Inclusief sporten en bewegen: wat houdt dat in?

Het programma Landelijke Academie Buurtsportcoaches ontwikkelde een workshop voor buurtsportcoaches

Diverse sectoren in onze samenleving streven naar inclusie. Zo ook de sportsector. Onder andere buurtsportcoaches houden zich met het thema bezig. Het blijkt echter dat een groot deel van hen nog niet precies weet wat te verstaan onder inclusief sporten en bewegen. Reden voor het programma Landelijke Academie Buurtsportcoaches een workshop voor buurtsportcoaches te laten ontwikkelen die voorziet in bewustwording en meer kennis. Ook de urgentie om met dit thema aan de slag te gaan wordt in de workshop aangekaart.

Uit onderzoek blijkt dat in Nederland 700.000 mensen zich niet welkom voelen in de sport. Zo heeft 37 procent van de sporters met een migratieachtergrond wel eens te maken gehad met negatieve uitingen. Waaronder microagressie, onbegrip, uitschelden, uitsluiting of zelfs fysiek geweld. Ook mensen uit de LHBTIQ+ community geven aan zich regelmatig niet veilig te voelen op een sportclub. Daarnaast ervaren mensen met een beperking, mensen in een lage sociaaleconomische positie en mensen met een andere culturele achtergrond vaak weerstand om aan te kloppen bij een vereniging.

Buurtsportcoaches

In Sportakkoord II wordt het thema inclusieve sport expliciet benoemd. Een van de zes ambities van het akkoord richt zich op het creëren van inclusie in de sport voor groepen die uitsluiting van sporten en bewegen ervaren. Ook in veel lokale sportakkoorden en in gemeentelijk sportbeleid staat het realiseren van inclusief sporten en bewegen op het actielijstje.

"Voor verenigingsbesturen, coaches en trainers bestaan er al redelijk veel cursussen en interventies die zijn gericht op inclusie. Maar voor de buurtsportcoaches was er nog niets"

Robert den Dunnen (LAB)

Voor gemeenten zijn buurtsportcoaches een belangrijke pijler om de lokale ambities te realiseren. In de praktijk echter blijken veel buurtsportcoaches niet precies te weten wat moet worden verstaan onder inclusief sporten en bewegen. "We houden elk jaar een behoeftepeiling onder buurtsportcoaches", vertelt Robert den Dunnen van het programma Landelijke Academie Buurtsportcoaches (LAB). "Vorig jaar kwam daaruit naar voren dat velen worstelen met de begrippen inclusie en diversiteit. Naar aanleiding van deze behoeftepeiling heeft LAB de workshop inclusie en diversiteit geïnitieerd, die buurtsportcoaches kunnen volgen om meer grip te krijgen op dit thema. Hiermee sluiten we tevens aan op de behoefte van werkgevers van buurtsportcoaches. Meerdere sportbedrijven, sportserviceorganisaties en gemeenten hebben aangegeven dat meer kennis over dit thema noodzakelijk is om op langere termijn het lokale beleid met betrekking tot inclusie beter tot uitvoering te kunnen brengen."

Containerbegrip

Rosa Holtslag-Roelvink (foto links), projectcoördinator inclusie bij de Gelderse Sport Federatie, en Sanne van Mierlo, specialist inclusief bewegen bij Sportservice Noord-Brabant, gingen namens LAB aan de slag om de workshop te ontwikkelen. Een van de issues die zij wilden tackelen, is de brede interpretatie van het thema en de verwarring rond de begrippen ‘inclusie’ en ‘diversiteit’ die vaak in één adem worden genoemd, maar wel degelijk anders zijn. "Inclusie is een containerbegrip dat op verschillende manieren kan worden aangevlogen", stelt Holtslag-Roelvink. "Veelal wordt inclusief sporten en bewegen geïnterpreteerd als aangepast sporten voor een specifieke doelgroep. Bijvoorbeeld: een vereniging pakt de fysieke toegankelijkheid van het clubgebouw aan om mensen met een lichamelijke beperking te kunnen laten sporten. Er wordt een invalidentoilet gebouwd, de hoogte van de bar wordt afgestemd op rolstoelhouders, enzovoort. Als dat is geregeld, vinkt de vereniging af: wij zijn inclusief voor mensen met een beperking. Maar inclusie gaat verder dan dat. Inclusief sporten en bewegen betekent dat iedereen erbij hoort en zich welkom, veilig, gewaardeerd en erkend voelt op een club. Hiervoor moet je ook naar de sociale kant van inclusie kijken. Sociale inclusie wil onder andere zeggen dat je goed omgaat met de verschillen tussen mensen en dat je die verschillen waardeert."

Bewustmaken

Een belangrijk onderdeel van de workshop is de deelnemers bewustmaken van de eigen kijk op inclusie en diversiteit. "We willen de buurtsportcoaches laten reflecteren op de eigen denk- en werkwijze. Een van de opdrachten is: inventariseer je doelgroep. Op wie richt je je aanbod? Voelt iedereen zich daadwerkelijk welkom bij activiteiten of verenigingen? Hoe weet je dat? Heb je wellicht onbewuste aannames gedaan? Ook vragen we de deelnemers het eigen team, waarmee dit aanbod wordt ontwikkeld, onder de loep te nemen. Hoe inclusief en divers is dat team? Als dat een honderd procent witte organisatie blijkt te zijn die met het aanbod groepen met diverse culturele achtergronden wil aanspreken, kan erover worden gedacht de samenstelling van het team navenant aan te passen. En hoe zit het met de website, flyers en andere communicatiematerialen? Als je mensen met een andere cultuur wilt laten meedoen met bijvoorbeeld een wandelgroep, is het communicatief beter wervende teksten en foto’s die een typische afspiegeling zijn van de Nederlandse cultuur, te veranderen. Het verkrijgen van dit inzicht is de insteek van de workshop."

Mindshift

De workshops worden gegeven vanuit de vijf regionale academies van LAB, verspreid over het land. In elke regionale academie zijn gemiddeld een drietal provincies verenigd. Elke provincie vaardigt iemand af – meestal de expert op het gebied van inclusie en diversiteit – om de workshop in een regio te verzorgen. Sanne van Mierlo verzorgde de eerste ronde in en rond Gelderland. "De meeste deelnemers kwamen met concrete vragen. Bijvoorbeeld: hoe kunnen we mensen met een migratieachtergrond beter bereiken? Of: hoe kunnen we mensen uit de LHBTI+ gemeenschap zich meer welkom laten voelen in de sport? De workshop biedt echter – vooralsnog – geen concrete handelingsperspectieven voor specifieke doelgroepen. We zijn eerst met elkaar in gesprek gegaan over de betekenis van de termen inclusie en diversiteit. Ook hebben we gevraagd of de deelnemers zelf wel eens met uitsluiting te maken hadden gehad. Opvallend: minstens de helft had een persoonlijke ervaring op dat vlak."

Om deze persoonlijke gesprekken op gang te brengen, konden de deelnemers aan de hand van een set kaarten elkaar vragen stellen over inclusie en diversiteit. "De buurtsportcoaches kwamen er zo achter dat je uitgesloten voelen niet zozeer aan een bepaalde doelgroep is gerelateerd. Uitsluiting of het gevoel niet welkom te zijn, heeft minder te maken met een lichamelijke beperking, afkomst of seksevoorkeur, dan vaak wordt aangenomen. Het is veel diverser. Deze mindshift wilden we de buurtsportcoaches graag meegeven."

Redenen

Holtslag-Roelvink noemt een paar redenen waarom mensen zich uitgesloten of niet welkom kunnen voelen. "In Nederland gaan we ervan uit dat bij een verenigingslidmaatschap een stukje vrijwillige inzet hoort. Bijvoorbeeld door een kantinedienst te draaien, of een team naar een uitwedstrijd te rijden. Mensen met een migratieachtergrond zijn dit vaak niet gewend. Als het bestuur er zonder meer van uitgaat dat ook deze leden vrijwillig meedraaien, wordt een stap overgeslagen. Daarnaast kan een financiële drempel een reden zijn die mensen tegenhoudt. Zo kon een meisje geen keeper worden op een hockeyclub, omdat haar moeder het geld niet had voor beschermende keeperskleding. En voor mensen die vanwege hun cultuur of geloof alleen halalvlees eten en geen alcohol drinken, kan het eenzijdige aanbod van bruin fruit en bier in de sportkantine niet uitnodigend overkomen."

"Echte inclusie betekent erbij horen, mee mogen doen en mee mogen praten"

Rosa Holtslag-Roelvink (Gelderse Sport Federatie)

Beperkte interpretatie

Holtslag-Roelvink haalt tevens een voorbeeld aan van een beperkte interpretatie van het begrip inclusie. "Een voetbalvereniging had samen met de buurtsportcoach en twee andere lokale voetbalverenigingen een team opgezet voor jonge sporters met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Daarmee dacht de vereniging goed bezig te zijn met inclusie. Maar in de praktijk staat dit zogenoemde G-team altijd op een achterafveldje in tweedehands kleding te trainen en te spelen, en worden de jonge sporters niet betrokken bij activiteiten op de club. Het gevoel op de tweede rang te zitten heeft niet alleen effect op de kinderen, maar ook op hun ouders. Echte inclusie betekent erbij horen, mee mogen doen en mee mogen praten."

Sportopleidingen

Robert den Dunnen is trots op het door Holtslag-Roelvink en Van Mierlo ontwikkelde initiatief. "Voor verenigingsbesturen, coaches en trainers bestaan er al redelijk veel cursussen en interventies die zijn gericht op inclusie. Maar voor de buurtsportcoaches was er nog niets. Op de sportopleidingen krijgt het thema inclusie en diversiteit nog niet de aandacht die het eigenlijk zou moeten hebben. Dat heeft te maken met de onderwijsstructuur, waardoor de snelle veranderingen in het nog relatief jonge beroep van buurtsportcoach niet in gelijk tempo kunnen worden vertaald naar het onderwijs. Die snelle veranderingen bestaan doorgaans uit aangepaste beleidsdoelstellingen of extra taken. Onderwijsinstellingen kunnen echter niet elk jaar hun curriculum hierop aanpassen. Bijvoorbeeld om in te spelen op het actuele thema inclusie en diversiteit. Dit is een van de redenen dat de LAB de workshop aanbiedt als bijscholing."

Uitbreiding

De inmiddels gegeven workshops worden goed beoordeeld door de deelnemers. Het voornemen is dit jaar weer workshops in alle provincies te organiseren. Bovendien denkt LAB aan uitbreiding. "Met deze workshop hebben we ingezet op kennisverbreding en bewustwording", zegt Holtslag-Roelvink. "We laten deelnemers bewust worden van enerzijds de betekenis van de begrippen inclusie en diversiteit en anderzijds van het eigen denken en werken. Omdat de workshop slechts één dagdeel beslaat, kunnen we niet meer doen. We overwegen nu een stapsgewijze uitbreiding naar een complete modulaire leerlijn over dit thema. Een volgende workshop zou kunnen ingaan op handelingsperspectieven. Hoe kan een buurtsportcoach in zijn eigen praktijk inclusief sporten en bewegen bereiken, of een vereniging hierin ondersteunen? Misschien kunnen we handvatten aanreiken voor het benaderen van bepaalde doelgroepen. Sommige buurtsportcoaches hebben behoefte aan meer kennis over doelgroepen in het kader van bijvoorbeeld de zorgproblematiek. Anderen willen hun persoonlijke vaardigheden ontwikkelen op het gebied van motivational interviewen. Zij willen weten hoe ze bepaalde groepen kunnen motiveren en enthousiasmeren. Hoe toekomstige workshops er precies uit gaan zien, is afhankelijk van de nieuwe behoeftepeiling die we onlangs hebben uitgezet."

Het programma LAB

Het programma Landelijke Academie Buurtsportcoaches (LAB) richt zich op bij- en nascholing van buurtsportcoaches. LAB is een overkoepelend orgaan met vijf regionale academies verspreid over het land. LAB helpt momenteel deze regionale academies op weg naar hun zelfstandigheid. In 2027 zal het programma ophouden te bestaan; de vijf regionale academies zullen de bij- en nascholing voor de buurtsportcoaches blijven ontwikkelen en aanbieden.

Dit artikel verscheen eerder in Sport en Gemeenten, het magazine van Vereniging Sport & Gemeenten.