"Het Sportakkoord is geen blauwdruk voor het hele land"

Van een nationaal naar een lokaal sportakkoord

"Sluit een lokaal sportakkoord", is de boodschap die minister Bruno Bruins al sinds de ondertekening van het Nationale Sportakkoord deze zomer verkondigt. Tijdens het VSG-congres in Breda op 26 september gaf hij een zaal vol sportwethouders en beleidsmakers die opdracht nog eens mee. Den Haag en Helmond zijn voorbeelden van steden die al eerste stappen hebben gezet, maar er zijn genoeg gemeentes waarvoor een sportakkoord nog ver weg is. Om die gemeentes te helpen, hebben de betrokken partijen een stappenplan opgesteld om tot een lokaal sportakkoord te komen.

Het pleidooi om het Nationale Sportakkoord op lokaal niveau navolging te geven in deelakkoorden komt niet alleen van Minister Bruno Bruins. Behalve VWS geven ook de andere betrokken partijen Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) en NOC*NSF aan dat het Sportakkoord nu verder lokaal uitgewerkt moet worden.

Uitvoerende niveau

André de Jeu, directeur van de VSG, benadrukt in een artikel in het Magazine Sport & Gemeenten dat VWS, NOC*NSF en VSG vooral een regierol hadden bij de totstandkoming van het Sportakkoord. "Geen van ons gelooft in een top-down werking. Het Sportakkoord is geen blauwdruk die je één op één kunt uitrollen over het land. De afspraken die we in de loop van een halfjaar hebben gemaakt moeten de komende tijd dus handen en voeten krijgen op het uitvoerende niveau. Als we afspreken dat kinderen meer moeten bewegen is het aan de lokale en regionale partijen om daaraan concreet invulling te geven. In dat opzicht is dit Sportakkoord helemaal in de geest van de decentralisatie gesloten. De Rijksoverheid laat ook hier zo veel mogelijk over aan het lokale niveau.”

Rol sportclubs

Erik Lenselink, Manager Corporate Affairs bij NOC*NSF, ziet bij lokale sportakkoorden een grote rol weggelegd voor sportclubs. "Sportclubs kunnen nog meer dan nu een sterke verbindende rol in de samenleving spelen. Dat is positief voor de samenleving en ook voor de sportclubs zelf. Het Sportakkoord biedt een mooi wenkend perspectief om hier intensief mee door te gaan. Dit vraagt echter wel om maatwerk. Elke buurt is anders, net als elke sportclub. Het Sportakkoord geeft de partijen op het lokale vlak veel vrijheid om tot dit soort maatwerk te komen en dus ook om beter in te spelen op de latente sportbehoefte bij jongeren en volwassenen", zegt hij in het magazine van de Vereniging Sport en Gemeenten.

"Dit Sportakkoord is helemaal in de geest van de decentralisatie gesloten. De Rijksoverheid laat ook hier zo veel mogelijk over aan het lokale niveau"

André de Jeu (directeur Vereniging Sport en Gemeenten)

"'Zoek elkaar op!"

Lensenlink heeft bij de totstandkoming van het Sportakkoord een grote mate van gelijkwaardigheid gemerkt tussen Rijksoverheid, de lokale overheid en de sportsector. Dat vormt een goede basis om verder aan de slag te gaan met de uitwerking van het Sportakkoord. "Of het nu gaat om gemeenten, sportclubs, fitnesscentra, bedrijven of sportbonden: zoek elkaar op en maak gebruik van elkaars kwaliteiten. Als we dat doen, staan we samen sterk en kunnen we ook samen bouwen aan een nog krachtigere sportsector met een nog grotere maatschappelijke impact.”

Stappenplan

Het advies dat partijen elkaar moeten opzoeken, klinkt ook door in een stappenplan dat rond de Nationale Sportweek werd gelanceerd. Gemeentes worden allereerst geadviseerd om te inventariseren wat de status is van een sportakkoord in de gemeente. Vervolgens is het zaak om te kijken wie in de gemeente een rol spelen in de sport: welke sportaanbieders, sportbedrijven, scholen en andere maatschappelijke organisaties mogen niet ontbreken in het sportakkoord? Met die verschillende partijen kan daarna worden gekeken welke onderwerpen belangrijk zijn om verder uit te werken. De focusgebieden 'inclusief Sport en Bewegen', 'Van jongs af aan vaardig in bewegen', 'Duurzame sportinfrastructuur', 'Vitale sportaanbieders' en 'Positieve sportcultuur' uit het Sportakkoord kunnen daarbij als leidraad worden gebruikt.

Die aandachtspunten kunnen daarna worden omgezet in concrete doelstellingen, die haalbaar zijn. Tot slot adviseren de opstellers van het stappenplan om die doelstellingen vast te leggen in een contract, waarin alle afspraken van het regionale of lokale sportakkoord helder zijn geformuleerd.

Foto: Twitter/ MinVWS