Ondanks een dringende oproep van de sportsector en vragen van verschillende Kamerleden wil het kabinet geen uitzondering maken op de avondsluiting voor amateursport. De afgelopen dagen wezen verschillende experts op het belang van sport en bewegen voor de mentale en fysieke gezondheid. Maar demissionair premier Rutte toonde zich in het coronadebat in de Tweede Kamer gisterenavond niet gevoelig voor die inzichten. Het roept de vraag op hoe essentieel dit kabinet de sportsector vindt.
“Ik vind het echt heel onverstandig om het pakket te verlichten, omdat we in een ernstige crisis zitten”, zo verwierp Rutte de roep om versoepelingen voor de sport. Het kabinet is van mening dat een uitzondering de eenduidigheid van het coronabeleid niet ten goede komt. Het OMT had het kabinet ook geadviseerd dit maatregelenpakket zo simpel en duidelijk mogelijk te houden om voor een zo groot mogelijk draagvlak te zorgen. Toch wordt het, zeker voor de sport, met de beste bedoelingen steeds moeilijker om een duidelijke lijn of strategie in het coronabeleid te ontdekken.
Tweede Kamerlid Lisa Westerveld (GroenLinks) verwoordde die onduidelijkheid waar de buitensport mee te maken heeft gehad met een krachtige opsomming. "Na de afgelopen 643 dagen hebben we acht verschillende regimes voor buitensport gekend: we hebben niet gesport in teamverband; buitensport op anderhalve meter met het hele team; wel sporten, maar geen kleedkamers gebruiken; sporten in groepjes van vier op anderhalve meter afstand; sporten in groepen met de scheiding 26-/26+ met dan 26+ op anderhalve meter afstand; we hebben gehad wel training, geen wedstrijden; daarna werden coronatoegangsbewijzen gevraagd; En we hebben nu dat er wel wedstrijden gespeeld mogen worden en niet getraind mag worden." Achter die uiteenzetting zat voor haar ook een belangrijke vraag: "Welke maatregel is nu effectief en op basis waarvan wordt dat gemeten?"
Westerveld was niet het enige Kamerlid dat op zoek is naar de logica bij de verregaande maatregelen voor in dit geval de sport. Zo zei Jan Paternotte van D66: "Je kunt 's middags wel met zijn allen een hamburger gaan eten, maar 's avonds mag je niet met datzelfde groepje naar het sportveld." Ook het CDA, SP, DENK en JA21 stelden vragen over de effectiviteit van de avondsluiting van de amateursport. De sport kreeg ook nog vanuit onverwachte hoek steun: Caroline van der Plas van BBB diende een motie in om de buitensport tot een ‘essentiële sector’ te benoemen. Die motie is vooral opvallend door de misvatting van Van der Plas dat de buitensport een aparte sector is. Waarom dan niet de gehele sportsector meenemen?
De sportsector is juist op weg meer met één mond te spreken. Dat was in aanloop naar het coronadebat in ieder geval voorzichtig te zien. De KNVB had in het weekend in een statement weliswaar de Tweede Kamer al opgeroepen om de avondsluiting voor de amateursport van tafel te vegen. NOC*NSF leek zich in een eerste reactie bij de maatregel te hebben neergelegd, maar kwam toen na het weekend met een gezamenlijke oproep van de gehele sport. Daarbij waren ook de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) en het Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS) aangesloten. In het statement werden experts als Diederik Gommers en Erik Scherder aangehaald om het kabinet te overtuigen van het belang van sport voor de volksgezondheid. Marc van der Tweel: "Sporten en bewegen is essentieel voor een gezonde en vitale samenleving en daarom zou het kabinet dezelfde uitzondering moeten maken als voor de andere essentiële sectoren en de sport open houden tot 20.00 uur."
Helemaal zinloos was de dringende oproep niet, want het kwam op de agenda bij het coronadebat. De positieve effecten van sport en bewegen worden ook door steeds meer Kamerleden benoemt. Dat is een stap in de goede richting. Misschien is het probleem dat het kabinet nu vooral bezig is met de coronacrisis en nog weinig oog heeft voor die andere crisis: de beweegcrisis. Dat zal vandaag tijdens het Begrotingsoverleg Sport met Staatsecretaris Paul Blokhuis ongetwijfeld aan bod komen. Daarbij komt onder andere ook het advies van de NLsportraad ter tafel over het versterken van de sportsector met een sportwet en structurele financiering. De overheid is wat dat betreft aan zet om van de sportsector echt een essentiële sector te maken.