Kabinet trekt 60 miljoen euro extra steun uit voor sportclubs

De huidige coronamaatregelen raken de sport op vele vlakken. Vooral sportverenigingen merken de gevolgen van de gedeeltelijke lockdown die onlangs werd afgekondigd: wedstrijden zijn uitgesloten, publiek is niet welkom en volwassenen kunnen niet in teamverband trainen. Sportkantines blijven daarnaast voorlopig ook nog gesloten. Om sportclubs te compenseren voor de financiële schade die gepaard gaat met deze coronamaatregelen, trekt het kabinet nu 60 miljoen euro uit voor een sport-specifiek steunpakket voor de periode 1 oktober tot 31 december 2020.

Eerder dit jaar kwam het kabinet al met een flink steunpakket van 110 miljoen euro voor de sportsector. In dit pakket werd onderscheid gemaakt tussen verenigingen die een accommodatie huren en verenigingen met een eigen accommodatie. Verenigingen die hun accommodatie huren werden toen gecompenseerd voor hun vaste lasten via de regeling Tegemoetkoming Verhuurders Sportaccommodaties (TVS). Met deze regeling, waar 90 miljoen euro voor werd uitgetrokken, werd de huur van sportverenigingen kwijtgescholden over de periode 1 maart tot 1 juni. Voor verenigingen die de accommodatie in eigen bezit hebben werd toen nog eens 20 miljoen euro uitgetrokken met regeling Tegemoetkoming Amateursportorganisaties (TASO).

Nu sportverenigingen door de aangescherpte coronamaatregelen opnieuw tegen beperkingen aanlopen, ziet het kabinet de noodzaak om de sportsector financieel te ondersteunen. Het sport-specifieke steunpakket wordt daarom aangepast en opnieuw opengesteld voor de periode 1 oktober tot en met 31 december. Door de twee eerdere regelingen TVS en TASO met een totaalbedrag van 60 miljoen euro opnieuw uit de kast te halen, wil het kabinet de nieuw ontstane financiële schade bij amateursportverenigingen compenseren.

Zwembaden en ijsbanen

In een brief aan de Tweede Kamer van het Ministerie van Financiele Zaken over de uitwerking van de steunpakketten, wordt ook aandacht gevestigd op de financiële schade bij zwembaden en ijsbanen, “die bij uitstek de gevolgen ondervinden van beperkte publieke toegang terwijl de doorlopende kosten gelijk blijven. Het onderzoek naar deze schade loopt nog en de definitieve resultaten worden medio november verwacht, maar de eerste resultaten wijzen op significante verliezen bij de zwembaden en ijsbanen.” De betrokken ministers stellen in de brief dat zij ook de “ogen niet sluiten voor de financiële gevolgen bij sportbonden door de coronamaatregelen als het gaat om sportcompetities”. Op korte termijn zullen NOC*NSF en de minister Tamara van Ark van Medische Zorg en Sport hierover in gesprek gaan.

Bij het verdere overleg tussen het kabinet en de sportsector zal onderzoek van het Mulier Instituut naar de gevolgen van de coronacrisis voor de sport de basis vormen. In deze monitor wordt ook gekeken naar de consequenties van de coronamaatregelen voor amateursportclubs. Half november worden de eerste definitieve resultaten van dit onderzoek verwacht.