Gemeenten gaven in coronajaar 2020 meer uit aan sport

Mulier Instituut publiceert Monitor sportuitgaven gemeenten

De netto-uitgaven van gemeenten aan sport zijn sinds 2017 gestaag gegroeid. In het coronajaar 2020 was die stijging met 5,3 procent ten opzichte van 2019 een stuk hoger dan de inflatie (1,3 procent in 2020). Dat blijkt uit de Monitor sportuitgaven gemeenten van het Mulier Instituut. In 2020 gaven gemeenten bijna 1,6 miljard euro uit aan sport. De inkomsten uit sport bedroegen zo’n 423 miljoen euro. Daarmee kwamen de netto-uitgaven aan sport in 2020 uit op bijna 1,2 miljard euro.

Mulier Instituut volgt al sinds 2015 de gemeentelijke uitgaven aan sport met de Monitor sportuitgaven gemeenten. Deze week verscheen de zevende rapportage in die reeks. Bij deze monitor werden de uitgaven aan sport uit 20202 vergeleken met de voorgaande jaren 2017, 2018, 2019 met elkaar vergeleken. Daarbij werd voor 2020 nog een factor toegevoegd: de gevolgen van de coronacrisis voor de gemeentelijke uitgaven aan sport.

Door de uitvoering van de Tozo-regeling stegen de uitgaven, terwijl de tijdens de lockdowns huurinkomsten en entreegelden van gemeentelijke sportaccommodaties terugliepen. Deze misgelopen inkomsten worden vanuit het Rijk gecompenseerd, maar door het moment van uitbetaling is het effect van deze steunmaatregel naar verwachting pas in de jaarrekening van 2021 te zien. Het viel de onderzoekers verder op dat gemeenten tijdens de coronacrisis een deel van het onderhoud aan sportaccommodaties naar voren gehaald lijkt te hebben.

Grote verschillen

Per Nederlander hebben gemeenten in 2020 netto gemiddeld 67,8 euro uitgegeven aan sport. Het merendeel van de sportuitgaven ging naar sportaccommodaties (73%). Gekeken naar de verschillen tussen gemeenten zien de onderzoekers de nodige spreiding in sportuitgaven per inwoner. Dit komt met name door enkele gemeenten met relatief erg hoge uitgaven per inwoner hebben. De netto-uitgaven aan sport stijgen naarmate de gemeentegrootte en de mate van stedelijkheid toenemen.

Relatie uitgaven en deelname

In het onderzoek is ook gekeken naar het verband tussen de gemeentelijke sportuitgaven en de sport- en beweegdeelname. Een duidelijke relatie tussen de uitgaven en het daadwerkelijk sporten en bewegen is daarbij niet aan te wijzen. De onderzoekers wijzen in het rapport dat een groot deel van de sport- en beweegdeelname plaatsvindt bij commerciële sportaanbieders zoals fitnesscentra en in de openbare ruimte. “Deze sportdeelname vindt dus plaats buiten de gemeentelijke sportvoorzieningen, waardoor de invloed van de gemeentelijke sportuitgaven op de sport- en beweegdeelname beperkt is.”

Zwembaden

In de Monitor sportuitgaven gemeenten is ook specifiek gekeken naar gemeenten met zwembaden, omdat dit dure sportvoorzieningen zijn met hoge vaste lasten. Gemeenten met één of meerdere gemeentelijke zwembaden lijken meer aan sport uit te geven dan gemeenten zonder gemeentelijk zwembad. De netto-uitgaven lijken hoger te zijn als de gemeente alle zwembaden zelf exploiteert dan wanneer een andere partij verantwoordelijk is voor de exploitatie van alle zwembaden.

Ga voor het volledige rapport naar het Mulier Instituut.

Foto: sportvelden in Cothen door Dirk-Jan Kraan , via Flickr (CC)