Topsportcoach krijgt met nieuwe opleiding erkenning als vak

Hogeschool van Amsterdam op weg naar een niveau 5 opleiding voor topsport- en talentcoaches

Trainen en coachen in de sport is een vak. Binnen de sport wordt het trainen van talentvolle topsporters al steeds meer als een ambacht gezien. Met de goedkeuring van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor een opleiding tot topsport- en talentcoach aan hogescholen, krijgt het trainersvak een belangrijke erkenning van buiten. De Hogeschool van Amsterdam heeft in samenwerking met sportbonden erkenning gekregen dat er behoefte is aan een opleiding tot topsport- en talentcoach. Maurits Hendriks, technisch directeur NOC*NSF: "Dit is een cruciale stap."

De Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO) gaf de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onlangs een positief advies voor de Associate Degree (AD) Sport, met het uitstroomprofiel Topsport- en Talentcoach aan de HvA. Dit betekent dat de overheid erkent dat topsport- en talentcoach een beroep is waaraan behoefte is in Nederland en ziet dat dit vak een plek verdient in het onderwijssysteem. De volgende stap voor de HvA is nu het accreditatieproces van de NVAO waaruit zal blijken of de opleiding inhoudelijk en kwalitatief voldoet aan de norm. De HvA hoopt dat de nieuwe opleiding daarna een feit zal zijn.

Recht op een goede trainer-coach

Het positieve advies van de CDHO is een mijlpaal in een proces waaraan al een tijd gewerkt wordt vertelt Maurits Hendriks, technisch directeur bij NOC*NSF. "Lang geleden zagen we al in dat beschikken over goed opgeleide professionals een van de belangrijkste voorwaarden is om de Nederlandse sport verder te helpen. We stelden toen dat iedere sporter, maar vooral elk kind dat sport, recht heeft op een goede trainer-coach. In de toenemende complexe wereld van topcoaches zagen we bovendien dat we trainer-coaches, en daarmee ook sporters, helpen met een betere opleiding."

"Als deze opleiding had bestaan toen ik mijn studiekeuze moest maken, dan had ik als ambitieuze trainer-coach niet lang getwijfeld"

Maurits Hendriks - Technisch directeur NOC*NSF

Vervolgens werkte NOC*NSF samen met een aantal hogescholen en sportbonden in Nederland om een gedegen opleiding voor ambitieuze trainer-coaches te realiseren. "Deze erkenning is daarin een cruciale stap", vervolgt Hendriks. "Dit betekent dat we in het schooljaar 2022-2023 kunnen beginnen met een unieke opleiding, de Associate Degree sport. Daar zijn we uiteraard enorm blij mee. Als deze opleiding had bestaan toen ik mijn studiekeuze moest maken, dan had ik als ambitieuze trainer-coach niet lang getwijfeld."

Behoefte aan beroepskrachten

Voorafgaand aan het advies van CDHO liet NOC*NSF een arbeidsmarktonderzoek in de sportsector uitvoeren door een extern bureau om te peilen of in de toekomst voldoende werkgelegenheid is voor afgestudeerde trainer-coaches. Het positieve signaal wat daaruit naar voren kwam, heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het advies van de commissie. "Daarmee hebben we echt de eerste stap gezet. Dit is de erkenning dat trainer-coach een beroep is en hier blijkt in de toekomst behoefte aan te zijn", zegt Ronald Klomp, die als projectleider Doorlopende leerlijn voor trainer-coaches vanuit NOC*NSF bij het hele traject betrokken was. "Verenigingen die al betaalde krachten in dienst hebben, gaven aan dat ze het aantal betaalde trainer-coaches gaan uitbreiden in de toekomst. Het ziet er goed uit dus, maar er moeten nog wel stappen worden gezet."

Samenwerking sport en onderwijs

In Nederland is op het gebied van topsport al veel op orde met een goede infrastructuur, talentidentificatie en programma’s. "Maar een factor waar we meer aandacht voor moeten hebben is het vakmanschap van de trainer-coach", legt Klomp uit. "Als je internationaal mee wil dan moet je hierin mee om te investeren. We gaan het daarom nu ook doortrekken vanaf niveau 3-4 zodat we een doorlopende leerlijn gaan krijgen voor trainer-coaches." In die leerlijn waren de hogescholen al betrokken bij de topcoach 5 opleiding. "Nu heb je een mooie samenwerking met het werkveld, dus de sportbonden, en het onderwijs. Ik ben vooral bezig geweest met het kijken hoe je onderwijs en sport beter kan laten samenwerken met als resultaat dat we daar samen meer aan hebben."

Die samenwerking tussen hogescholen en sportbonden is volgens hem goed te zien in de praktijkgerichte karakter van de opleiding. "Cursisten krijgen algemene basis over coaching, maar we brengen ze zo snel mogelijk naar de context. Dat is de eigen sport, maar het kan zeker in dat basisdeel een andere sport zijn. Uiteindelijk kom je natuurlijk in je eigen sport specifieke context, want daar gaat de opleiding betekenis krijgen."

Zorgen voor pedagogische omgeving

De komst van de opleiding doet heel veel voor de toekomst voor talentvolle en topsporters volgens Hendriks. "Trainer-coach is een vak en met deze opleiding komt dat vak op een hoger niveau. Een goed opgeleide trainer-coach brengt naast zijn passie voor zijn sport en sportspecifieke kennis ook didactische en methodische kennis. We maken dus een belangrijke stap in het creëren van een pedagogisch veilige omgeving en zorgen ervoor dat kinderen meer plezier beleven aan sporten."

Deze impuls op het gebied van veiligheid en plezier gaat volgens Hendriks bijdragen aan een hoger sportniveau in Nederland. "Als kinderen meer plezier hebben in hun sport en dat in een veilige omgeving gebeurt, dan blijven ze langer sporten. Zo lang kinderen het leuk vinden om te sporten raak je ze niet kwijt. Goede trainer-coaches zijn daarin cruciaal voor de hele lijn. En natuurlijk betekent dat ook een impuls voor de topsport. Want beter opgeleide trainer-coaches zorgt voor kinderen die beter opgeleid zijn in hun sport. Daardoor wordt het instroomniveau van talentvolle sporters binnen de topsportprogramma’s hoger."

Professionalisering van sportsector

Deze opleiding is bovenal een belangrijke stap in de professionalisering van de Nederlandse sportsector. De Nederlandse Sportraad gaf in het advies voor de toekomst van de sport al aan dat het versterken van sportopleidingen een cruciaal is van een sterke sportbranche. "Deze opleiding past prima in dat advies van de NLsportraad. Als je deze ontwikkeling ziet, dan geef je een goed signaal af dat onderwijs en sport samen beroepskrachten willen gaan opleiden", zegt Klomp. Het zal hand in hand moeten gaan met een ander advies van de NLsportraad: het versterken van de hele arbeidsmarkt van de sportsector. "Op het moment dat we dat voor elkaar krijgen dan gaat de sport in de volle breedte hier van profiteren."

Hoewel de opleiding is gericht op topsport-talentcoaches, verwacht Klomp dat sportverenigingen al op korte termijn baat gaan hebben bij de opleiding. "Afgestudeerden met minder ervaring kunnen bij een sportvereniging ervaring op doen om vervolgens na een aantal jaren door te groeien naar de functie van topsport- en talentcoach. In beide situaties heeft een sportvereniging dan iemand in dienst die beroepsmatig is opgeleid. Dat is volgens mij de grootste stap die we met elkaar kunnen zetten."

Landelijk aanbod

De HvA is de eerste hogeschool die positief advies ontvangt voor de opleiding tot topsport- en talentcoach. Maar ook Fontys, Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Zeeland en Windesheim staan in de startblokken om met een AD Sport van start te gaan. Het gaat om opleidingen met verschillende uitstroomprofielen: buurtsportcoach, sportondernemer, ondernemende leefstijlcoach of ook topsport- en talentcoach. Daarmee zorgen de hogescholen voor een landelijk aanbod in het professionaliseren van de sport- en beweegbranche.

Voor de HvA is de stap naar een Associate Degree Sport een logische vertelt Thom Terwee, opleidingsmanager ALO Amsterdam aan de HvA. "De HvA, en in het bijzonder de Faculteit Bewegen Sport en Voeding is altijd sterk verbonden geweest met topsport en talentontwikkeling. Niet alleen studeren veel topsporters aan de HvA, ook spelen onze lectoraten een belangrijke rol in de topsport en talentontwikkeling."