Groeit het aanbod van sportaccommodaties mee met het Amsterdamse inwonertal?

Met jaarlijks 7.500 woningen erbij kan het aantal sportaccommodaties niet achterblijven, vinden ze in Amsterdam. De gemeenteraad stemde daarom deze week in met het Strategisch Huisvestingsplan Sport: in de periode 2020-2023 heeft het college de ambitie om maar liefst 276 miljoen euro in sportaccommodaties te investeren.

De investeringen in de sportinfrastructuur zijn essentieel, zegt wethouder Simone Kukenheim in het voorwoord van het plan. Met het SHP wordt sportieve ruimte ‘geclaimd’ in ruimtelijke ontwikkelingen. Maar of dat ook gaat lukken?

Dynamisch karakter

Amsterdam heeft inmiddels een aardig track record opgebouwd als het gaat om visievorming en uitgangspunten ten aanzien van ruimte voor sport en bewegen. Delen van de Sportvisie 2025, het programma De Bewegende Stad en de Sportnorm komen nu samen in het Strategisch Huisvestingsplan Sport. Het plan kent een dynamisch karakter, kan en moet jaarlijks geactualiseerd worden aan de hand van het tempo en de ontwikkelingen van de woningbouw. Over een deel van de plannen heeft reeds besluitvorming plaatsgevonden. Het gaat daarbij vooral om optimalisering en intensivering van bestaande sportparken. De meeste nog te realiseren sportruimte valt echter onder planvorming of studie: hoe kan sport ruimtelijk en financieel ingepast worden in nog te ontwikkelen projecten en gebieden?

Behalen van de Sportnorm

In het plan wordt de stad in vier windrichtingen verdeeld: Zuid/Centrum, Oost/Zuidoost, Noord en West/Nieuw-West. Voor elke windrichting liggen er concrete voorstellen voor de korte en langere termijn. Meest in het oog springend zijn de komst van vier nieuwe sporthallen, 29 nieuwe sportvelden en een nieuw zwembad in Oost. Daarnaast worden de Sporthallen Zuid herontwikkeld, wordt de Jaap Eden schaatsbaan uitgebreid en mogelijk op een andere plek in de stad gesitueerd en worden twee nieuwe sportparken in Zuidoost gerealiseerd. Bovendien komt er nadrukkelijk meer ruimte voor urban sports en andere vormen van ongeorganiseerd sporten. Al met al realiseert Amsterdam met deze investeringen de Sportnorm, onderdeel van de begin 2018 vastgestelde ‘Amsterdamse referentienorm voor maatschappelijke voorzieningen, groen en spelen’. De norm geeft onder andere aan dat voor sport en bewegen in de openbare ruimte één vierkante meter per woning nodig is. Voor (anders) georganiseerde buitensport is dat twee tot negen vierkante meter.

Sportraad Amsterdam content, maar kritisch

De Sportraad, het onafhankelijke adviesorgaan van de gemeente, is zeer verheugd met het voornemen van het college om flink te gaan investeren in de sportvoorzieningen in de stad. Dat zij daarbij bovendien aangeven te willen voldoen aan de door de Sportraad geïntroduceerde ruimtelijke Sportnorm, kan eveneens op waardering van de Sportraad rekenen. Toch had het nog effectiever gekund, vindt de Sportraad. Zij zijn namelijk van mening dat de huidige sportnorm nog te vrijblijvend is en een bindende norm nodig is om tijdig voldoende ruimte te kunnen reserveren. Zover willen raad en college echter niet gaan, ondanks het feit dat een jaar geleden tijdens het verkiezingsdebat dat door zes politieke partijen zo werd afgesproken met de ondertekening van het Amsterdamse Sportakkoord.

"Natuurlijk zijn we heel erg blij met dit plan, dit is een enorme stap, maar we weten ook dat er veel krachten vrij komen in de strijd om de ruimte in Amsterdam"

Julius Egan (Sportraad Amsterdam)

Ontwikkelplannen controleren

In november liet de Sportraad het college nog weten zich zorgen te maken over het feit dat de norm in nog geen enkel ruimtelijk ontwikkelplan is genoemd, laat staan getoetst of toegepast. "Dat is ondanks de uitstekende intenties en inhoud van het SHP nog steeds een zorg en dat hebben we onlangs ook weer uitgesproken richting de gemeenteraad", zegt Julius Egan, secretaris van de Sportraad. "Het gaat hier niet om luxe, maar om noodzakelijke investeringen. Natuurlijk zijn we heel erg blij met dit plan, dit is een enorme stap, maar we weten ook dat er veel krachten vrij komen in de strijd om de ruimte in Amsterdam. Zolang de Sportnorm niet bindend is, kunnen wij alleen maar hopen dat de sport hierin niet opnieuw het onderspit delft. Zeker omdat het grootste deel van de investeringen nog in de eerste fasen van planvorming of zelfs verkenningsstudies zit en er in het vervolg van het traject nog veel kan veranderen." De Sportraad heeft de gemeenteraad dan ook geadviseerd actief alle lopende en toekomstige ruimtelijke ontwikkelplannen voor definitieve besluitvorming te controleren op de aanwezigheid van voldoende vierkante meters sport.

Naast de ruimtelijke uitdaging, ziet de Sportraad ook financiële onzekerheid. Egan: "De financiële dekking voor de totale investeringsopgave van €276 miljoen moet nog geregeld worden. Te beginnen komend voorjaar bij de onderhandelingen over de voorjaarsnota 2020. Wetende dat Amsterdam voor bezuinigingen staat, zal dit niet eenvoudig worden. Wij verwachten dan ook dat de uitvoering van het plan nog heel spannend gaat worden."

Discussie

Natuurlijk is niet alles klip en klaar. Behalve dat er teleurstelling is over het uitblijven van een bindend karakter van de Sportnorm, is er in de gemeenteraad ook veel discussie over het voornemen om een groot aantal voetbalvelden van natuurgras te vervangen door kunstgras. Maar de kritiek hierop wordt relatief eenvoudig gepareerd met het argument dat kunstgras een veel grotere bespelingscapaciteit heeft en er in Amsterdam nu eenmaal weinig ruimte is om uit te breiden. En zo is het ook de vraag welke waarde gehecht moet worden aan het bestaan van de lange wachtlijsten bij een aantal sporten. Kinderen kunnen immers bij meerdere clubs op een wachtlijst staan, zelfs als ze inmiddels al bij een andere club actief zijn. De meerwaarde van het meerjarige huisvestingsplan is dan ook in de eerste plaats dat onderkend wordt dat een stad die groeit, ook in zijn sportieve voorzieningen moet meegroeien. De fout die in IJburg is gemaakt (de wijk waarbij in de plannenmakerij veel te weinig rekening werd gehouden met sportvoorzieningen) zal Amsterdam waarschijnlijk niet snel nog een keer maken. Maar: het plan ligt er, nu de uitvoering nog.