hebben we daar een stroomversnelling in gebracht. We hebben eenzelfde kijk op het belang van bewegen. We zien dat mensen die er in slagen van bewegen een gewoonte te maken ook beter gaan letten op hun voeding en een gezonder leefpatroon ontwikkelen."

Geen verdienmodel

Blijft de vraag open waarom zorgverzekeraars zich nog niet nadrukkelijk aan de sport hebben verbonden. In de nieuwste editie van vakblad Sport & Strategie vroeg Frans Oosterwijk aan Carl Verheijen om een verklaring voor het uitblijven van die grote beweging. Verheijen kent als voormalig directeur van twee gezondheidscentra in Nijkerk en in zijn huidige functie als directeur innovatie en kennis van de Noaber Foundation de zorgsector van binnenuit. Hij ziet dat, hoe vreemd dat ook mag klinken, voor zorgverzekeraars geen verdienmodel zit in een verbinding met de sport. "Zorg verzekeren heeft twee kanten. De ene is de zorg verzekeren, letterlijk: goed inschatten wat er aan kosten komt en goede premie berekenen, liefst zodanig dat de kosten minder stijgen. Maar elke verzekeraar heeft ook een commerciële kant en dat is zoveel mogelijk klanten bij de concurrentie weghalen en zijn kant op trekken waardoor de premie wat omlaag kan. Vanuit dat perspectief begrijp ik waarom een verzekeraar bijvoorbeeld sponsor in de sport zou willen worden. Want dan profileer je je ten opzichte van je concurrenten. De vraag is dan wel of NOC*NSF de juiste partner is. Of moet je niet iets anders sponsoren? Of spotjes op tv kopen?"

Bijdrage van sport aantoonbaar maken

De crux zit volgens Verheijen in het aantoonbaar maken van de bijdrage van sport aan een betere gezondheid. "Als een regio aantoonbaar gezonder is of een sport aantoonbaar bijdraagt aan een betere gezondheid, dan zou je als verzekeraar daar je premie op kunnen aanpassen en van sport en bewegen een onderscheidend punt kunnen maken. Maar dat verdienmodel is er nog niet." Verzekeraars kunnen in zijn optiek worden verleid met keiharde cijfers over het effect van beweging op de gezondheid. "Je moet aantoonbaar kunnen laten zien dat meer sport en bewegen bijdraagt aan de gezondheid. Probleem is dat we in Nederland alleen bijhouden wie ziek of niet ziek is, niet hoe een gezonde leefstijl bijdraagt aan je gezondheid. Dat moet je anders meten en organiseren."

Positieve Gezondheid

In hetzelfde interview pleit Verheijen ook voor meer aandacht voor het uitganspunt van Positieve Gezondheid, dat een andere invalshoek voor gezondheid voor staat. "Het accent ligt niet op ziekte, maar op de mens, op zijn of haar veerkracht en op wat hun leven betekenisvol maakt." Die andere wordt in zijn ogen noodzakelijk om de zorg die in Nederland goed is geregeld niet valt te handhaven door oplopende kosten of een personeelstekort. "Je moet dus nu al werken aan een gezondheidssysteem dat nog steeds perfecte zorg biedt, maar dat ook de omslag maakt naar gezondheid en kwaliteit van leven."

In die omslag kan sport en bewegen vanzelfsprekend een grote rol spelen. Daar valt waarschijnlijk ook veel meer winst te behalen dan blind te staren op een grotere rol van zorgverzekeraars in de sport. Het thema van vitaliteit is ook veel complexer dan dat. Professor Philip Wagner schreef eerder in een opinie al dat het goed is te beseffen dat vitaliteit niet een onderwerp is van alleen de overheid of de zorgverzekeraars. "De verschillende partijen kunnen iets doen, maar ze zijn zeker niet in staat dat hele probleem alleen op te lossen. Een zorgverzekeraar kan met bepaalde financiële prikkels het gedrag van verzekerden beïnvloeden. Dat zie je steeds meer verzekeraars doen. Zij hebben uiteindelijk ook maar een kleine rol. Zij verschaffen geen zorg, maar financiering. Zij zijn ook gewoon risicomanagers."

Het hele interview met Carl Verheijen over zijn visie op sport en gezondheid lezen? Bestel deze editie van het vakblad dan als los nummer.