Sovjet-Unie won allereerste EK voetbal dankzij keeper Yashin

Op dit moment had het EK voetbal gespeeld moeten worden, het evenement dat zestig jaar bestaat. In die allereerste editie van 1960 trok een keeper de meeste aandacht.

Lev Yashin was een revolutionaire keeper, die zestig jaar geleden de Sovjet-Unie aan de eerste Europese titel voor landenteams hielp. Door velen wordt hij gezien als de beste keeper uit de voetbalgeschiedenis. Als enige doelman die ooit de Gouden Bal won, kan dat best eens zo zijn.

Totale ondergeschiktheid

De in 1929 in Moskou geboren Yashin kende een kindertijd van hongerwinters en gebrek aan alles. Hij groeide in de jaren dertig op in het Moskouse voorstadje Bogorodsk. Het waren de jaren van Stalinistische terreur, van zuiveringen, terechtstellingen en strafkampen. Miljoenen burgers stierven een ellendige dood vanwege Stalins paranoia.

Toen de Duitsers eind juni 1941 de Sovjetunie binnenvielen, stonden ze enkele maanden later voor de poorten van Moskou. De twaalfjarige Yashin werd van school gehaald en moest aan de slag in de lokale metaalfabriek om het Russische leger van munitie te voorzien. Yashin leerde zo op jonge leeftijd al wat discipline, noeste arbeid en totale ondergeschiktheid aan het collectief was.

Yashin zocht afleiding in het voetbal en speelde in het elftal van de metaalfabriek. Al snel werd hij ontdekt door scouts van Dynamo Moskou. Voor de dezelfde club ging hij ook aan de slag als doelman van het ijshockeyteam. In 1953 werd hij met dit team zelfs kampioen van de Sovjet-Unie. Yashin viel op door zijn snelle reflexen, lenigheid, spelinzicht, doortastendheid en koelbloedigheid.

In de loop der jaren groeide hij ook fysiek uit tot een indrukwekkende verschijning: een breedgeschouderde kerel van 1 meter 89 met een stuurse blik. Om het geheel af te maken droeg hij altijd een geheel zwarte outfit. Zijn bijnaam? De Zwarte Spin.

Bekijk hem hier in actie:

Een sigaret en een borrel

De internationale voetbalwereld maakte in 1956 voor het eerst kennis met de zelfverzekerde keeper. Tijdens de Olympische Spelen van Montreal wist hij met zijn verbluffende reddingen het publiek te verrassen en te vermaken. In vijf wedstrijden hoefde hij slechts twee tegentreffers te incasseren. De Sovjet-Unie pakte goud en de wereld wist wie Yashin was.

Twee jaar later kwam het WK voetbal voor het eerst op televisie. De wereld zag nu niet alleen Pele voor het eerst op de beeldbuis schitteren, maar ook de wonderbaarlijke Sovjetkeeper. Stond een keeper normaal gesproken op zijn doellijn, Yashin vloog het liefst naar voren. Om het spel op te bouwen, of om een aanval van de tegenstander vroegtijdig af te kappen. Daarnaast stopte hij met gemak strafschoppen, naar verluidt 150 in totaal. Het geheim achter zijn innerlijke rust tijdens de wedstrijd? "Een sigaretje om rustig te worden, en dan een borreltje om je spieren klaar te maken."

Yashin dirigeerde zijn team in woord en gebaar: hij was de eerste meevoetballende keeper. Na het WK zou hij uitgeroepen worden tot beste keeper van de wereld. De Sovjet-Unie werd weliswaar in de kwartfinale uitgeschakeld, maar het team had laten zien dat het solide en veelbelovend was.

Ondertussen was er ook buiten het voetbal veel gebeurd in de Sovjet-Unie. Na de dood van Stalin in 1953 brak onder leiding van Nikita Chroesjtsjov een periode van politieke ontspanning aan. Sport was daarbij een vruchtbaar voertuig voor verbroedering. Omdat clubteams uit de Sovjet-Unie tot midden jaren zestig niet aan de Europese bekercompetities deelnamen, waren vriendschappelijke wedstrijden voor de Russen de enige mogelijkheid om zich buiten de officiële interlandwedstrijden met West-Europese ploegen te meten.

Feyenoord

Zo speelde het Rotterdamse Feyenoord op 17 maart 1960 in een uitverkochte Kuip tegen een elftal dat bestond uit een combinatie van spelers van Spartak en Dynamo Moskou. Het Moskouse team, met Yashin in de gelederen, dat in de Kuip verscheen bestond voor het merendeel uit spelers die niet veel later met de nationale ploeg deelnamen aan het allereerste EK. Feyenoord verloor de wedstrijd met 0-1.

In mei 1960 was het dan zover: in Frankrijk mocht Yashin tijdens het EK laten zien wat hij waard was. In de halve finale werd Tsjechoslowakije met gemak met 3-0 verslagen, maar in de finale tegen Joegoslavië moest Yashin echt aan de bak. De ploegen waren aan elkaar gewaagd. Na 90 minuten spelen stond het 1-1. Alles leek nog mogelijk, maar de Joegoslaven hadden geen Yashin. Hij was soeverein in het zestienmetergebied en hield zijn doel vastberaden schoon. Toen spits Victor Ponedjelnik vlak voor tijd 2-1 maakte, werd de Sovjet-Unie de allereerste Europees kampioen.

Yashin bewees dat je geen spits hoefde te zijn om een voetbalster te worden. In 1963 ontving hij zelfs de Gouden Bal, de prijs voor de beste Europese voetballer van het jaar. Tot op heden is Yashin de enige keeper die deze prijs ontving. Hij overleed op 20 maart 1990.

Fotobijschrift: Lev Yashin traint in Rotterdam voor de wedstrijd tegen Feyenoord. Foto: Henk Lindeboom, Anefo/ Nationaal Archief