De Bad Boys van de Detroit Pistons: underdogs met grote bekken

De NBA-finales naderen hun ontknoping. Exact dertig jaar geleden werden de zogenaamde Bad Boys van de Detroit Pistons voor het eerst kampioen van de NBA. Het basketbal dat ze speelden was vernieuwend, effectief en resulteerde in titels. Samen met Mart Smeets blikken we terug.

Met revolutionair stevig defensief basketbal doorbraken de Pistons eind jaren tachtig de hegemonie van de Boston Celtics van Larry Bird en de LA Lakers van Magic Johnson, en wisten ze de opkomst van Michael Jordan en zijn Chicago Bulls af te remmen. De basis van het succes werd gelegd in 1981, toen de 1.85 meter tellende alleskunner Isiah Thomas als spelverdeler door de Pistons werd aangetrokken.

Thomas groeide in de jaren zeventig op in de achterbuurten van Chicago. Op de basketbalveldjes van de Windy City leerde de jonge Thomas hoe hij van zich af moest bijten. Zijn onverschrokken doortastendheid in combinatie met zijn leiderschapscapaciteiten vormden het fundament van het toekomstige succes van de Pistons.

De eerste titel

Trainer Chuck Daly en General Manager Jack McCloskey droegen ook hun sportieve steentje bij. In de loop van de jaren tachtig werden onder meer Joe Dumars, Bill Laimbeer, Rick Mahorn, Vinnie Johnsen en Dennis Rodman door hen aangetrokken. Gestaag groeide de ploeg en het succes. In 1988 werd nog nipt verloren van de Lakers, maar in 1989 werden zij van het veld gespeeld. De Pistons wonnen de play-offs met 4-0.

Daarvoor werden eerst nog de Chicago Bulls van Michael Jordan verslagen. De Pistons legden de sterspeler aan banden door toepassing van de zelfontwikkelde Jordan Rules. Hierbij werden meerdere verdedigers op Jordan gezet. Mart Smeets: "Jordan Rules was double-teaming en zelfs soms trippel-teaming op Jordan en vooral zijn speelruimte klein maken. Slim bekeken overigens maar soms over het randje." Die aanpak paste helemaal in de defensieve speelwijze van de club uit Detroit. Smeets: "Dat was bijna alles wat de Pistons toen deden; het waren karakters die lak hadden aan de geldende regels, die fysiek durfden te spelen en die vrij onverschrokken hun best deden kampioen te worden."

Karakters

En het waren opmerkelijke karakters, de Bad Boys. Smeets: "Zo was Isiah Thomas een eikel, Joe Dumars een stille verdediger zonder pardon, Bill Laimbeer een onbehouwen grote zak, die het niets interesseerde dat niemand hem goed vond, Dennis Rodman was gewoon geschift en de anderen waren brutale, gekke, individuen die lak hadden aan kritiek."

De Pistons kregen in die tijd, naast de gebruikelijke krachttraining, ook boksles. Om de speelwijze vechtbasketbal te noemen gaat Smeets te ver: "Het was vooral goed verdedigend basketbal. Joe Dumars was bijvoorbeeld een meesterverdediger, die Jordan voor enige tijd kon afstoppen. Onsympathiek was het niet, maar het was wel anders. Een voorbeeld: bij een verlieswedstrijd van de Pistons liepen de spelers een halve minuut voor het einde van de wedstrijd naar de kleedkamer. Ze passeerden de bank van de Bulls en keken niet op of om." De ruige jongens van de Pistons kwamen overigens niet geheel spontaan aan hun bijnaam.

Bad Boys op video

Het begon allemaal in de zomer van 1988. Aan het eind van ieder basketbalseizoen werd er door de entertainmentafdeling van de NBA van ieder team een overzicht gemaakt op video. Degene die dat jaar de videoband van de Pistons had samengesteld leek het wel een goed idee om die de titel ‘Bad Boys’ te geven.

In het verlengde van die ingeving werden de Bad Boys een merk. Het was Al Davis, de toenmalige voorzitter van het American Footballteam Oakland Raiders, die hierbij een handje hielp. Zijn team had in die tijd ook een ruig imago: de Raiders waren stoer, lomp en wisten van fysiek aanpakken. Het leek Davis daarom wel gepast om de Pistons, als sportieve bloedbroeders, een grote krat met petjes en shirtjes van de Raiders te sturen.

Logo

De boodschap kwam door en de Pistonsspelers liepen al snel overal waar het maar kon rond met zwart-zilveren petjes en shirts van de Raiders. Dat sloeg op een gegeven moment ook over op de Pistonsfans. De leiding van de NBA greep snel in. Leuk die Raiderspullen, maar daar verdienden ze zelf natuurlijk niets aan. De NBA liet daarom een geheel eigen Bad Boys-logo ontwerpen. Het werd een soort piratenvlag: een witte doodskop met daarachter een grote oranje basketbal, geheel omlijst met de woorden Detroit Bad Boys. Als eerbetoon aan de Raiders was de achtergrond van het logo zwart en de letters zilverkleurig.

De merchandising rond de Bad Boys werd een enorm succes. Zelfs Nelson Mandela liep op een gegeven moment rond met een petje met het logo. Smeets: "Het merk Bad Boys verkocht enorm goed. Niet alleen in en rond Detroit, maar overal in de VS waar mensen van Bad Boys houden. Die gekken zijn er natuurlijk overal. Vergeet niet dat de Pistons het establishment van de Bulls aanvielen en dat met kracht en soms arrogantie en hooghartigheid deden. Underdogs met grote bekken dus."

Nadat de Bad Boys in 1990 nogmaals de NBA-titel wonnen, kwam er langzaam een einde aan het succes van de ploeg. Het tijdperk Jordan was nu toch echt aangebroken. Tegen de opmars van His Airness waren uiteindelijk zelfs geen Jordan Rules meer opgewassen.

Headerfoto: De Detroit Pistons in 2007. Foto: Flickr (CC) / Makzou

Elke sport heeft rugnummers, maar zonder een naam zijn het slechts cijfers. In de rubriek Rugnummers duiken sporthistorici Jurryt van de Vooren en Micha Peters daarom wekelijks in bijzondere verhalen, prestaties en gebeurtenissen uit de sportgeschiedenis. Ook dit soort verhalen op maat voor je eigen sportorganisatie? Neem dan contact met Arko Sports Media voor de mogelijkheden.