Ode aan de Sportvereniging door Bert van Oostveen: "Bas"

In het vakblad Sport & Strategie (editie 3-2018) laten we een klaroenstoot klinken en brengen we met diverse artikelen een ode aan de sportvereniging, hoeksteen van de Nederlandse sportcultuur. In deze serie haalt een aantal prominenten uit de sport herinneringen op aan de sportvereniging(en) uit hun heden of verleden. Zij schilderen zo en passant het Nederlands sportlandschap door de jaren heen, met de vereniging als eeuwige constante. Aflevering 7: Bert van Oostveen.

"Ik ben 12. Deze zaterdag heb ik fietsend naar vv Amstelveen/Heemraad weer eens de wind schuin tegen. En tot overmaat van ramp begint het ook nog te regenen. Mijn trainingspak van Le Coq Sportif, een gewild item sinds het Italië van Paolo Rossi eerder dit jaar in Spanje de wereldtitel pakte, wordt langzaam zwaar van de Hollandse regen. Bij de kantine stal ik drijfnat mijn fiets. Mijn voetbaltas ziet eruit zoals voetbaltassen eruit moeten zien. Van het type Quick. Kenners weten dan genoeg."

Het ballenhok

"Op weg naar de kleedkamers kom ik hem tegen. Bas. Bas van Leeuwen. Een grote vent. Bas heeft een erfelijke oogziekte die hem voor jongetjes van twaalf wat angstaanjagend maakt. Als ik later met mijn kinderen naar de films van Harry Potter kijk, heb ik bij de figuur Hagrid meteen Bas in mijn hoofd. Net als Hagrid waakt Bas over zijn domein. En zijn eigendommen. Zijn domein is het ballenhok. Zijn eigendommen een verzameling ballen, een automatische ballenpomp en talloze cornervlaggen. Elke zaterdag, weer of geen weer, plaatst Bas de cornervlaggen, hangt de netten neer, kalkt de lijnen, waakt over de velden en test de ballen. En aan het einde van een lange dag loopt hij weer kilometers om van de kapotgetrapte velden 1 tot en met 4 alle vlaggen en netten te bergen. Voetballers zijn immers doorgaans lui en menen dat dat soort karweitjes beter door anderen gedaan kunnen worden. Zelfs in de reserve vierde klasse…"

"Of Bas doordeweeks onmisbaar was op zijn werk bij het Werkspoor: dat weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat hij voor ons en voor onze club onmisbaar was. Jaren later gis ik nog naar zijn motivatie. Was het wat men het verenigingsleven pleegt te noemen? Natuurlijk, hij kreeg zijn biertje, had zijn praatjes in de kantine en langs de lijn, maar was dat voldoende voor die bijna dagelijkse gang naar de club? Ik zou het hem moeten vragen."

"Ik ben 44. Opnieuw regent het. Dit keer ben ik met de auto. ‘We’ zijn net derde geworden op een prachtig WK in Brazilië. Een paar keer per jaar hebben we een reünie met de jongens van toen. Later op de avond worden de verhalen sterker. Wedstrijden tegen Badhoevedorp of Sporting Noord klinken die avond als Champions League-thrillers. Wat waren we goed."

Erelidmaatschap

"De jongens van toen zijn de vaders van nu. Hun zonen voetballen op de plek waar wij ooit voetbalden. Rondom tegenwoordig kantoren en een dure internationale school. De velden 1 tot en met 4 zijn inmiddels van plastic. De oude kantine heeft plaatsgemaakt voor een multifunctionele accommodatie. Met ballenhok. Want na al die jaren is één ding onveranderd: op een willekeurige zaterdag schuifelt Bas, wat ouder en strammer, nog steeds met cornervlaggen en ballen. Onopvallend en daardoor opvallend. Want zonder Bas hadden hele generaties in Amstelveen niet zo fijn en zorgeloos gevoetbald."
"Ik ben 47. Ik weet wat me te doen staat na het schrijven van dit stuk. Ik heb een belangrijke mail te versturen. Vrijwilligers als Bas krijgen nooit de grote stukken in de krant, nooit een plek in de eregalerij. Of toch? Bestuur van vv Amstelveen/Heemraad, wordt het niet eens tijd voor een erelidmaatschap van de materiaalman? Ik stem voor!"

Bert van Oostveen, directeur Kenniscentrum Sport

Dit artikel verscheen eerder in vakblad Sport & Strategie (editie 3-2018). Nieuwsgierig naar de rest van dit prikkelende vakblad voor bestuurders in de sport? Neem dan nu een abonnement.