Steeds meer gemeenten hebben in hun sport- en beweegbeleid aandacht voor een beweegvriendelijke omgeving. En dus komt de vraag wat een beweegvriendelijke omgeving eigenlijk is, steeds vaker op. Een objectief antwoord is er niet op te geven, een subjectief antwoord wel. Met de Beweegvriendelijke Omgeving Scan van Kenniscentrum Sport & Bewegen kan beoordeeld worden of een omgeving voldoende uitdaagt om te lopen, fietsen, spelen en sporten. Doel is in de eerste plaats dat met de resultaten gesprekken ontstaan over de verschillende manieren waarop tegen de openbare ruimte aangekeken wordt.
De beleidsmatige aandacht voor een beweegvriendelijke omgeving komt niet uit de lucht vallen. De trend dat mensen steeds meer gebruikmaken van de openbare ruimte om in beweging te komen, speelt al flink wat jaren. Het gaat daarbij om wandelen, fietsen, hardlopen, wielrennen, skaten, bootcamp en de laatste jaren ook steeds meer ‘urban sporten’ zoals freerunning, calisthenics en 3x3 basketbal. Gemeenten springen daar logischerwijs dan ook op in, ook al omdat de argumenten voor het beweegvriendelijk inrichten van de openbare ruimte steeds overtuigender worden. Zo draagt een dergelijke omgeving bij aan een betere fysieke gezondheid, maar bevordert het ook de mentale gezondheid en het welzijn. Een beweegvriendelijke omgeving is vaak groen, nodigt daarmee uit tot bewegen en buitenspelen en is daarom goed voor de ontwikkeling van motorische en sociale vaardigheden van kinderen. Andere argumenten zijn dat het kan bijdragen aan verkeersveiligheid, het leefmilieu, de algehele leefbaarheid en sociale cohesie, klimaatadaptatie en het vestigingsklimaat.
"Hoe een beweegvriendelijke omgeving eruitziet, is contextgebonden. Het is afhankelijk van de fysieke karakteristieken en samenstelling van de wijk, en van de wensen en behoeften van bewoners"
De ‘ruimte voor sport en bewegen’ is op lokaal niveau dan ook een belangrijk thema geworden, dat bovendien verankerd is geraakt in wet- en regelgeving zoals de Omgevingswet. Ook komen er links en rechts budgetten beschikbaar om aan de slag te gaan met het thema, zoals de deelregeling Gezonde Leefomgeving in de Brede SPUK GALA en de subsidieregeling die ZonMw in 2025 onlangs in het leven riep voor een scan gericht op het bewegen en ontmoeten van ouderen in een wijk.
De Beweegvriendelijke Omgeving Scan (BVO Scan) is een tool om de beweegvriendelijkheid van een plek in beeld te brengen. De scan wint mede dankzij de hiervoor genoemde ontwikkelingen langzaam aan bekendheid, maar is zeker niet nieuw. De oorsprong gaat al terug naar 2011. Jeroen Hoyng, specialist beweegvriendelijke omgeving & sportinfrastructuur bij Kenniscentrum Sport & Bewegen, is als onderzoeker en ontwikkelaar al vanaf het begin betrokken bij de BVO Scan. “In 2010 kreeg NISB (Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen, de voorloper van het huidige Kenniscentrum Sport & Bewegen) de opdracht van het ministerie van VWS om een projectplan te schrijven voor een beweegvriendelijke omgeving. Aan de hand van dat plan volgden en ondersteunden we negen gemeenten twee jaar lang in hun pionierswerk ten aanzien van de beweegvriendelijke omgeving. Bij het monitoren en evalueren van dat traject ontstonden diverse verzoeken voor instrumenten, waaronder een scan. Voor gemeenten was en is het namelijk niet altijd duidelijk hoe een beweegvriendelijke omgeving eruitziet.” Dat leidde in 2012 tot de eerste versie van de BVO Scan. “Die eerste versie was een pdf-document en bestond uit een lijst met stellingen en een vragenlijst. De antwoorden gaven een score die een beeld gaf van de beweegvriendelijkheid.”
“In 2017 maakten we een verbeterde vragenlijst waarbij de ingevulde gegevens ook via een Excel-spreadsheet verwerkt werden”, vervolgt Hoyng. “Bovendien kwam de nadruk op de hardware te liggen, omdat vragen over de orgware en software eigenlijk heel moeilijk te beantwoorden waren door mensen die tijdens een schouw door de wijk liepen. In 2021 werd het een digitale tool. Met papieren door de wijk lopen, door regen en wind, was soms niet handig. En als je tijdens een schouw van gedachten veranderde, werd het al gauw een flink geklieder op de formulieren. Nu hebben we dus een digitale BVO Scan. Die is gemakkelijk te gebruiken op je telefoon. Je kunt nu eenvoudig schakelen tussen onderdelen en je kunt beoordelingen tijdens een schouw wijzigen.”
Elke scan is voorzien van een handleiding die ingaat op de drie fasen in het proces. In de eerste fase gaat het om de voorbereiding: welke stakeholders betrek je bij de scan, maak een scan aan en nodig de deelnemers uit, en bereid de bijeenkomst voor. In de tweede fase – ‘Op pad’ – gaat het om het daadwerkelijk uitvoeren van de scan: maak met een groepje deelnemers het rondje door de buurt, vul de scan in en bespreek direct na het uitvoeren van de scan de resultaten met elkaar. In de derde fase – ‘Aan de slag’ – wordt verslag gemaakt en worden vervolgstappen afgesproken. Gaat het om onderhoud, een kleine opknapbeurt of zijn er kansen voor nieuwe plekken? Stellingen die in de wijkscan naar voren komen, hebben betrekking op de thema’s lopen (zoals ‘er zijn voldoende kindvriendelijke routes naar school en sport- en speelplekken’), fietsen (zoals ‘er zijn voldoende parkeermogelijkheden voor fietsen bij openbare locaties zoals scholen, winkels, bibliotheek en sportpark’), spelen (zoals ‘de wijk beschikt over voldoende informele speelplekken zoals openbaar groen, woonerven, brede stoepen, speelaanleidingen, waterspeelplekken’) en sporten (zoals ‘wijkbewoners worden voldoende geïnformeerd, gestimuleerd en geactiveerd om te sporten’).
Waar de oorspronkelijke BVO Scan gericht was op de wijk (bestaande uit de thema’s zoals hierboven beschreven), zijn er inmiddels meerdere varianten ontwikkeld. Een opsomming:
Ook de Inclusieve BVO Scan bestaat sinds 2024. Deze bestaat uit 34 stellingen over routes naar de locatie, de locatie zelf en de voorzieningen. Centraal staat: wordt iedereen (zoals mensen met een motorische, cognitieve of zintuiglijke beperking, ouderen, meiden en vrouwen) voldoende uitgedaagd en gefaciliteerd om te bewegen en te sporten?
De meest recente aanvulling is de koppeling met CBS-data in een dashboard. Hoyng: “Hoe een beweegvriendelijke omgeving eruitziet, is contextgebonden. Het is afhankelijk van de fysieke karakteristieken en samenstelling van de wijk, en van de wensen en behoeften van bewoners. In 2024 hebben we daarom objectieve data van CBS, RIVM en Mulier Instituut toegevoegd aan de BVO Scan. Als je een wijk selecteert waar je een scan wil doen, krijg je diverse achtergronddata zoals demografische gegevens, de Kernindicator beweegvriendelijke omgeving, lokale sport- en beweegcijfers, de verdeling van sportaccommodaties en van huur- en koopwoningen, en de aanwezigheid van andere voorzieningen. Op deze manier krijg je – voordat je op pad gaat – een beeld van het gebied waar je de scan uitvoert. En het is belangrijk om de waardering die mensen geven, naast de objectieve cijfers te leggen. Je kunt bijvoorbeeld wel concluderen dat er weinig speelplekken zijn in een wijk, maar als er ook maar weinig kinderen wonen, hoeft dat natuurlijk geen probleem te zijn.”
De BVO Scan is bedoeld voor lokale professionals die betrokken zijn bij het verbeteren van een gezonde en actieve leefstijl van inwoners, of bij de planning en inrichting van de openbare ruimte, zoals de omgevingsvisie. Professionals zoals beleidsadviseurs sport, gezondheid, welzijn, recreatie, mobiliteit en ruimtelijke ordening, maar ook buurtsportcoaches of sportserviceorganisaties. De scan maakt het ook mogelijk om (vertegenwoordigers van) inwoners te betrekken bij het beoordelen van hun buurt. Wat vinden zij belangrijk en hoe kijken zij aan tegen de mogelijkheden om te bewegen in de wijk? Hoyng benadrukt echter dat de BVO Scan geen onderzoeksmiddel is waarmee je alle buurtbewoners vraagt naar hun mening. “Het is echt bedoeld om gesprekken op gang te brengen en om het thema ‘ruimte voor bewegen’ op de agenda te zetten. Er is geen blauwdruk voor een beweegvriendelijke omgeving. De scan is in de eerste plaats dan ook een eenvoudig en handzaam hulpmiddel waarmee je de visie van verschillende sectoren of belangenbehartigers in de gemeente verzamelt.”
Een praktijkvoorbeeld van succesvol gebruik van de BVO Scan is te vinden in Den Helder. Nanda Timmerman is als regiocoördinator werkzaam voor Team Sportservice, in de regio Noordkop. “Wij zijn werkzaam voor de gemeenten Den Helder, Hollands Kroon en Schagen en zelf ben ik verantwoordelijk voor het team en thema Gezondheid & Omgeving. Wij hebben die thema’s sinds een aantal jaren bij elkaar gevoegd, omdat onderwerpen die betrekking hebben op bewegen en gezondheid, vaak een link hebben met de leefomgeving. Vooral bij het programma Doortrappen (gericht op ouderen zo lang mogelijk veilig laten fietsen) werd ik me daar erg bewust van. Ik kwam in contact met anderen domeinen binnen het gemeentehuis, zoals de afdelingen Beheer en Verkeer en veiligheid. We merkten hier vaak dat op momenten dat er dingen moesten gebeuren in de buitenruimte, er meteen actie werd ondernomen met het plaatsen van hardware. En pas dan werd er bij ons aangeklopt met de vraag of wij de activatie konden verzorgen. Terwijl het juist zo fijn is als je helemaal aan de voorkant al kan meedenken, bij een eerste idee of bij een vervangingsopgave. Dat lukt inmiddels gelukkig steeds vaker.”
Timmerman en haar collega’s gebruikten de BVO Scan bij een project in het Timorpark, een bekend stadspark in Den Helder. “Daar was een beweegtuin die steeds minder gebruikt werd en waar het onderhoud niet goed was geregeld. De gemeente besloot het weg te halen, maar vervolgens kreeg de wethouder vragen: waar is die beweegtuin gebleven en waarom is-ie weg? De wethouder moest onderzoek gaan doen en dat was het moment waarop wij aangaven die opdracht wel te willen aannemen. Die opdracht kregen we, we zijn gaan kijken wie we nodig hadden om te zien wat ervoor in de plaats moest komen en dat leidde tot de inzet van de BVO Scan.”
"De inwoner moet centraal staan: ga met elkaar in gesprek, het gaat om de leefomgeving van de mensen die er wonen: kinderen, ouders, opa’s en oma’s. Het BVO-model is daar gewoon een heel goed instrument voor"
De deelnemers aan de scan kenden een grote diversiteit. “Er waren buurtbewoners, vertegenwoordigers van het ziekenhuis en het verzorgingshuis die aan het park grenzen, de voorzitter van de bewonersvereniging ven een seniorencomplex, fysiotherapeuten, de Jongerenadviesraad van Den Helder, de wethouder, de beleidsambtenaar sport en de degene die over de speeltoestellen ging. We nodigden ze uit voor een bijeenkomst in het Paviljoen van Toen, een theehuis in het park, verdeelden de groep in kleine groepjes en hebben al wandelend de scan ingevuld. Het mooie aan de scan is dat je alles meteen kunt verwerken. De uitkomsten konden we dus meteen presenteren en bespreken met elkaar. We maakten vervolgens een adviesrapport en dat mochten we presenteren bij de raadscommissie. Daar konden we mooi uitleggen dat het niet alleen gaat om het terugplaatsen van de hardware, maar dat je moet kijken naar wat er nodig is en wie welke rol kan spelen. Hardware, software en orgware dus.
“We gaan nu een proef doen met de IPitup-beweegbanken. Die gaan we tijdelijk plaatsen en wij gaan dat helemaal organiseren en coördineren. We monitoren het gebruik en brengen de activatie goed op gang. We zijn ook in gesprek met het ziekenhuis om te kijken of we het kunnen combineren met revalidatie. En we zoeken de link met valpreventie en wandelgroepen. We willen het echt op een goede manier lanceren. En hopelijk ook nog op andere plekken in Den Helder.”
Het verrast Timmerman hoe verkokerd er vaak nog wordt gekeken naar de buitenruimte. “Ik snap het wel, want vaak is er simpelweg een vervangingsopgave. Met een beetje geluk worden bewoners dan betrokken, maar vaak wordt de leverancier gevraagd iets nieuws te plaatsen. Maar de inwoner moet centraal staan: ga met elkaar in gesprek, het gaat om de leefomgeving van de mensen die er wonen: kinderen, ouders, opa’s en oma’s. Je moet gaan ophalen wat daadwerkelijk nodig is. Het BVO-model is daar gewoon een heel goed instrument voor. We hebben het ook al toegepast voor een schoolplein en met sportverenigingen. We combineren het tegenwoordig trouwens steeds vaker met het model van het Institute for Positive Health (iPH), waarin een ruimtelijke vertaling wordt gemaakt van de zes dimensies van Positieve Gezondheid (mentaal welbevinden, meedoen, dagelijks functioneren, lichaamsfuncties, kwaliteit van leven en zingeving).
“Als ik spreek met mensen van sport, heb ik het BVO-model mee. Zit ik bij gezondheid of bij het sociaal domein, dan pak ik vaak dat iPH-model erbij. Dan spreek je een andere taal, maar in beide gevallen gaat het om de leefomgeving. Ze gaan allebei over de regie van de inwoner.”
De BVO Scan wordt in alle provincies gebruikt door onder andere professionals werkzaam bij provincies, gemeenten, sportserviceorganisaties, adviesbureaus, zorg- en welzijnsorganisaties en maatschappelijke organisaties, maar ook door docenten en studenten in het hoger onderwijs.
In dit jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2026 wordt door Kenniscentrum Sport & Bewegen ingezet op het vergroten van bekendheid van de BVO Scan.
Wie zelf aan de slag wil met het uitvoeren van de BVO Scan, kan kijken op de website van Kenniscentrum Sport & Bewegen. Voor vragen kan contact opgenomen worden met Dianne Scholte en Marjanne Steenhuis van Kenniscentrum Sport & Bewegen.
Dit artikel verscheen eerder in vakblad SPORTACCOM (editie 1-2025)